Literatuur Taj Mahal. (dia van F.v.d.Poll). heeft een vierhoekige slanke toren eindigend in een lantaarn met kleine koepel waarop een latijns kruis (van de vier kruisen resteert thans nog een enkel kruis). Een smalle wentel- of slingertrap in een van deze torens geeft toegang tot de omloop van de grote koepel bovenop de eerste verdieping. Bij de Taj Mahal staan deze torens overigens los van het hoofdgebouw. Schijngraf Net zoals het praalgraf van Mumtaz-i- Mahal bevat Hessing's mausoleum twee graven: een cenotaaf of schijngraf met een ceremoniële functie en een écht graf. De ruimte van het schijngraf is in de architectuur het meest bena drukt. Dit komt tot uitdrukking in de wijze waarop de gevel is opgebouwd. Op de begane grond heeft deze een gesloten karakter, op de eerste verdie ping is deze open: in de middenrisaliet bevindt zich een loggia en ter weers zijden daarvan zijn nissen. Ze werpen donkere schaduwen en vormen een sterk contrast met de vlakke gevel- wand. Er zijn vier loggia's, aan elke zijde van het gebouw één. Op het kruispunt van de assen bevindt zich het inwendige schijngraf. Twee trappen aan de voorzijde van het mausoleum geven toegang tot deze ruimte. Echte graf Het échte graf van Jan Hessing ligt verscholen. Dat bevindt zich in een cripte loodrecht onder het schijngraf. De toegang tot de ten dele onde raardse trap naar dit feitelijke mauso leum is uit het zicht gehouden aan de achterzijde van het gebouw. Kennelijk was het niet de bedoeling de dode in zijn rust te storen. Het schijngraf, dat volkomen identiek is aan het graf in de cripte, was een goed alternatief. Zoals gezegd zag het mausoleum eruit als 'een paleis met meerdere vertrek ken'. Het was ook bedoeld als familie graf. Alleen, de oprichtster van het praalgraf - zijn vrouw An - en zijn kinderen liggen er niet. Kennelijk vlotte het niet zo met de Engelse kolonisten en zijn zij naar elders vertrokken, zoals ook zijn zoon kolonel George Hessing. Deze reisde af naar Calcutta waar hij op 6 januari 1826 stierf. Wél zijn er graven van een onbekende man en vrouw en van drie kleinkinderen met de achternaam Kolonel Surrendar Bakshi. (foto O.Konijnenburg). Sutherland (Sutherland was de achter naam van George Hessing's vrouw, de dochter van kolonel Robert Sutherland). Zij zijn in de zaal op de begane grond bijgezet. Nog redelijk gaaf Het mausoleum staat er wonderlijk genoeg redelijk gaaf bij. Wonderlijk, want de hindoestaanse Indiërs kennen immers geen grafcultuur. Tóch is er iemand die zich over het graf heeft ontfermd: Surrendar Bakshi, een Indische kolonel b.d. De Indische kolonel b.d. heeft naar zijn zeggen een bijzondere innerlijke band met jan Hessing. Voor hem is dat een serieuze aangelegenheid. Regelmatig bezoekt hij het graf en onderhoudt het naar beste kunnen. Hij stelt het op prijs indien u, eenmaal in Agra, het graf zou bezoeken. Niet voor hem, maar voor Jan Hessing: 'He needs company.' Drs Olga van der Klooster is architec tuurhistorica te Heemstede Dit artikel is met medewerking van de heer Bakshi en van mijn reisgenoten Michel Bakker en Frank van de Poll tot stand gekomen. Dirck van Adrichem's hofreis naar den Groot-Mogol. Te raadplegen in de bibliotheek van het Tropeninstituut te Amsterdam. Voor verdere informatie kunt u via de Bond Heemschut contact opnemen met de schrijfster of met: de Rt. Hon. Col. S.S. Bakshi 5, Laxman Nagar AGRA-282001 tel: 61292 fax:01720/37377 20

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1995 | | pagina 20