Landview in Hoorn tien jaar
Aan de basis van een verantwoord beleid op het terrein van de bescherming
van cultuurmonumenten ligt een degelijk historisch geografisch onderzoek. In
zijn beleidsvisie heeft Heemschut deze stelling als een van zijn uitgangspunten
neergelegd. De oprichtingtien jaar geleden, van een bureau, dat het
cultuurhistorisch erfgoed in kaart brengt lag dan ook voor Heemschut in de
logische en toegejuichte lijn der verwachting.
JAN-DERK GERRITSEN
Vliedberg bij Gapinge (Zeeland). Op dergelijke heuvels stonden in de Middeleeuwen kleine kasteeltjes.
Er zijn er nog zo'n 50 in Zeeland. Foto H.G. Baas.
Het bureau Landview vierde vorige
maand onder grote belangstelling in
zijn vestigingsplaats Hoorn dat tien
jarig bestaan. Aan de bakermat ervan
stond de gemeente Wognum in
Noord-Holland, dat aan het bureau
de opdracht gaf de wortels bloot te
leggen van het omliggende buitenge
bied de Leekerlanden. Een herhaling
van het Noord-Hollandse debacle van
het Geestmerambacht zagen ze daar
liever niet. Dat zogenaamde 'Rijk van
de duizend eilanden', waar elke 'kool
tuinder' zijn kaveltje slechts met de
schuit kon bereiken langs grillige
slootjes ging volledig op de schop en
zie hoe de moderne tijd de historie
voorgoed heeft ondergespit. Snel en
efficiënt begaanbaar, dat wel, maar het
maakt dan ook geen verschil meer of je
nu in de Wieringermeer of de Noord
oostpolder ofin het polderblinde
Geestmerambacht de verrekijker aan
de ogen zet.
Leekerlanden
Het Wognumse gebied kent een
eeuwenoude waaiervormige verkave
ling. Uit het onderzoek kwam naar
voren, dat het éen restveengebied was
met resthemen, een droogmakerij met
kade en ringsloot, enkele kerken- en
schoolpaden, een meerwal en vele
veenstroompjes. Het ging hier om
een verkaveling, die aan de hand van
de aanbevelingen van het bureau kon
worden gespaard, zo dat niet alleen de
agrariërs weer vooruit konden maar
de historische sporen niet rigoureus
hoefden te worden uitgewist. Zo werd
bereikt, dat het Noord-Hollands
Landschap de Kerkepolder met zijn
vele grillige veenstroompjes aankocht,
in het restveengebied het hoogwater-
peil bleef, door een stelsel van aanleg-
vergunningen de waaierverkaveling
werd gehandhaafd en kerken- en
schoolpaden het historische beeld
bleven bepalen. Groot winstpunt was
voor het bureau, behalve de waarde
ring van Wognum zelf, het enthou
siasme op de jubileumdag van grote
buurman Hoorn met zijn land- en
woningbouwhonger over de zorg
voor het historisch buitengebied.
Natuurbouw
Alsof we alle goeds mogen verwachten
van het moderne toverwoord natuur
bouw laten velen zich door deze
schijnbaar zaligmakende kreet om
de tuin leiden. En dat zijn niet eens
de geringsten. Historisch geograaf
Henk Baas van Landview noemt zelfs
Natuurmonumenten, die 'alles onder
water zetten of bos planten en verge
ten dat die gebieden door mensenhan
den zijn gemaakt. Want niets anders
dan dat is cultuurhistorie. Natuurbouw
krijgt hoge subsidies. Weg boeren en
welkom aan de natuur, maar dat wel
tussen aanhalingstekens. Zo gemakke
lijk wordt er tegenwoordig gedacht.'
Voor grote bouwprojecten worden
milieueffectrapportages gemaakt maar
vaak gaat het juist om kleinschalige
sporen in het landschap en daar zijn
geen wettelijke instrumenten voor.
Landview pleit dan ook voor het
opnemen van een post voor het inpas
sen van cultuurhistorische waarden in
nieuwe bestemmingsplannen.
Prijs
Bij een jubileum hoort ook een cadeau.
Niet voor de jarige zelf maar voor
bijzonder begrip, dat werd getoond
voor het historisch geografisch onder
zoek. Het mag geen verwondering
wekken, dat de Landviewprijs ten
bedrage van 3000 gulden naar het
Historisch Geografisch Tijdschrift is
gegaan, dat 'erin is geslaagd niet alleen
binnen het vakgebied zelf nieuwe
inzichten te propageren maar ook
ruimte heeft gegeven aan studies,
die betrekking hebben op aanverwante
vakgebieden zoals de toponymie en de
historische ecologie en zodoende een
breder lezerspubliek heeft bereikt.'
Een eervolle vermelding ging naar
de 'Lesbrief Heerhugowaard in kaart',
gemaakt door S. Dekker en K. Jonk, die
bestemd is voor de leerlingen van het
Fortmancollege in Heerhugowaard.
De lesbrief draagt met zijn schets
van ontstaan en ontwikkeling van
droogmakerij de Heerhugowaard op
uitstekende wijze bij tot de identiteits
bepaling van de huidige bewoners van
de polder.
27