Leerschool
Huize Baank
Zelfstandigheid
Vrijwilligers
Decentralisatie
functie heeft en niet op voorhand kaal
slag en vervangende nieuwbouw.'
In Dwingeloo was hij (nog) niet
de actieve Heemschutter uit zijn
Warnsveldse periode, maar plaatselijk
deed hij wel aan monumentenzorg.
'Er zijn veel oude boerderijen geres
taureerd. En de middeleeuwse kerkto
ren! Ik had destijds goede contacten
met Meffert van de Rijksdienst. Samen
met de lokale dorpsaannemer, 'een zeer
ambachtelijk man', en de gemeente
architect hebben we in 1963 de toren
restauratie aangepakt. Ik begeleidde
de zaak op gemeentelijk niveau,
schreef ondermeer het raadsvoorstel,
zo ging dat in die dagen. Ik weet nog
precies wat die restauratie kostte: een
halve ton. En dat was inclusief nieuwe
leibedekking en het ongedaan maken
van de fouten uit een vorige restaura
tie. Kom daar nu eens om. Dwingeloo
is een goede leerschool geweest.'
In 1973 verruilde hij Dwingeloo voor
Warnsveld, waar hij als burgemeester
zijn pensioen zou halen. Koud was hij
in de Gelderse gemeente geïnstalleerd
of een bedreigd monument vroeg om
actie. Landgoed Huize Baank zou
bebouwd worden met bungalows,
het uit 1825 daterende landhuis
('inmiddels rijksmonument!') en het
vrijstaande koetshuis dienden daar
voor te wijken.
'Het plan was in het burgemeesterloze
tijdperk in stilte voorbereid, alleen de
provincie was vooraf gepolst. Arnhem
zou geen bezwaar maken, zo werd me
duidelijk gemaakt. Om het groene
front gunstig te stemmen wilde men
zoveel mogelijk bomen sparen. Ik
plofte bijna toen ik van de plannen
hoorde. De gemeenteraad wist op
dat moment nog van niets.'
Dat achterkamertjes-gedoe bleek,
ironisch genoeg, de redding van Huize
Baank. Buma: 'Een derde deel van de
gemeenteraad steunde de wethouder
die het plan moest verdedigen. Een
derde deel steunde mij in mijn verzet.
Maar van doorslaggevende betekenis
bleek de opstelling van het derde deel
van de raad dat zich buiten spel gezet
voelde. Dat koos om die reden ook
mijn zijde. Dit betekende dat de meer
derheid tegen sloop was. En dat was
maar goed ook, landhuis en koetshuis
zijn na een luisterrijke restauratie het
aanzien meer dan waard.'
De actieve rol in de strijd om het
behoud van Huize Baank bleef niet
onopgemerkt bij Heemschut, dat veel
vuldig was geraadpleegd. Dus werd
Buma gepolst door bestuursgedele-
geerde Anton de Zwaandie wel wat
versterking aan het front kon gebrui
ken. De Zwaan was sinds begin jaren
zeventig bezig de provinciale commis
sies nieuw leven in te blazen. De
commissies nieuwe stijl moesten in
de plaats komen van de niet meer opti
maal functionerende commissies Stad
en Dorp, die nog door de legendarische
Ton Koot waren opgericht. In
Gelderland kwam het er op neer
dat de Warnsveldse voorzitter een
compleet nieuwe commissie op poten
moest zetten. 'Er was niets meer, de
oude bestond alleen nog op papier.'
Buma uit waarderende woorden aan
het adres van de in 1989 overleden De
Zwaan. 'Hij was de stuwende kracht,
de centrale coördinator, dat mag best
nog eens gezegd worden. Ik begrijp
niet waar die man de tijd vandaan
haalde. Hij leidde twee levens. Was
een druk bezet zakenman en daarnaast
Heemschutter. En met succes. Door
zijn flair kreeg hij in het veld veel voor
elkaar.'
Buma kan zich het rijtje van de eerste
Gelderse commissie nog levendig voor
de geest halen.Aalbers (Arnhem),
Hendriks (van de Heidemij-vereniging,
tevens Eerste Kamerlid), Vosselman
(Apeldoorn), Boerboom (Gorssel),
K. Hengeveld (Velp), Van Keulen
(Wageningen), de technisch adviseur,
en natuurlijk De Zwaan die een antieke
boerderij had in het Woold bij
Winterswijk. Er moest ontzettend
veel gebeuren, Gelderland is nu
eenmaal een hele grote provincie,
maar het was een leuke tijd.'
