Herbouw of nieuwbouw
ft.
n.
Een kwestie van wederzijds respect
Het December-nummer van Heemschutvoor een flink deel gewijd aan de
discussie herbouw of nieuwbouwkwam gelukkig net voor de feestdagen. Ik
heb dit nummer.als altijd, gespeld en had bovendien tijd er eens grondig over
na te denken en een reactie op papier te zetten. Bij deze.
H.M. MAUSER
Drs J.F.M. Peters, voorzitter van Stadsherstel Amsterdam spreekt zijn gehoor toe bij de uitreiking van de
Heemschut-special over herbouw, (foto J. Kamerling)
Er bestaat, beschermenswaardige,
architectuur in een historische omge
ving. Er bestaat ook moderne archi
tectuur, die van hoge kwaliteit is.
Voor het eerst zetten wij ons in als
Heemschutters. Het tweede wordt
getekend door architecten van deze
tijd. Elke vorm dient zijn eigen plaats
te krijgen, in de ontwikkeling van elke
stad of dorp. Dan kun je, blijvend, de
ontwikkelings-geschiedenis aflezen
van elke plaats.
Ga je oud met nieuw vermegen,
dan kan dat uitsluitend als het nieuwe
qua schaal, maat, materialen-gebruik,
detaillering en kleur past in de histori
sche omgeving. Het nieuwe moet
respect tonen voor het bestaande.
En juist daar schort het al te vaak aan:
respect.
Respect, dat aangeleerd, gedoceerd
moet worden. Jammer genoeg wordt
wellevendheid niet meer als les gegeven
en dat merk je dan ook op allerlei
gebieden. Een slecht teken van onze
tijd.
(Minder) zinnig
De meest zinnige artikelen in het
December-nummer waren i.m. van de
hand van de heer W.M.N. Eggenkantp,
'Herbouw en Reconstrueren, waarom
niet? en de definities en indelingen in
HansJ. Bollebaker's: 'Restauratie en
reconstructie, dogma of een delicaat
proces van afweging?'
Minder zinnig waren enkele opmer
kingen van Piet Reyenga: 'Een architect
hoort in zijn creativiteit niet terug te
grijpen op de grammatica van het
verleden. Dat gebeurt in de beeldende
kunst ook niet. En wij spreken toch
ook geen Middelnederlands meer?
Neen, wij spreken geen
Middelnederlands meer, maar kunnen
het nog wel lezen en daarmee de
mensen van toen beter begrijpen.
We gooien Middelnederlandse
geschriften niet uit bibliotheken en
archieven. En in de beeldende kunsten
wordt, gelukkig, wel degelijk door een
deel van de kunstenaars althans, terug
gegrepen op het verleden. En archi
tecten mogen in hun creativiteit best
teruggrijpen op grammatica en gelou
terde waarden uit het verleden. Daar is
niets mis mee.
Veel eigentijds, zowel in de muziek,
toneel, literatuur, in de beeldende
kunsten als in de architectuur mag
dan wel van dit tijdsgewricht zijn,
maar spreekt me minder aan.
Vaak erger ik me en vraag me af wat
van al het moderne gebeuren eeuwig
heidswaarde in zich draagt. Geef het
moderne een eigen plaats, in de
concertzaal, de schouwburg, de boek
handel, in musea voor moderne kunst,
op nieuwe bouwlocaties. Veel van het
moderne choqueert, bruuskeert,
streelt noch oor, noch oog, noch hart,
noch ziel. Velen rotzooien maar wat
aan, respectloos, zonder kennis van
het verleden, met weinig vakman
schap. Zeer eigentijds dus.
Rembrandt naast Appel?
Geef het moderne een eigen plaats,
dan zien we wel of het lang blijft, of
verdwijnt. Maar meng het niet met
oude waarden. Je hangt toch ook geen
Karei Appel of Nico Molenkamp naast de
Nachtwacht in het Rijsmuseum? Geef
de mens de kans om te kiezen: naar het
Rijksmuseum, of naar het stedelijk,
naar het Concertgebouw, of naar een
houseparty, naar een historisch waar
devol dorp of stadsdeel of naar een
postmoderne, hi-tech kantorenbuurt.
Geef desnoods een bestaand te
reconstrueren of te restaureren oud
gebouw een nieuwe functie, zonder de
waarden van het verleden te bruuske
ren. We moeten als goede rentmees
ters het verleden behouden en door
geven aan de generaties na ons.
Rommel en vervuiling moetje niet
doorgeven.
Op pagina 3 van het december
nummer van Heemschut zien we de
herbouwde panden aan de Amsterdamse
Snoekjesgracht. Het moderne barrel
ernaast is waarschijnlijk van een archi
tect die nog nooit van Vitruvius
hoorde. De verhoudingen, gevel
openingen, balkonnetjes en erkers als
puisten, tonen geen enkele respect
voor de historische omgeving.
Woontorens op het Visserseiland in
Hoorn, ik moet er niet aan denken,
evenmin aan de geplande hoogbouw
op het Enschedé-complex in Haarlem,
of aan het deels vol bouwen van de
Grote Markt in Groningen of de
Noordwand, zoals die nu is.
Respectloosheid ten top. En de poli
tici, de besluitennemers zien het niet.
Verloren
Teveel ging al verloren. Denk aan
afbraak en doorbraken in de jaren '60
en daarna; in Haarlem, Leiden,
Dordrecht, Breda, om maar een paar
plaatsen te noemen. Of aan galerijflats
in het beschermde dorpsgezicht van
Oischot. Aan de vele gedempte grach-