Fascistoïde Heel prematuur BOEKEN Utrecht Van den Broek en Bakema Grote Markt geving die typisch van deze tijd is. Je zou een aantal architecten daarvoor moeten inschakelen die qua creativi teit op een hoog niveau staan en tege lijkertijd bereid zijn om hun plannen ondergeschikt te maken aan de context. Zodat zo'n plan een mense lijke schaal krijgt en binnen het befaamde bestemmingsplan voor de binnenstad wordt gerealiseerd.' Haalt tekeningen te voorschijn, spreidt ze uit op tafel. 'Dat is nu het komische: u bevindt zich in het hol van de leeuw. Dit zijn enkele panden aan de noord wand die ik zelf opgemeten heb. De panden waren gestut, men had kunnen reconstrueren. Maar nu kan dat niet meer: de overige gegevens zijn alle maal weg. Dan vind ik het een kwestie van ethiek dat men niet teruggrijpt naar een vormentaal die men niet meer verstaat en die men niet eens meer kan creëren. Dat is mijn grote bezwaar.' Slagter. 'Misschien lukt het niet om exact te herbouwen. Dan zou je moeten volstaan met een referentie aan die tijd.' Reijenga: 'Mijnheer Slagter, wat was het standpunt van D66 ten aanzien van het volbouwen van het noordwes telijke deel van de Grote Markt?' (Het Waagstraatplan, nieuwbouw in de buurt van het stadhuis - zie het augustusnum mervan Heemschut). Slagter: 'Daar waren we voorstander van.' Reijenga: 'Dus liquidatie van de Grote Markt! En aan de andere kant zegt u: we moeten de noordkant reconstrueren.' Slagter: 'Nog eventjes ter verduidelij king, ik heb mij beperkt tot wat ik het Kwinkenpleinhloknoem. Of het ABN Amro-blok. Als je de hele noordwand wil reconstrueren, worden de proble men gigantisch. Het ABN Amro-blok staat nu voor een deel leeg. Het is voor een deel functieloos en dat vind ik misschien nog wel het ergste.' Reijenga: 'Uit ethisch oogpunt vind ik iedere reconstructie een onzuivere zaak. Een architect moet geacht worden deze taal niet te willen spreken. Er zijn toch ook geen hedendaagse componis ten die componeren a la Buxtehude.' Slagter: 'Dit hoor ik vaak. De architect Gunnar Daan met wie ik voor TV- Noord sprak, noemde mijn ideeën zelfs fascistoïde. Dat ging wel heel erg ver. Het gaat inderdaad om ethische kwesties. Wat dat betreft wijs ik erop dat voor vele panden in binnensteden de herbouwvetplichting geldt, als ze afbranden.' Reijenga: 'Maar deze gevels zijn al vijftig jaar weg.' Hoe zit het met de taal die nog wel bestaande monumenten spreken? Reijenga: Ik heb problemen met de taal in de creatieve sector. Een archi tect hoort in zijn creativiteit niet terug te grijpen op de grammatica van het verleden. Dat gebeurt in de beeldende kunst ook niet. En wij spreken toch ook geen Middelnederlands meer?' De Markiezenhof in Bergen op Zoom en de Olofskapel in Amsterdam hebben torens gekregen die generaties lang weg zijn geweest. Reijenga: T)aar ben ik op tegen. Dat is mijn opvatting. Verder begrijp ik niet dat men aan de ene kant toestaat om de Grote Markt ruimtelijk te vernielen door het noordwestelijk deel vol te bouwen met een Anton Pieckplan, en aan de andere kant een stuk vormgeving uit de zeventiende eeuw te reconstru eren. Dat is toch niet logisch? De histo rie prijkt magnifiek in de Martinitoren en het stadhuis. Maar het Goudkantoor wordt ingepakt door het plan van Natalini, dat kunnen we straks niet eens meer zien. Ja! Er wordt hier wat te grabbel gegooid op het ogenblik! Vergeleken daarbij is de noordwand een peuleschilletje. De Markt gaat naar de bliksem. Het stadhuis is een classicistisch gebouw, dat moet vrij staan. Tegenover deze ramp vind ik het volstrekt ongeloofwaardig om te praten over die oude geveltjes!' Mijnheer Slagter, wat zijn nu de volgende stappen die gezet worden? Slagter: 'Met de