Geen woontorens op Vissereiland bouwen Heemschut slaat alarm op TV-Journaal JAN-DERK GERRITSEN In tegenwoordigheid van vele politici, leden van Provinciale Staten en de Gemeenteraad en actievoerders, waaronder Heemschut en de Vereniging tot Behoud van het IJsselmeer, heeft het Comité Woontorens Neen op 11 november een vaartocht bij Hoorn georganiseerd. Zo kon men een indruk krijgen van de aantasting, van de IJsselmeerkust voor de voormalige VO. C. stad, als de plannen van het gemeentebestuur op het Visserseiland enkele woontorens te bouwen tot een hoogte van 47 meter werkelijkheid worden. Artist impression van de geplande woontorens. Heemschut heeft tegen dat plan, zoals al eerder hier gemeld, ook een bezwaarschrift ingediend. Bij deze bijeenkomst hield de planoloog ir. Marten Bierman de gemeente voor, zoals hij dat ook al met succes gedaan had in Heemstede en Egmond, in plaats van naar ad hoe oplossingen voor bepaalde locaties te zoeken een integraal plan te ontwerpen. Hierbij zou vooral uitgegaan moeten worden van de sterke en kenmerkende kwali teiten van een gemeente. In dit geval zouden de historisch bepaalde klein schaligheid van de stad, de cultuurhis torie, het toerisme en de watersport de pijlers daarvan moeten vormen. De draagkrachtige randstedeling, die het wonen in een hooggelegen appartement met uitzicht op de voormalige Zuiderzee statusverho gend vindt, is, gesteld dat hij i.v.m. de afstand al geïnteresseerd is, margi naal en niet integraal georiënteerd. Biërman hield de aanwezigen het plan Berlage voor, die in Amsterdam-Zuid heeft getoond wat men met integraal bouwen kan bereiken, door rekening te houden met afstandverkleining voor voorzieningen in de buurt, bereik baarheid van vooral openbare trans portmogelijkheden naar voorzienin gen elders, geconcenteerd openbaar groen en de architectuur van de woningbouw zelf, die socialiserend werkt. De lijfspreuk van Bierman hierbij is 'verdichting', niet alles op een 'kluitje' maar wel alles zoveel mogelijk bij elkaar wat bij elkaar hoort, kenmerken, die een buurt de leefbaarheid, de gezellig heid en de herkenbaarheid van de stad, het dorp of de streek geven en die in tact laten. De slotsom van een dergelijke bouwwijze is, dat uiteindelijk binnen zo'n 'leefgemeenschap' nog meer gezinnen, een- of tweepersoonshuis houdens kunnen worden gehuisvest dan in gestapelde bouw of woontorens voor mogelijk werd gehouden. Zo is ook in de binnenstad van een stad als Hoorn veel meer mogelijk aan huisvestingsmogelijkheden dan in feite gebeurt. Verdichting kan ook binnen de huisvesting worden toegepast. Ook de vele eenpersoonshuishoudens zouden veel gelukkiger zijn, als voor hen de mogelijkheid werd geschapen een aangepaste genoegelijke woon ruimte in de binnenstad te betrekken dan, zoals nog veel gebeurt, een voor hen te grote eengezinswoning in een buitenwijk te moeten bewonen. Het zou de gezelligheid van de binnenstad, ook een kenmerk van Oud-Hoorn, kunnen vergroten. Woontorens zouden dus niet alleen verstorend hoeven te werken op het panorama van de stad, ze zouden niet eens noodzakelijk zijn om een bijdrage te leveren aan de huisvestingsproble matiek. Het Visserseiland kan wat Bierman betreft meer betekenen voor de watersport en dus aansluiten op een van de belangrijkste kenmerken sinds jaar en dag van een stad als Hoorn. Heemschut heeft vorige maand op indringende wijze via Het Journaal gewaarschuwd voor de vogelvrije staat van de meeste van de in het kader van het Monumenten Inventarisatie ProjectgeMIPte 170.000jonge monumenten. Een fraai 'geMIPt' Verenigingsgebouw te Franeker, gebouwd door architect N.J. Adema in de stijl van de Jugendstil dreigt te worden bedorven door aantas ting van de meest markante zaal van het gebouw en sloop van de achter- en zijgevel. De eigenaar, een projectont wikkelaar wil het gebouw herbestem- men tot een Grand-café annex winkels. Op Het Journaal van zondag van 26 november drong Heemschut aan op een versnelde selectieprocedure van het MIP, zodat beschermenswaardige gebouwen ook inderdaad beschermd zijn. Heemschut-bestuurslid mr. E. Dienaar voegt hier aan toe, dat gemeenten sloop of aantasting van nog onbe schermde gebouwen kunnen voorko men door deze snel óp de gemeente lijke monumentenlijst te plaatsen. In het geval van Franeker had dat niet zoveel zin meer want de bouwvergun ning was al een tijdje verleend. Er is wel overleg geweest met de Rijksdienst omdat het gebouw in een beschermd stadsgezicht ligt. RDMZ zag weinig problemen. Als de uitbater van het grand-café verstandig is zou hij dejugendstil-ornamentiek zeker moeten handhaven evenals de schilde ringen, die zich achter het plafond bevinden. Niemand kan hem echter meer daartoe dwingen. Een andere mogelijkheid in dit soort gevallen is om een bedreigd MIP- Het Verenigingsgebouw te Franeker. gebouw te laten voordragen voor de Rijksmonumentenlijst. Alleen al de voordracht is voldoende om het object voorlopig een beschermde status te verlenen. Maar lang niet alle MIP- objecten lenen zich voor de status van rijksmonument: slechts tien procent van de gekandideerde 170.000 zullen die status halen. Plaatsing op de gemeentelijke lijst is daarom vaak de beste aanpak. Jaap Kamerling 5

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1995 | | pagina 5