De Barbarossa-ruïne. (Dia A.A. Dullé) gaan. Op een chirurgische wijze wordt gesneden in het historische casco en worden historische elementen toege voegd. Elke episode laat zijn sporen na in een oud gebouw; dat is onherroepe lijk. Zo zal herkenbaar blijven dat het gebouwencomplex eens grotendeels afgebroken is geweest. Het resultaat is een burcht van de 21ste eeuw.' Het standpunt van Heemschut, daarin gesteund door de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, de Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond, de Raad voor Cultuur, het Cuypers- genootschap en een 35-tal plaatselijke organisaties op het gebied van cultuur en milieu, is ondubbelzinnig: herbouw kan niet en herbouw mag niet. Het kan niet Cultuur-historisch verantwoorde herbouw kan niet: We hebben niet voldoende informatie over een gebouwencomplex dat al 200 jaar geleden is afgebroken. De vele historische afbeeldingen - van vaak beroemde kunstenaars als Jan van Goyen,Albert Cuyp en Salomon van Ruysdael- spreken elkaar tegen als het gaat om verhoudingen en bouwkun dige details. Het zijn immers artistieke impressies en geen bouwtekeningen. De vroeger gebruikte bouwmaterialen en - technieken kunnen om techni sche en economische redenen niet meer worden toegepast. Een herbouw, beter gezegd: een nieuwbouw, zou dus neerkomen op een 'betonskelet met steenstrips'. Kortom: de geschiedenis is niet 'maakbaar'. Herbouw in historische vormen met eigentijdse toevoegingen - wat expli ciet de bedoeling is - levert een twee slachtig gebouw op. Het wordt dus niet alleen een imitatie, maar ook nog eens een slechte imitatie. Een aldus herbouwd Valkhof geeft geen betrouwbaar beeld van het historische Valkhof. Anderzijds zullen de eigen tijdse toevoegingen de voorwaarde vormen voor de exploiteerbaarheid van het complex. Dat betekent dus dat fïnancieel-economische motieven - de waan van de dag - de herbouw gaan bepalen en niet cultuurhistorische. Het mag niet Herbouw van de burcht op het Valkhof mag niet: Herbouw lijkt een ontkenning van tweehonderd jaar geschiedenis. De burcht is in 1796 niet zonder reden afgebroken. Ook de afbraak is een historische daad, voortvloeiend uit de ideeën van de Franse Revolutie, de naijver van de 'buren' en het feit dat middeleeuwse burchten stilaan hun functie verloren hadden. Je kunt 200 jaar geschiedenis niet wegpoetsen, ook niet door te doen alsof. Herbouw zoals hier voorgesteld wordt, blijft namaak, imitatie, onwaarachtig. Park zelf een monument Het landschapspark dat rond de twee van de sloop geredde kapellen is aangelegd - een van de oudste open bare parken van het land - is zelf op zijn beurt ook weer een historisch monument geworden. De overblijfse len van de Sint-Maartenskapel, ook wel Barbarossa-ruïne genoemd, temidden van struiken en bomen (treurwilgen!) zijn een verwijzing naar de vergankelijkheid van alle aardse grootsheid. Op andere plaatsen in Europa werden ten tijde van de Romantiek kunstmatige ruïnes als zogenaamde 'follies' opgetrokken om de vanitas-gedachte bij de wandelaar op te roepen; in Nijmegen maakte men bewust gebruik van een bestaande ruïne. Het landschapspark met de kapellen is zelf een monument van geschiedenis en kunst en daarom terecht geclasseerd als beschermd Rijksmonument. De uitvoering van de herbouwplannen impliceert een grove aantasting van de bouwkundige resten en een vernietiging van het roman tisch landschapspark, dat immers van zijn verwijzingen wordt beroofd. Bovendien maakt het Valkhof deel uit van het Beschermd Stadsgezicht Benedenstad. Het Valkhof is in archeologisch opzicht het Troje van Nijmegen. Hier ligt de kiemcel van de stad; achtereen volgens vestigden zich hier prehistori sche stammen, Kelten, Romeinen en Bataven, Merovingers, Karolingers, Ottonen, Saliërs en Staufen, die allen hun sporen achterlieten. Het Valkhof is daarom met reden aangewezen als beschermd archeologisch monument. Weliswaar schrijft het herbouwplan de deskundige opgraving van alle archeologische resten voor, maar men realiseert zich niet dat dit gelijktijdig de vernietiging ervan betekent. Het bodemarchief kan immers slechts eenmaal 'gelezen' worden.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1997 | | pagina 18