Nationale Monumenten beurs brengt
vraag en aanbod bij elkaar
Vele monumentale panden komen vroeg of laat op de markt. Wie heeft er
zin in? Waar zitten potentiële her gebruikers? Om aanbieders en zoekers bij
elkaar te brengen heeft Harro Frieling nu een Monumentenbeurs opgericht.
Deze voorkomt volgens hem allerlei problemen rond restauraties en hergebruik.
'Er is een belangrijke latente vraag naar monumentale panden.
BERT FRANSSEN
Het oude postkantoor en voormalig notarishuis te Epe vóór de restauratie.
worden ontwikkeld. Dan voorkom
je onder meer dat er jarenlang niets
gebeurt.
Behoefte aan representativiteit
Dat was de aanbodzijde van monumen
tale panden. Natuurlijk moet de beurs
ook de vraagzijde registreren. Harro
Frieling stelt zich voor dat de
Monumentenbeurs de vraag naar
monumenten ook kan activeren. 'Ik
ben in de loop der jaren regelmatig
benaderd met de vraag: weet u een
monumentaal pand voor ons? Men
zocht dat als atelier, om er te wonen,
voor congressen, als representatieve
bedrijfsruimte, enzovoort. Ik moest
het antwoord in de regel schuldig
blijven. Kijk, er is een categorie
mensen, instellingen of bedrijven die
andere prioriteiten stellen dan in het
algemeen gebeurt. Die hechten grote
waarde aan de uitstraling van een
pand, de representativiteit ervan.
Waarbij het heel opvallend is dat
de ligging er minder toe doet.'
'Het komt ook voor dat men zegt: we
hoeven niet per se, maar zouden best in
een monument willen gaan zitten, als
je diep in ons hart kijkt. Er zijn groei
ende bedrijven, die over drie of vier jaar
naar een groter pand willen verhuizen.
Naar een modern gebouw, dat mag,
Het gebeurt nogal eens, zegt Harro
Frieling - hij was onder meer hoofd
marketing en voorlichting van het
Nationaal Restauratiefonds - dat een
monument de eigenaar niet voldoende
rendement oplevert om een restaura
tie uit te kunnen voeren. Als het pand
de eigenaar/gebruiker niet motiveert
om een restauratie van een paar ton uit
te voeren, ja, dan leidt het een margi
naal bestaan. Zo'n pand komt uitein
delijk op de markt, vaak in een laat
stadium. Dan moet ermee geleurd
worden. Maar het is niet zo makkelijk
om een nieuwe eigenaar te vinden, het
wordt zorgelijk, ook voor Heemschut.
Als er zich dan eindelijk een gebruiker
aandient, moeten er allerlei concessies
gedaan worden.
Concessies worden gedaan, omdat
overheden en monumentenbescher
mers al blij zijn dat er een gegadigde is.
Frieling wil dat aanbieders en zoekers
van monumentale panden via zijn
Monumentenbeurs met elkaar gecon
fronteerd kunnen worden. In een
vroegtijdig stadium. Een pand moet
opgenomen worden in het bestand van
de Monumentenbeurs zodra er signa
len zijn van leegstand - leegstand, die
misschien pas na jaren werkelijkheid
wordt - en nog vóór er plannen voor
restauratie en hergebruik kunnen
Harro Frieling.
maar het zou eventueel ook een
monument kunnen zijn. Zoekenden
kunnen ook gebundeld worden: soms
wil men best met andere bedrijven,
verenigingen, gezinnen in één pand
zitten.'
'Met andere woorden: er is een
belangrijke latente vraag naar monu
mentale panden. Die kunnen we in
een vroeg stadium activeren. En ook
analyseren: wat vindt men nu echt
essentieel, en welke verlangens zijn
meer optioneel - een paar logeerka
mers met douche bijvoorbeeld?'
Incourant
'Op dit moment worden vraag en
aanbod niet echt met elkaar gecon
fronteerd,' zegt Frieling. 'De makel
aardij is er niet goed op ingesteld, wat
best begrijpelijk is. De makelaar stelt
zich passief op, gaat pas zoeken als er
een vraag komt. In de ogen van een
makelaar zijn vele monumenten incou
rante artikelen. Hij heeft alleen zicht
op de gangbare, lokale markt en wordt
zelden met dit soort objecten gecon
fronteerd. Komt er tóch een vraag
naar een monument, dan kost het hem
veel inspanning en tijd, en dat is niet
zo profijtelijk.'
Is zijn Monumentenbeurs er vooral
voor de kneusjes, de moeilijkere objec
ten, de sterk verwaarloosde, wegkwij
nende panden van soms discutabele
monumentaliteit?
'We willen niet alleen de rotte kiezen,
ook de krenten in de pap. We beper
ken ons niet op voorhand, en kiezen
voor een zo breed mogelijke aanpak.
Pas dan bereik je iets. Pas dan bereik je
ook iets voor de moeilijkere objecten.'
De officiële instanties hebben volgens
Frieling grote belangstelling voor zijn
initiatief. Hij noemt de Rijksdienst
voor de Monumentenzorg, het minis
terie van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschappen. Ook Heemschut
ondersteunt het initiatief en stelt zijn
PR-medewerkers en technische advi-
34