Heemschut actief in Delft Het aantal keren, dat onderwerpen uit Delft op de agenda van de Provinciale Commissie Heemschut Zuid-Holland voorkwamen is de laatste jaren gering geweest. Wie door de stad wandelt valt het grote aantal fraai gerestaureerde en goed onderhouden panden op. Een en ander wil echter niet zeggen dat we, voor wat Delft aangaat, minder waakzaam zijn. Integendeel. LEOVANDERMEULE De glazen overkapping van Het Prinsenhof, waar Heemschut moeite mee heeft. Foto's Leo van der Meule. Omstreden inbouw Wie van een bezoek aan de Prinsenstad gebruik maakt om de beide vooraanstaande kerken, de Oude en Nieuwe, te bezichtigen, krijgt onbewust met het waakzaam oog van Heemschut te maken. Zo beoordeelde de commissie niet zo lang geleden de inbouw rechts van de toren, in de zijbeuk van de Nieuwe Kerk. Het instandhouden van dit soort monumentale kolossen vergt een voortdurende stroom van inkomsten. Een van de mogelijkheden om iets te verdienen aan het (toeristisch) kerkbe zoek is de verkoop van allerhande souvenirs. Een gang van zaken waar voor Heemschut zeker begrip kan opbrengen. De commissie besloot dan ook dat op zich het realiseren van een inbouw in de kerk voor dit doel niet ter discussie stond. Het ging om de manier waarop, de plek, de afmetin gen, de vorm, de gekozen materialen en kleuren. Eerst bereikte de commis sie het gerucht dat de souvenirwinkel direct in de toreningang zou komen. Daar zou Heemschut zeker niet geluk kig mee zijn geweest. De technisch adviseur werd, zoals gebruikelijk, op onderzoek uitgestuurd. De secretaris van de commissie, woonachtig in Delft, zou de zaak nog eens extra in de gaten houden. Uiteindelijk bleek het te gaan om een af te schermen ruimte, rechts van de toren. Bovendien nam men de moeite het geheel duidelijk te scheiden van de rechter zijbeuk. Stands en molens met boeken, folders en ansichtkaarten en zelfs het hier onvermijdelijke Delfts Blauw zouden vanuit de kerkruimte als een te hinder lijk, veelkleurig geheel ervaren kunnen worden. Ook dit bezwaar werd door de in neutrale kleuren uitgevoerde afdichting ondervangen. Toen de commissie over deze zaken zekerheid had verkregen besloot zij dan ook akkoord te gaan en geen bezwaar aan te tekenen tegen de voor deze inbouw vereiste monumentenvergunning. Op dit ogenblik neemt men ook van gemeentewege met zorg de achteruit gang van het zogenaamde Nieuwe Werk, de uitbreiding van de Oude Kerk zoals destijds ontworpen door Rombout Keldermans, waar. Met name de fijne natuurstenen bekleding van de in metselwerk uitgevoerde muren, steunberen e.d. heeft veel te lijden. Mocht het eerdaags tot een restaura tie-plan komen dan zal dat zeker ook beoordeeld worden door de Heemschut-commissie. Overkapping Prinsenhof Een zaak van langere adem was de overkapping van de binnenplaats van het museum Het Prinsenhof. De commissie Zuid-Holland was zich terdege bewust van het feit dat een museum-directie soms met de rug tegen de muur staat waar het moge lijkheden tot uitbreiding van de tentoonstellingsruimte of het verwer ven van inkomsten betreft. In eerste instantie werd de commissie het over kappingsplan voorgelegd als noodza kelijk voor de jaarlijks in het Prinsenhof te organiseren kunst- en antiekbeurs. Men kwam tot de conclu sie dat voor dit sporadisch gebruik van de binnenplaats toch allereerst naar een meer tijdelijke, en gemakkelijk verwijderbare, overkappingsmogelijk heid gekeken diende te worden. Handige tentenbouwers te kust en te keur! Toen zich echter het probleem van een meer blijvend ruimtegebrek van het museum aandiende, verviel dit element uit de discussie. De commis sie tekende bezwaar aan om de dood eenvoudige reden dat de planpresen tatie, de tervisielegging, niet deugde. De tekeningen, waarop de commissie zich een oordeel moest vormen, waren veel te grootschalig en schetsmatig om tot zinnige uitspraken te kunnen komen. De door Heemschut gevraagde meer gedetailleerde teke ningen bleven uit. Tenslotte kreeg

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1996 | | pagina 10