Burgerweeshuis gerestaureerd Hendrick de Keyser nu ook in Arnhem ALIEN ZWART Gele balken in de gang, kamers met groene en blauwe plafonds, een geschilderd schouwstuk in een met goud bewerkte lijst, weelderige wandbeschilderingen, gestucte plafonds. De restauratie van het voormalige Burgerweeshuis aan de Bovenbeekstraat in Arnhem heeft een bijzonder kleurrijk interieur opgeleverd. Bijna teveel van het goede, zou je zeggen. Dat is het echter niet wanneer bedacht wordt dat het huis bijna geheel is teruggebracht in de staat waarin het eind 18de eeuw verkeerde: rijk gedecoreerd en kleurig. De Vereniging Hendrick de Keyser nam het monumentale pand in 1991 over van de gemeente voor het symbolische bedrag van één gulden, met de verplichting tot restauratie. De vereniging verwierf daarmee haar eerste pand in Arnhem en zorgde ervoor dat een zeldzaam 18de eeuws interieur zijn oorspronkelijk aanblik terugkreeg. Burgerweeshuis Voorgevel middentravee. Alexanderde Grote Op 1 april 1995 stond het huis open voor leden van Hendrick de Keyser. Diezelfde dag werd het originele voordeursslot geschonken aan burge meester Scholten van Arnhem. Met deze symbolische overdracht kreeg de gemeente het pand officieel in huur. Het Gemeentemuseum Arnhem zal het vervolgens inrichten als museum voor historisch-archeologische collec ties. Verwacht wordt dat het 'Historisch Museum het Burgerweeshuis', zoals het gaat heten, eind 1995 opengesteld wordt voor het publiek. Het huidige pand Bovenbeekstraat 21 werd omstreeks 1755 gebouwd als woonhuis voor de rijke zeepzieder Comelis van der Hart. Naderhand kwam het huis in bezit van het geslacht Cremer en van 1843 tot 192 0 werd er een Burgerweeshuis in gevestigd. In 1985 kocht de gemeente Arnhem het uit handen van een beleggingsgroep. Jarenlange verwaarlozing en leegstand maakten een grondige restauratie noodzakelijk. Het exterieur heeft de minst in het oog lopende wijzigingen ondergaan. Toch was er een groot herstel nodig; de kap is geheel vervan gen en ook de gootlijsten moesten grotendeels worden vernieuwd. De rijk bewerkte natuurstenen omlijsting van de middenpartij was in goede staat. Alleen de kleur is veranderd. De restauratie van het interieur heeft ingrijpende gevolgen gehad. Gepoogd is zoveel mogelijk recht te doen aan het 18de-eeuwse monumentale karak ter van het huis. Uitgebreide bestude ring en documentatie van de kleuren en grondig kunst- en architectuurhis torische onderzoek hebben in het huis tot een aantal kenmerkende verande ringen geleid. De meest opvallende kamer is de pronkkamer van Van de Hart, rechts voor in het huis. In de tijd van het Burgerweeshuis werd deze door de regenten als vergaderkamer gebruikt. Op alle wanden bevinden zich tussen lambrizering en plafond bijzondere behangselschilderingen die taferelen weergeven uit het leven van Alexander de Grote. Uitgebeeld zijn: Porus gekwetst voor Alexander gebracht (gang zijde), De familie van Darius als smeke lingen voor Alexander (binnenmuur) en een fragment van de Intocht in Babylonië{schouwzijde). Twee van deze scènes benadrukken de barmhar tigheid van Alexander, een eigenschap waarmee de eigenaar zich waarschijn lijk wenste te identificeren. De voor stellingen zijn gekopieerd naar tapijt- ontwerpen van Charles le Burn (1619-1690), die hofdecorateur was van Bodewijk XIV. Het was een typisch 18de eeuws modeverschijnsel om op doek kopieën van bekende wandtapij- ten.weer te geven. Dergelijke behang sels werden in speciale ateliers gemaakt. De schilderingen bleken bij onderzoek zwaar aangetast; de verf brokkelde op verschillende plaatsen af, gaten en scheuren waren zichtbaar en de vernislagen waren sterk vergeeld waardoor de uitbeelding een donkere, bruinige indruk maakte. Bovendien was als gevolg van decennia lange

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1995 | | pagina 25