De Bergpoort van Deventer als school
voor bouw-beeldhouwwerk
GEURT BRINKGREVE
In maart 1994 schreef het hoofd Stafbureau Collectiebeheer van het
Rijksmuseum aan de heer A.H.J. Meijer te Deventer: ../dat er geen sprake
van kan zijn dat de Bergpoort teruggaat naar Deventer. Indien u de gemeente
Deventer weet te bewegen tot het indienen van een verzoek om een replica...
ziet het museum een dergelijk verzoek gaarne tegemoet'. Aldus het artikel
Echt, nam,aak, kitsch of niets' van Anne-Marie ten Cate in Heemschut
december 1995.
door Victor de Stuers, de pionier in
beide sectoren van overheidszorg,
en vormen sinds ruim een eeuw een
nieuw eigensoortig monument van
museale waarde, tevens een gedenkte
ken voor de Stuers.
Daar komt. een technisch argument bij
waaraan in de discussie minder aandacht
is besteed. De poortfagades zijn gehakt
uit Bentheimer of Oberkirchner zand
steen, het materiaal dat in ons land
algemeen werd toegepast, in het
bijzonder voor figuratief en decoratief
bouw-beeldhouwwerk, totdat het
Tekening Everhard Jans uit 1989 van de Bergpoort in de tuin van het Rijksmuseum.
Dit definitieve standpunt van het
Rijksmuseum maakt een eind aan de
vele malen ondernomen pogingen om
de fagades van de Bergpoort uit
Deventer en de Heerepoort uit
Groningen, die samengevoegd deel
uitmaken van de tuininrichting van
het Museum, te demonteren en naar
hun oorspronkelijke plek terug te
brengen.
Vanuit de optiek van monumenten
zorg en museumbeheer is dit stand
punt moeilijk aanvechtbaar. De poort
fagades zijn voor vernietiging behoed
verboden werd wegens het risico voor
de gezondheid van de steenhouwers.
Zandsteen is een redelijk weervaste,
fijnkorrelige natuursteensoort die zich
goed laat bewerken maar het nadeel
heeft van broosheid. Zandsteen is
mooi maar kwetsbaar. Het poortob
ject in de museumtuin heeft een kern
van metselwerk en daarvoor was
honderd jaar geleden het gebruik van
Portlandcement algemeen gangbaar.
Cementmortel is veel harder dan
zandsteen, zodat elke poging om de
zandstenen fragmenten te demonte
ren het gevaar inhoudt dat het beeld
houwwerk breekt en wordt beschadigd.
De wens in Deventer
Het voorgaande neemt niet weg dat
voor de wens om de Buitenbergpoort
terug te brengen in het Deventer
stadsbeeld, ook valide argumenten
bestaan. Het gaat om een belangrijk
werk van niemand minder dan
Hendrick de Keyser uit 1619, vervaar
digd op de Amsterdamse stadssteen-
houwerij in opdracht van het Deventer
stadsbestuur. In de museumtuin
komen er slechts sporadisch bezoekers
naar kijken, vermoedelijk kunsthisto
rici die met Hendrick de Keyser bezig
zijn. In Deventer op of nabij de
oorspronkelijke plaats zal het beeld
houwwerk voor een veel talrijker
publiek beter te bekijken zijn, en
herkrijgt de poort zijn betekenis als
gedenkteken van de eigen stedelijke
historie.
Dichtbij die plaats heeft de N.V.
Bergkwartier in jarenlange inspanning
een schoolvoorbeeld gegeven hoe een
totaal verkrotte wijk kan herleven tot
één van de aantrekkelijkste buurten van
de stad. Het aangrenzende Singelgebied
wacht op een stedebouwkundige reor
ganisatie mede in verband met het
leegkomen van de monumentale
Boreelkazerne.
Herbouw van de poort zou het
middelpunt kunnen zijn van een
stedenbouwkundig plan dat de histo
rie doet herleven in een hedendaagse
context. De in het genoemde
Heemschut-nummer gereprodu
ceerde tekening van de heer Meijer
geeft daarvoor een suggestie.
kopie of replica
Over de begrippen kopie of replica
heersen modieuze op gebrek aan
kennis gebaseerde vooroordelen.
Het kopiëren heeft eeuwenlang een
belangrijk deel uitgemaakt van de
beeldende kunstpraktijk, niet alleen
als studie, ook als opdracht. Van
bekende beelden en schilderijen werd
19