Anne-Marie ten Cate BOEKEN Rijksbouwmeesters Cuypers als restauratiearchitect Architectura Natura Arcen Om mee te kunnen praten Het Hoogeland te Utrecht Bij uitgeverij 010 verscheen het lijvige boekwerk 'De rijksbouwmeesters; twee eeuwen architectuur van de Rijksgebouwendienst en zijn voorlo pers' onder redactie van Corjan van der Peet en Guido Steenmeijer, met mede werking van A. Eden, M.C. van Hövell tot Westerflier-Speyart van Woerden, P. van derjagt e.a. Het boek werd geschreven in opdracht van de rijks- bouwmeester(ministerie van VROM) en met medewerking van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg. De geschiedenis van de rijksgebouwendienst staat centraal en van de verschillende rijks bouwmeesters werden uitgebreide biografieën alsmede overzichten van werk en loopbaan opgenomen. De vele justitiegebouwen, gevangenissen, scholen postkantoren en niet te verge ten het werk voor het vorstenhuis, passeren de revue, aangevuld met vele tekeningen en foto's (soms wat aan de kleine kant). Men noeme Ziesenis, Rose, Wamsinck, Cuypers, Peters, Knuttel, Bremer, Friedhoff en Rijnboutt. Vele jaren van onderzoek liggen aan dit naslagwerk ten grondslag, hetgeen een absoluut monnikenwerk moet zijn geweest. De taak van de rijks bouwmeester verandert in deze eeuw geleidelijk van bouwmeester tot meer toeziend meester, degene die de archi tectenkeuze maakt, de kwaliteit bewaakt en de werken begeleidt. Met dit boekwerk is weer een belangrijk stuk van de Nederlandse architectuur geschiedenis geordend en gebundeld. Knap geschreven zijn de korte intro's waarin met weinig woorden de inte resse voor de navolgende tekst gewekt wordt. De uitgebreide registers en het over zicht van het werk van de rijksarchi tecten maken het boek goed toeganke lijk. En bovenal is het een zeer leesbaar en vlot geschreven boek. Rotterdam. 1995. 161p. ISBN 90.6450.236.6 Prijs f69,50 Uitgeverij Waanders is in samenwer king met de Rijksdienst een nieuwe reeks gestart onder de verzameltitel: 'Cultuurhistorische studies'. Met deze reeks beoogt de Rijksdienst een kader te bieden voor belangwekkende studies op het brede terrein van de monumentenzorg die een meer thematische invalshoek hebben. Daarbij kunnen uiteenlopende disciplines aan de orde komen, in tegenstelling tot de Geïllustreerde Beschrijvingen, die volgens vaste richtlijnen gemaakt worden. Het eerste deel is het proefschrift van dr. A.J. C. (Wies) van Leeuwen met als titel 'De maakbaarheid van het verleden; P.J.H. Cuypers als restauratie architect Cuypers heeft in de periode 1850- 1918 grote invloed gehad op het denken en de uitvoering van restaura ties. Hij adviseerde vele collega-archi tecten en heeft een groot aantal grote restauraties op zijn naam staan zoals de grote Munsterkerk van Roermond en het kasteel De Haar. Aan de hand van menig restauratie schetst Van Leeuwen de ontwikkeling van de restauratieopvattingen van Cuypers, die zoals bekend nogal eigengereid en fantasievol konden uitvallen zoals bijvoorbeeld in het geval van de St.Servaes in Maastricht. Het groten deels ongedaan maken van Cuypers' restauratie aan de St. Servaes vormde eigenlijk de aanleiding van deze studie. Kasteel de Haar is in feite een 19de eeuwse nieuwbouw geweest. Ook wordt de invloed van Cuypers' restauratiepraktijken op diens nieuw bouw aangetoond. Zo kan men in het Rijksmuseum te Amsterdam duidelijke elementen van het Huis van Maarten van Rossem in Zaltbommel aantreffen. In het proefschrift wordt een aantal grote restauraties geanalyseerd. Van Leeuwen, medeoprichter en voorzit