Haags
gemeentemuseum
van Berlage
van binnen bekeken
7 7
Kasper van Ommen
-
m?
"n C
- /-•••«
f j
v "t
X
V
Toen in de zomer van 1933 het gebouw van het Haags Gemeente
museum zijn voltooiing naderde, liet H.P. Berlage aan de gemeente
's-Gravenhage weten het gebouw te beschouwen als de kroon op
zijn 'levensarbeid als bouwmeester'. Met deze uitspraak legde
Berlage een grote verantwoordelijkheid voor de toekomst op de
schouders van de gemeente Den Haag. Berlage was op dat moment
de meest bekende architect van Nederland. Hij had spraakmakende
gebouwen ontworpen zoals de Beurs te Amsterdam en het jacht
slot Sint Hubertus voor de familie Kröller-Muller te Otterloo en
bovendien reikte zijn roem tot ver over de grenzen.
28
Heemschut
BBffiHnn M
Het interieur van de centrale hal blijft geheel in Berlagiaanse stijl gehandhaafd.
In 1933 had Berlage de respectabele leeftijd van
77 jaar bereikt, 14 jaar nadat hem de opdracht
voor het museum was verstrekt. Om die reden
realiseerde hij zich maar al te goed dat tussen
droom en daad wetten en praktische bezwaren
staan. En daarom herhaalde hij een voorwaarde
die hij reeds eerder aan de gemeente gesteld
had: mocht hijzelf niet in staat zijn de bouw in
zijn geheel te begeleiden dan moest een andere
architect, namelijk zijn schoonzoon Emil E.
Strasser, het gebouw in zijn geest voltooien.
Toen het museum op 1 mei 1935 uiteindelijk
geopend werd, ontbrak Berlage bij deze feeste
lijke gebeurtenis. Op 12 augustus 1934 was de
architect in zijn woonhuis te Den Haag overle
den.'
Ingenieuze oplossingen
Nu ruim 60 jaar later neemt de gemeente Den
Haag haar verantwoordelijkheid ten aanzien
van het gebouw. Het Gemeentemuseum
wordt momenteel grondig gerenoveerd. De
vele aanpassingen die aan het gebouw door de
jaren heen aangebracht werden, worden verwij
derd: het gebouw wordt weer in de geest van
Berlage teruggebracht.
Tijdens de ontwerp-fase van het museum
kwamen de architect en Hendrik Enno van
Gelder (1876-1960), de beoogde directeur van
het museum, allerlei vraagstukken tegen met
betrekking tot de verlichting en de klimaatbe
heersing van de kunstwerken. Vragen waarop
de antwoorden toen nog niet altijd duidelijk
geformuleerd konden worden. De oplossingen
die voor deze vraagstukken gevonden moesten
worden, werden in veel gevallen door het
nemen van experimenten gevonden. Het is zeer
boeiend te zien dat de door Berlage gevonden
oplossingen zelfs na 62 jaar toch de beste blijken
te zijn geweest voor het museum. Daarom
wordt de oorspronkelijke installatie tot
klimaatbeheersing nu weer operationeel
gemaakt en ook het ingenieuze mechaniek van
lichttoevoer zal weer in ere worden hersteld.
Dit betekent echter niet dat volledig naar de
oorspronkelijke toestand van de jaren '30 terug
gekeerd kan worden. Zowel de nutsbedrijven
als de brandweer stellen tegenwoordig zwaar
dere eisen en de inzichten over de conservering
van kunstwerken zijn inmiddels ingrijpend
veranderd.
Ook op bouwkundig gebied zal het interieur
onder handen worden genomen, zij het niet zo
ingrijpend als het exterieur. Een aardig voor
beeld van de restauratie aan de buitenzijde zijn
de werkzaamheden aan de muurvlakken. Eén
van de meest opvallende kenmerken van het
gebouw is de gele kleur van de toegepaste
baksteen. Berlage heeft hiermee een zuiver
esthetisch doel nagestreefd. Het dragende
april 1997