Varende monumenten Al enkele jaren is de Bond Heemschut ook alert als het om het behoud van historische schepen gaat. Op 22 juni werd in Gouda het eerste traditionele zeilschip in het Register Varende Monumenten ingeschreven. LEO VAN DERMEULE Sail '95 in Amsterdam. Links het VOC-schip de Batavia, (foto Jaap Kamerling). AJ eerder schreven we in Heemschut over oude schepen en havenbuurten langs de kaden waarvan deze varende overblijfselen uit een nog tamelijk nabij verleden bij uitstek thuishoren. Vaak worden ze ingericht als tweede woning, pleziervaartuig of als charter schip, te huur voor groepen. Dat laatste is een hele bedrijfstak aan het worden, er zeilen op dit ogenblik ruim 400 schepen in ons land rond die te huur zijn. Het begon allemaal in de late jaren '60 en '70. Een hang naar vrijheid, onafhankelijkheid, het letter lijk willen loskomen van het gespan nen gedoe op de wal deed nogal wat, veelal jonge lieden kiezen voor een bestaan op een schip. De laatste echte zeilende vracht- en vissersschepen waren toen al weer enkele decennia van het water verdwenen. Maar overal in het land lagen ze nog, met of zonder masten en zwaarden. Soms wanstaltig opgebouwd als woonschip, in gebruik als opslagplaats of langzaam wegte rend en uiteindelijk half gezonken als roestbak op een vergeten plek. Maar ze werden opgespoord en met inzet van veel vrije tijd, geld en moeite weer opgeknapt. Nu kun je een Staverse jol of een tjotter nog wel puur als hobby houden maar met een klipperaak of oostzeetjalkvan rond de 25 meter lengte wordt dat toch een ander verhaal. Uit de nood werd de deugd geboren, een ieder die de ervaring van het leven op zo'n romantisch oud zeil schip wilde ondergaan kon aanmon steren, werd geacht aan te pakken en moest daarvoor nog betalen ook! De opzet lukte en daarmee was de nog immer groeiende vloot van traditio nele schepen van een economische basis voorzien. Begon het allemaal met zeilschepen alras meldden zich Statenjacht Friso, een houten boeier (foto L. v.d. Meule) ook bevlogen eigenaars van stoom schepen, scherpe zeiljachten (jachten met gepiekte romp en kiel of midzwaard) en zelfs (diesel)motor- schepen. Ook sloepen onder zeil, kotters en zelfs buitenlandse schepen konden worden opgeknapt. FONV Er zijn op dit ogenblik diverse vereni gingen van eigenaars van monumen tale boten die zijn gebundeld in de Federatie Oude Nederlandse Vaartuigen (FONV). Wilde zo'n jaar of vijf een aanzienlijk deel van het roerige schipperswereldje nog weinig of niets weten van officiële bescher ming voor hun troetelkinderen, waar voor registratie de eerste aanzet zou kunnen worden - men vreesde gezeur, regeltjes - ambtelijke soeza en wat al niet meer, het lijkt erop dat men over stag is. Als je nu toch van plan bent om jezelf allerlei moeite te getroosten om je schip zo authentiek mogelijk in de vaart te houden dan kan wat medewer king daarbij van de overheid, in welke vorm dan ook, eigenlijk toch weinig kwaad. Het gaat om zaken als voldoende ligplaatsen, liefst met sani taire voorzieningen, werfjes waar gehellingd en opgeknapt kan worden, niet al te dure brandstof en misschien in de toekomst zelfs subsidie op restauratie en onderhoud. Die subsi die levert een hele rij problemen op. Wat is een varend monument? Welke maatstaven leggen we aan voor erken ning als zodanig? Moet zo'n schip per se in Nederland gebouwd zijn of is het voldoende dat het meestentijds in Nederland heeft rondgevaren? Welke leeftijd moet zo'n schuit hebben, nemen we dieselmotorschepen wèl en benzinemotorschepen niet op? Het heeft de FONV in samenwerking met het Projectbureau Industrieel Erfgoed (PIE) van het ministerie van OCW heel wat hoofdbrekens gekost, maar het register met criteria en al is er. Museumhaven Gouda De gemeente Gouda zet met zijn museumhaven en het streven om de aloude vaarverbinding tussen IJssel en Gouwe door de binnenstad heen in ere te herstellen zijn beste beentje voor waar het gaat om voorwaarden scheppend beleid. Het was dan ook deze gemeente die de eer ten deel viel een aantal oude schepen te verwelko- 21

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1995 | | pagina 21