De architectuur van de jaren vijftig en zestig Wig BÉtt SS Een gebrek aan waardering Omdat de jaren vijftig en zestig nog zo dichtbij zijn, is het moeilijk om de architectuur en stedebouw uit deze periode als historisch erfgoed te zien. Toch zou er nu al in die termen over moeten worden nagedacht. Veel van de architectuur uit de eerste naoorlogse decennia is reeds ten prooi gevallen aan renovaties, verbouwingen of sloop en de lijst van gebouwen die hetzelfde lot wachten, groeit met de week. üassse HANS IBELINGS snaii Ï"3T|; SUS»; IIMIgi' Slleall ■388511 5113311 nam msus Technische School aan de Wibautstraat, Amsterdam (1956) van J.B.Ingwersen en C.de Geus. De vaak matige bouwkundige toe stand (betonrot, slechte geluids- en warmte-isolatie) speelt daarbij zeker een rol, maar de belangrijkste oorzaak voor de teloorgang van de architec tuur en stedenbouw van de jaren vijftig en zestig ligt besloten in de geringe waardering die er voor bestaat. Altijd maar weer wordt het platgetreden pad betreden dat deze decennia voorna melijk saaie en grauwe blokkendozen zouden hebben voortgebracht. Dat nu de monumentale waarde van de vroege naoorlogse architectuur nog niet wordt erkend, is op zichzelf niet vreemd. De waardering neemt immers toe naarmate deze iets ouder en schaarser wordt en het heeft ook aanzienlijk wat tijd gekost voordat het Nieuwe Bouwen van de jaren twintig en dertig met zorg en respect bejegend ging worden. Als dat proces zich voor de naoorlogse architectuur zou herha len, wat niet onwaarschijnlijk is, dan zal in de volgende eeuw de stemming over de jaren vijftig en zestig wel gaan veranderen. Voordat het zo ver is, zullen echter talloze gebouwen en wijken uit de jaren vijftig en zestig hun oorspronkelijke gedaante hebben verloren. Want het is nog bepaald geen gebruik om het jongste erfgoed stijlzuiver te restaureren. De rehabili tatie van Gerrit Rietvelds Nederlandse paviljoen in Venetië door Wessel de Jonge is in dat opzicht uitzonderlijk. Sloop en verbouwing in hoog tempo Sloop en verbouwing, face-lift en upgrading geven voorlopig nog de toon aan en vinden in zo'n tempo plaats dat er voortdurend gebouwen, ensembles, buurten en wijken van aanzien veranderen of zelfs compleet verdwijnen. Aanvoerder in dit opzicht is de stad die zich zo voor laat staan op zijn architectonische prestaties: Rotterdam. Er is daar zo langzamer hand geen enkel hoogtepunt van de Wederopbouw meer te vinden of er is wel iets aan veranderd. Het vernieuwde Beursplein, onlangs feestelijk geopend door premier Kok, herinnert in vrijwel niets meer aan het Beursplein zoals dat in de jaren vijftig tot stand was gekomen. Van de warenhuizen en modemagazijnen is alleen Peek Cloppenburg van de Kraaijvangers ongeschonden. V&D is ingrijpend verbouwd en C&A, Hema en Neder land Kattenburg zijn gesloopt. Ook de Lijnbaan van Van den Broek ér Bakema, het symbool van de herrijzenis van Rotterdam is van aanzien veranderd. Het Groothandelsgebouw van Van Tijen Maaskant, nog zo'n symbool van de Wederopbouw, wordt momen teel gerenoveerd. En de bekroning van de Wederopbouw, het concertgebouw De Doelen van R. Fleddems en de gebroeders Kraaijvanger, zal binnen kort worden gedegradeerd tot een onderdeel van een nieuw multifunc tioneel complex. Niet alleen in Rotterdam Rotterdam staat overigens niet alleen in dit iconoclasme. Elders in Neder land gebeurt hetzelfde. Zo verandert in Amsterdam de Wibautstraat, een typisch produkt van de jaren van wel vaartsgroei, stapsgewijs. Al in 1976 verdween daar het kantoor van de Amsterdamse Ballast Maatschappij van H.T. Zwiers, kortgeleden heeft een kantoorgebouw verderop in de straat, naar ontwerp van H.D. Bakker, een ingrijpende facelift gekregen en de Technische School van Ingwersen it De Geus en de Renaultgarage van W.S. van de Erve staan op de nomi natie om gesloopt te worden. In Den Haag zijn het voormalige Ministerie van OK&W van G. I'Viedhoff en het provinciehuis van F. Peutz afgebroken. In Groningen heeft het sluitstuk van de Wederopbouw van het centrum, de uitbreiding van het stadhuis door J.J.M. Vegter, plaats moeten maken voor nieuwbouw van Adolfo Natalini. In Arnhem is het winkelcentrum Presikhaaf van P. Zanstra door het aanbrengen van een overkapping totaal veranderd en zo zijn overal voorbeelden te vinden van aantasting van naoorlogse architectuur. Upgrading Een groot deel van de kantoorgebou wen uit de jaren vijftig en zestig - en dat zijn er flink wat - zijn onderwor pen aan upgrading waarbij op zijn minst de gevels zijn vervangen door eigentijdse, goedgeïsoleerde elemen ten. Datzelfde is gebeurd in vrijwel alle naoorlogse woonwijken, van Pendrecht tot de Bijlmer en van Morgenstond tot Hoograven, waar grote opknapbeurten en een dwang matige neiging om kleur aan te bren gen er voor gezorgd hebben dat geen straat er nog uitziet zoals vroeger. Bovendien is men op veel plaatsen begonnen de royale open ruimte tussen de strokenbouw waarmee 10

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1996 | | pagina 10