Wiete Buma stond ook aan de wieg
van de SOS, de stichting die zich in
de jaren zeventig/tachtig sterk maakte
voor behoud van een aantal met sloop
bedreigde spoorstations in Oost-
Nederland. 'Varsseveld, Lievelde,
Ruurlo en Doetinchem zijn helaas
gesloopt, maar bijvoorbeeld Aalten,
Terborg, Vorden en Winterswijk zijn
gered. Terwijl juist die reddeloos
verloren leken.' Buma wil niet nalaten
om de inzet van particulieren en plaat
selijke groeperingen bij de stationsac
ties te noemen, 'Heel belangrijk, dat
gaf vaak de doorslag.'
Zijn naam blijft in Warnsveld onver
brekelijk verbonden met de gewonnen
strijd voor gemeentelijke zelfstandig
heid. Warnsveld (nu 9200 inwoners)
raakte weliswaar zijn fraaie buitenge
bied (aan Zutphen en Vorden) kwijt,
maar volledige opslokking door
Zutphen was van de baan. '2112
bezwaarschriften zijn er tegen de
annexatieplannen van rijk en provincie
ingediend, de bevolking voerde
massaal actie. We hadden zelfs
een zelfstandigheidslied op cassette,
gecomponeerd door Joop Stokkermans
en Gerritden Braber. Desondanks leek
het pleit in mei 1988 beslecht. De
Tweede Kamer moest zich toen
uitspreken over opheffing.' Maar het
liep anders, Buma verwijst naar het
amendement van de kamerleden
Franssen (jazekerde latere
Heemschut-voorzitter, r.1.) en
Koetje dat Warnsveld, weliswaar in
afgeslankte vorm, overeind hield. 'De
Kamer liet zich overtuigen door onze
serieuze, subtiele wijze van actie
voeren. Steeds op basis van argumen
ten, dat sprak aan. Het was geen 'nee'
met veel geschreeuw. We hebben
altijd geprobeerd mee te werken aan
een oplossing van de woningbouwpro-
blemen van Zutphen.'
De uitspraak tekent Wiete Buma.
Ook in Heemschutzaken is hij de
stille vechter, een man van harmonie
en compromis, die op het juiste moment
een gevoelige snaar weet te raken.
Voorzitter Franssen roemde bij de
uitreiking van de Ton Kootpenning
zijn 'fijnbesnaarde capaciteit om
nimmer confronterend, maar wel
overtuigend argumenten aan te dragen,
waarom een ander standpunt niet slecht
is, maar het zijne beter'. Dwingeloo
komt weer ter sprake. 'Weet u dat er
in mijn eerste jaren als burgemeester
nooit beroeps-procedures waren? We
kwamen er altijd met praten uit.'
Het werk in het veld is er voor
Heemschut niet eenvoudiger op
geworden, vindt Buma. 'Er komt zo
ongelooflijk veel op je af, veel meer
dan vroeger. Het is voor vrijwilligers
nauwelijks bij te benen. Nederland
maakt zich op voor de volgende eeuw
en dat is aan alles te merken. Grote
delen van het land worden volge
bouwd, het transport over de weg
en per spoor eist zijn tol. Neem de
Betuwelijn, de hoge snelheidstreinen.'
Het vrijwilligerswerk in het veld is
echter niet alleen de zwakte, maar ook
de kracht van Heemschut. 'Als het een
louter professionele organisatie zou
worden, neemt de betrokkenheid af.
Monumenten kun je niet tussen acht
en vijf redden, dat is veel avondwerk.'
Een boodschap wil hij bij zijn afscheid
nog wel meegeven. Ze vloeit voort uit
de kanttekeningen die hij plaatst bij de
decentralisatie van de monumenten
zorg. 'De achterliggende gedachte om
monumentenzorg dichter bij de burger
brengen is een goede zaak. Maar meer
verantwoordelijkheid in afvoerings
procedures bij de gemeente leggen
heeft nadelen, vooral als het om kleine
gemeenten gaat. Je hebt soms met
verstrengelde belangen te maken en
dan ben je overgeleverd aan de grillen
van de dorpspolitiek. Het monument
is dan op voorhand van ondergeschikt
belang.'
Noemt als uitwas het inmiddels
landelijk beruchte incident met de
17de eeuwse boerderij-herberg in
Graafstroom, waar de gemeente een
monumentencommissie instelde om
haarzelf een sloopvergunning te
kunnen verlenen. 'Kijk, als ik zoiets
hoor, vraag ik me af of het niet beter
was geweest om die verantwoordelijk
heid bij de provincie neer te leggen.
Of ze toch maar bij het Rijk te laten.
Dat werkt afstandelijker, maar daar
door ook objectiever.'