eigenaren van de noordwand-panden komen gesprek ken op gang over de vraag wat voor ontwikkelingen er mogelijk zijn. De gemeenteraad heeft toegestemd in een onderzoek rond een plan voor een gigantisch parkeerdek onder de noordwand. Dat lijkt mij een slecht plan, dat strijdig is met ons verkie zingsprogramma. De hele noordwand exclusief mijn Kwinkeplein-blok zou erbij betrokken kunnen worden. Dan praten we over V&D en een hele rits andere zaken, die als het plan door gaat, natuurlijkin de tussentijd op de èen of andere manier moeten door functioneren. Alles bevindt zich in een heel prematuur stadium. Het betekent een ingreep van hier tot Jeruzalem. Ik verwacht dat ergens in de loop van volgend jaar het onderzoek over de haalbaarheid van de parkeervoorzie ning naar buiten komt. Dan moet de politiek beslissen of er überhaupt een parkeervoorziening komt. Ik verwacht wel dat er rond de eeuwwisseling iets gaat gebeuren met de noordwand. Wat, en in welke vorm, is onduidelijk. Naar aanleiding van de opgehaalde handtekeningen hebben de beide betrokken wethouders in ieder geval gezegd dat er qua stijl iets neergezet moet worden waar de bevolking iets mee kan.' Daar is Piet Reijenga het mee eens. Het Nederlands Centrum voor Volkscultuur verzorgde de uitgave 'De eerste Kerken in Utrecht: Sint-Thomas, Sint-Salvator, Sint-Maarten', samen gesteld door C.J. C. Broer en M. W.J. de Bruyn. Dertien eeuwen geleden werd Willibrord door de paus tot aartsbis schop benoemd. Op het Domplein zijn behalve resten van de burcht Traiectum restanten van de kerken bewaard die hij binnen de versterking bouwde. Over de tijd en de volgorde waarin de kerken werden gebouwd, hun ligging ten opzichte van elkaar en de functies die zij hebben gehad, bestaan grote verschil len van inzicht. In dit boekje hebben genoemde schrijvers een poging gedaan de verschillende inzichten te bundelen, de elementen in hun samenhang te belichten en in de context van de poli tieke en kerkelijke ontwikkelingen tijdens de bouwtijd te plaatsen. De resultaten wijken af van het beeld tot nu toe van andere onderzoekers over de eerste Utrechtse kerken. In ieder geval komen schrijvers tot de conclu sie dat er rond 750 in Utrecht al drie kerken stonden. Zij willen met het boekje een zinvolle bijdrage leveren aan de discussie over de eerste kerken. Utrecht, 1996. 76p. ISBN90.11840.21.2. Het boek is te bestellen door overmaking van f 19,50 op postgiro 810806 van het Ned. Centrum voor Volkscultuur te Utrechto.v.v. 'kerken'. Het NAi kreeg dit jaar het archief van het architectenbureau Van den Broek en Bakema (1910-1985) in bruikleen. Ter gelegenheid hiervan was er in het Architectuurinstituut een tentoonstel ling ingericht. Jean-Paul Baeten schreef ter gelegenheid van de overdracht het boekje 'Een telefooncel op de Lijnbaan; de traditie van een architectenbureau; M. Brinkman, Brinkman en Van der Vlugt; Van den Broek en Bakema. De telefoon cel is een ontwerp (1931) van Van der Vlugt voor de PTT en de Lijnbaan is van Van den Broek en Bakema uit de beginjaren vijftig. In de publikatie werd vanuit het ongewone perspectief van het bureauarchief de continue traditie van het Architectenbureau gevolgd van 1910 tot nu. Het archief wordt nu verder geordend en toegankelijk gemaakt. Het is de bedoeling dat er over twee jaar een grote overzichtsten toonstelling komt van 75 jaar architec tenbureau. Het boekje bevat bureau foto's, tekeningen en ontwerpen. Rotterdam, NAi uitgevers, 1995. 64p. ISBN90.72469.99.2. Prijs f 19,50. Het Vriendenbulletin van 'Vrienden van de Stad Groningen' van september/oktober is gewijd aan de Grote Markt van Groningen.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1995 | | pagina 20