Gat Oudekerkspleinherbouw of nieuwbouw LEO VAN DERMEULE Voorgeschiedenis Herbouw kan betrouwbaar Soetersherbouw niet authentiek In de noordoostelijke wand van het Oudekerksplein in Amsterdam, bevindt zich al weerzonjaar of tien een gat van enkele tientallen meters breed. Op dit ogenblik zijn voor de locatie twee plannen ingediend. Het eerste plan gaat uit van de herbouw van de drie afgebrande rijksmonumenten die hier tot in de jaren tachtig stonden. Het tweede plan is onmiskenbaar eigentijds maar is toch gebaseerd op de wil te harmoniëren met de oude stad en het stedelijk weefsel ter plekke. Er zijn ongetwijfeld lezers die het mooie boek van Jacob Olie met zijn foto's van het Amsterdam uit de tweede helft van de vorige eeuw bezit ten. Op foto no. 52 zien ze de plek, en de panden, waar het om gaat. Uit het duister van het smalle straatje komen drie gevels in het licht. Hoge, smalle huizen, echte Amsterdamse gevels: twee samengesmolten klokgevels en een lijstgevel. Achter laatstgenoemde doet zich, door de hoogte van het voorhuis op de begane grond, een ouder huis nog met insteek vermoe den. Deze drie panden waren in het begin van de jaren tachtig in handen van een roemruchte exploitant van bordelen e.d. Monumenten lenen zich door hun vele kleine vertrekken vrij goed voor de uitoefening van het oudste beroep van de wereld. Er werd dan ook een restauratieplan opgesteld en de panden werden secuur opgeme ten. Met het plan was uit oogpunt van monumentenzorg niets mis, goedkeu ring en subsidietoezegging werden van de verschillende instanties verkre gen. Alleen koesterde de gemeente doorslaggevende bezwaren tegen de bestemming en weigerde op grond daarvan toestemming voor de restau ratie. Dat was een bittere pil voor de mokumse mega-pooier. De man moet nog 'verdrietiger' geweest zijn toen niet lang daarna zijn huizen door nimmer opgehelderde oorzaak in brand vlogen. De Amsterdamse brandweer was echter snel ter plekke en slechts de dakconstructie liep noemenswaardige schade op. Ongetwijfeld met de beste bedoelingen en uit voorzorg liet de eigenaar de huizen toch maar slopen en....laat nu al het sloopmateriaal zoek raken! Niets resteerde meer behalve de fundering, wat grondsporen en de inschrijving in het monumentenregis- ter in Zeist. Zaken waar verder niemand meer acht op sloeg. Het wordt dan geruime tijd stil totdat de gemeente Amsterdam besluit op de open plek een kinderdagverblijf te bouwen voor de peuters en kleuters uit de binnenstad. Nadat de eigenaar de grond had verkocht aan de Maatschappij Stadsherstel Zeedijk e.o., waarin de gemeente een meerderheidsbelang Reeft, besloot die, met meerderheid van stemmen, de grond te verkopen aan de gemeente. Eerst werden verschillende ontwerpen voor het kinderdagverblijf door de eigen gemeentelijke dienst getekend. Die werden door het Welstandstoezicht afgekeurd en hadden bovendien tot gevolg dat de Amsterdamse Maatschappij tot Stadsherstel een herbouwplan indiende van de drie panden. Alles beter dan dit moet men bij Stadsherstel gedacht hebben. De herbouw kan door de vele gege vens over de huizen o.a. uit de opme ting zeer betrouwbaar plaatsvinden. Herbouw is zeker geen kernactiviteit van Stadsherstel maar op deze plek staat men toch niet alleen in zijn streven het stadsbeeld in zijn oorspronkelijke vorm terug te brengen. Verschillende historische verenigingen en bijvoor beeld, op persoonlijke titel, ook iemand als W. F. Denslagen hebben zich voor de herbouw uitgesproken. Stadsherstel deed bovendien de concessie aan de gemeente dat te praten valt over gedeeltelijke bestem ming van de te herbouwen panden tot kinderdagverblijf. De gemeente vindt het herbouwproject daarvoor echter ten enenmale ongeschikt. Te weinig licht in het interieur en een te kleine (speel)binnenplaats achter, zo vindt men ten stadhuize. Deze afwijzing roept overigens bij voorstanders van de herbouw de reactie op dat de hele buurt ongeschikt is voor een kinder dagverblijf. Om verdere zeperds van de zijde van het Welstand te voorko men, zocht men een goede architect aan om de nieuwbouw voor het kinderdagverblijf te ontwerpen. Niemand minder dan Sjoerd Soeters ging aan het tekenen voor de binnen stedelijke bleekneusjes. In een gesprek met ons ging de heer Soeters dieper in op het hoe en waarom van het door hem gepresenteerde ontwerp. Soeters heeft, en dat is zijn goed recht, allereerst bezwaren tegen herbouw omdat dit naar zijn mening de authen ticiteit en historische betrouwbaarheid van de stad onder druk zet. Voorts trekt hem natuurlijk de uitdaging om in eigentijdse vormentaal iets te ontwerpen dat een zuivere uitdruk king geeft aan zijn functie, aantrekke lijk is om te zien en niet 'vloekt' met zijn omgeving. Wie het door hem gepresenteerde ontwerp slechts in zwart-wit ziet zal denken: te laag en te breed. Tot zijn verbazing zal hij Sjoerd Soeters aan zijn zijde vinden. De architect is zich heel goed bewust van hèt kenmerk van het Amsterdamse stadsbeeld, hoge, smalle huizen met een sterk verticale gevelindeling en afwisselende gevelbeëindiging. Hij kwam dan ook tot de conclusie dat de breedtewerking van het ontwerp afge zwakt moest worden door de gevel op te delen in vijf smalle verticale kleur- stroken. Ieder vlak in een andere tint en qua maat gelijk aan de smalle gevels in de oude stad. Tel daarbij op dat de historische rooilijn door Soeters heilig 15

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1995 | | pagina 15