ter van het Cuypersgenootschap, raadpleegde in de loop van zijn onder zoek vele omvangrijke archieven. Cuypers zelf, hij was naast architect onbezoldigd rijksadviseur, beweerde dat hij in 40 jaar 723 adviezen had gegeven. Monumenten waren voor Cuypers geen relicten uit een verloren verleden, maar levend erfgoed dat aangepast kon worden naar nieuwe inzichten en wensen. Dit mondde nogal eens uit in een geïdealiseerd beeld van het verleden. Een gedegen studie, niet alleen goed leesbaar omdat het een uiterst interes sant onderwerp betreft, maar vooral omdat Van Leeuwen een zeer begena digd verteller en schrijver is. Zwolle, 1995. 261p. ISBN90.400.9696.1 Prijs f65,- Bij Architectura Natura Press verscheen dit jaar een aantal titels. 'Functionalism in the Netherlandsmet foto's van Jan Derwig, tekst van Erik Mattie en tweetalig, verscheen ter ere van het 5 5 jarig bestaan van Architectura Natura, waarin het nieuwe bouwen van voor de oorlog wordt belicht. Bekende architecten als Dudok, Oud en Rietveld passeren de revue, maar ook minder bekende als Wiebenga en Groenewegen. Het boek bevat tevens een 'Beknopte biogra fieën galerij der groten'. Met mooie, recente kleurenfoto's Amsterdam, 1995. 94p. ISBN90.11510.36.3Prijsf39,50. In april verscheen 'Arcen: de Heerlijkheid, de Heren en Huizen samengesteld door J.G.M. Stoel, in opdracht van de Reiner van Gelre Stichting. Een overzicht van de geschiedenis van dit stuk grensgebied en resultaat van 28 jaar archiefstudie en archeologisch onderzoek, verricht door of onder leiding van mevrouw Stoel. Kasteel en tuin zijn sedert 1976 eigendom van het Limburgs Landschap. Een grote restauratie begon in 1983, zowel van het gebouw als de tuinen. Nu is het zetel van o.a. het Limburgs Landschap en de Limburgse Kastelenstichting. De tuinen zijn open gesteld. Met vele afbeeldingen. Het boekje is te bestellen door overmaking vanf 11,80 (inclporto) op rekening nr 15.35.96.368 t.n.v Reiner van Gelre stichting Uitgeverij Kwadraat geeft een nieuwe reeks uit met het doel een onderwerp uitvoerig te behandelen, zodat de lezer, na lezing, als een 'expert' kan meepra ten over het betreffende onderwerp. Elisabeth Visser schreef 'Architectuur; over spanningsvelden en stijgend vertica- lisme', waarin de geschiedenis van de westerse architectuur verteld wordt. In ijltempo racen we door de gebouwde beschaving. Het laatste hoofdstuk heeft als titel 'Zelf aan de slag' met drie bladzijden nuttige wenken. Visser stelt dat 'het grote nadeel van het ontwerpen van uw eigen huis de confrontatie is met ergerlijke onvolmaaktheden, die u opmerkt als u de woning eenmaal heeft betrokken. U kunt niet de archi tect de schuld geven, wantBij het lezen van het boekje werd ik menig keer herinnerd aan Leonard Huizinga 's 'Zo schreed de beschaving voort; de wereldgeschiedenis met een lodder oog bekeken' uit 1973. Het boekje werd geschreven met een gezonde dosis spot. De serie heet niet voor niets 'PochPockets'. Utrecht, 1995.128p. ISBN90.6481.221.6. Prijsf 16,90 Aardig is het boekje dat door Karen Veenland-Heineman werd samenge steld met als titel: 'Het Hoogeland in Utrecht'Het werd geschreven in opdracht van de Utrechtse onderne mer en eigenaar Jan van Overhagen. De voormalige buitenplaats dateert uit het begin van de 19de eeuw en werd gebouwd naar een ontwerp van de architect Tilleman F. Suys Vervolgens is zij menigmaal uitge breid en verbouwd, o.a. door J.D. Zocher. Na particuliere bewoning kwam het eind vorige eeuw in handen

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1995 | | pagina 36