Herbouw en reconstrueren waarom niet? W.M.N. EGGENKAMP Reconstructies worden op het ogenblik met argwaan bekeken. Ten onrechte. Voor het karakter en de sfeer van het stadsbeeld is niet alleen nieuwbouw met eigentijdse architectuur zaligmakend. Vaak is het stadsbeeld m.eer met een reconstructie gediend, zolang dat maar op een verantwoorde wijze gebeurt. Fantaseren mag niet. En conserveren gaat natuurlijk altijd boven reconstrueren. Dat vindt W.M.N. Eggenkamp, directeur van Stadsherstel Amsterdam. Hieronder licht hij zijn m.ening toe. De 'Waterleidingpanden' aan de Amsterdamse Nieuwe Herengracht (de zeven panden tot aan de hoek) die moesten wijken voor de bouw van de metro.(foto Gemeente Amsterdam). Reconstrueren mag! Onlangs werden de herbouwde panden Sint Annenstraat 10 t/m 16 te Amsterdam feestelijk geopend. Daarmee zijn vier historische panden voor het nageslacht bewaard en is het stadsbeeld in deze sterk verpauperde straat richting de Warmoesstraat, in alle opzichten aanmerkelijkverbeterd. De panden waren bouwkundig zo slecht, dat zij moesten worden gesloopt. Voorzover de afkomende materialen nog bruikbaar waren, zijn zij weer gebruikt. Bij de herbouw zijn met name bij de panden nrs. 10, 14 en 16 nogal wat concessies in de verschij ningsvorm gedaan ten opzichte van datgene, wat er stond, voornamelijk vanwege het feit, dat maar in beperkte mate subsidie werd gegeven. Hetgeen niet wegneemt dat op zich een presta tie van formaat is geleverd. Eindelijk na honderd jaar plannen maken is er nu een plan daadwerkelijk tot uitvoe ring gekomen. Tot nu toe heeft ieder een zich lovend over dit alles uitgela ten, maar desalniettemin heerst binnen deze stad de mening, dat in situaties als deze eigentijdse invullin gen meer op hun plaats zouden zijn. Hoogstens zou daarbij voor nr 12 een uitzondering kunnen worden gemaakt, omdat het architectonisch zo'n bijzonder pand is. Maar ook bij dat pand is er volop aanleiding tot discussie. De top werd immers gere construeerd. Het begin 19de eeuwse topje, dat ooit op deze Vredeman de Vries-gevel werd gezet, kwam niet meer terug, terwijl niet bekend is, hoe de gevel vóór die tijd eruit heeft gezien. Men leze daarover het hierna volgende artikel. In zijn bijna veertig jarig bestaan heeft Stadsherstel meermalen panden herbouwd dan wel gereconstrueerd. Het meest saillante voorbeeld zijn de zogenaamde Waterleidingpanden. Deze panden aan de Nieuwe Herengracht moesten verdwijnen ten behoeve van de metro-aanleg, maar de toenmalige minister van monumen tenzorg stelde als voorwaarde in de sloopvergunning, dat zij moesten worden herbouwd. Toen de herbouw na 15 jaar plaatsvond, bleek er van de oorspronkelijke materialen maar bitter weinig over te zijn. Andere sprekende voorbeelden van reconstructies zijn de hoekpanden Vijzelgracht/Prinsengracht en Keizersgracht/Nieuwe Spiegelstraat. Van die panden resteerde weinig. Zij zijn herbouwd aan de hand van bouw tekeningen, foto's en archiefonderzoek. Herbouw zeer verklaarbaar Dat Stadsherstel op gevoelige plekken vaak heeft herbouwd laat zich vanuit de geschiedenis makkelijk verklaren. De maatschappij werd opgericht als een reactie op de stedebouwkundige opvattingen van de jaren vijftig volgens welke de oude stadscentra primair geschikt gemaakt moesten worden voor zakelijke bestemmingen (met name winkels en kantoren). Het wonen zou vooral buiten het centrum moeten plaatsvinden. De stad moest verder bereikbaar gemaakt worden voor het autoverkeer en in de stad zouden voldoende parkeerplaatsen geschapen moeten worden. Veel van de toen verpauperde bebouwing zou daarvan moeten verdwijnen en zo nodig moesten grachten daarvoor worden gedempt (het zg. plan Kaasjager: demping Gelderse Kade, Kloveniersburgwal en Singel ten behoeve van een betere verkeerscircu- latie). Stadsherstel moest naar het oordeel van haar oprichters dan ook vooral daar gaan optreden, 'waar door stedelijke ontwikkeling woonruimte verloren dreigt te gaan, welke voor het stadsbeeld karakteristiek is en bij verbetering naar de eisen des tijds behouden kan blijven'. Architectonische en stedebouwkundige kwaliteit De vraag is wat tegen herbouw pleit, zeker wanneer het gekwalificeerde bebouwing betreft (monumenten of voor het stadsgezicht beeldbepalende panden). Dat zijn immers panden met architectuur van relatief hoge archi tectonische of stedebouwkundige kwaliteit, daarom werden zij immers gekwalificeerd. Men kan er in die gevallen dus vanuit gaan, dat men met kwaliteit te maken heeft. Die kwaliteit zit maar in zeer beperkte mate in de, tijdens de bouw gebruikte, oude mate rialen. Hoeveelheden oude stenen of fraaie kozijnen zijn op zich geen reden 11

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1995 | | pagina 11