Monumenten tussen kanaal en Maas
Op pad langs de Limburgse Grensmaas.
A.M.P.P. JANSSEN
Het kanaal
Het zuidelijke deel
Kasteel 'Obbicht' te Obbicht. Foto's
ir.P.J.A.Bongaerts.
Het noordelijke deel
Wie in Zuid-Limburg op zoek gaat naar monumentenzal vermoedelijk
weinig aandacht schenken aan de smalle strook land tussen de Maas en het
Julianakanaal. Dorpen als Borgharen, Grevenbicht en Roosteren zullen
dan ook wel meer bekend zijn vanwege de recente Maasoverstromingen dan
hun monumentale erfgoed. Om deze reden had de afdeling Limburg van
Heemschut juist dit gebied uitgekozen voor de jaarlijkse excursie in 1995
en willen wij er in dit artikel nog eens nader op ingaan.
Het isolement van de dorpen tussen
het Julianakanaal en de Maas dateert
van het begin van deze eeuw. Nadat er
in de Eerste Wereldoorlog nauwelijks
contacten tussen Nederlands en
Belgisch Limburg mogelijk waren
geweest, ontstond hierna aan de
Nederlandse zijde een beweging die
aansluiting van Limburg bij België
nastreefde. Deze groep annexionisten
werd de wind uit de zeilen genomen
door politici als Poels, Nolens en Ruijs.
Het gevolg hiervan was, dat de
verhouding tussen Nederland en
België bekoelde en een verdrag over
de kanalisatie van de Maas in 192 3
door de Eerste Kamer verworpen
werd. De opkomende steenkoolwin
ning vroeg echter om vervoersmoge
lijkheden over water. Zodoende begon
men in 192 5 met de aanleg van het
Julianakanaal, dat in 1935 opengesteld
kon worden. Men deinsde er bij de
aanleg niet voor terug sommige dorpen
in tweeën te delen. Dit gebeurde onder
meer in Roosteren, Urmond en
Geulle.
Wanneer men vanuit Maastricht een
tocht door dit gebied begint, komt
men na het passeren van de sluis en
de stuw van Borgharen bij het gelijk
namige kasteel. Het huidige gebouw,
waarvan de restauratie al ruim twintig
jaar door een particulier - de heer
Veenbuizen - wordt uitgevoerd, bevat
nog de oorspronkelijke woontoren uit
de 13 de eeuw, die thans dienst doet als
trappenhal. Om deze woontoren
ontstond een ringmuur, waarvan de
onderzijde nog bewaard gebleven is.
In het midden van de 16de eeuw werd
de ruimte tussen de ringmuur en de
woontoren bebouwd onder de familie
Scheijfart van Merode. Van een eeuw
later dateert de voorburcht, terwijl
het interieur en de fagade de huidige
aanblik kregen in het midden van de
18de eeuw. Het pittoreske poort
gebouwtje van het hedendaagse
kasteelcomplex is een product van de
historiserende stijlen van het einde
van de vorige eeuw.
Voorbij Itteren ligt de voorburcht
van wat ooit kasteel Haertelstein was,
gelegen aan de monding van de Geul.
Slechts deze 17de-eeuwse voorburcht
met een iets oudere hoektoren resteert
nog van het destijds strategisch
belangrijke kasteel.
Volgt men de loop van de Maas, dan
komt men in Geulle, waar de kerk en
het kasteel aandacht verdienen. Toen
in 1920 in Geulle van nieuwe kerk werd
gebouwd, besloot men deze dwars in
de oude kerk te bouwen, zodanig dat
de oude 14de-eeuwse toren en het
koor uit 1626 voortaan als zijkapellen
zouden kunnen dienen. In het voor
malige koor kan men een schilderij
van een leerling van Rubens bewonde
ren en de imposante grafsteen van
Waltervan Hoensbroek (t 1631). Deze
laatste had niet alleen voor een nieuwe
kerk gezorgd, maar ook enkele jaren
eerder een schitterend kasteel laten
bouwen, dat kon wedijveren met het
kasteel in Hoensbroek zelf. Helaas
werd het hoofdgebouw in 1847 tot
op de laatste steen afgebroken en is
thans nog slechts de voorburcht over.
In de oude kern van Urmond vallen
enkele fraair boerderijen en schippers
huizen uit de 17 de en 18de eeuw op.
Naast de Nieuwe Martinuskerk uit
1955 vindt men er twee oudere
kerkjes: de hervormde kerk uit 1685
en het oude Martinuskerkje, dat in
1791-1793 gebouwd werd op de plek
waar de voorganger ervan in 1773
door brand getroffen was.
Via Berg aan de Maas bereikt men
Obbicht. Ten zuiden van het dorp ligt
kasteel Obbicht. Dit behoorde eens
toe aan Karei van Bronckhorst-
Batenburg, die in 1568 Willem van
Oranje steunde bij diens overtocht
van de Maas. Het huidige kasteeltje
is gebouwd door de bekende Luikse
architect jacques Barthélemy Renoz in
1780. Namen van families als Beelaerts
en Dirckink van Holmfeld zijn aan dit
gebouw verbonden. Het werd bescha
digd in de oorlog en in 1954 door
brand getroffen. Door de zakeman
Szymkowiak is het in de jaren '80 weer
volledig uit de as herrezen en zijn
zowel het interieur als het exterieur
in de oude stijl teruggebracht. In het
dorpje zelf valt een eenzame kerktoren