De bibliotheek van Artis (1868-1870) naar ontwerp van G.B.Salm. (foto's Han van Gooi Monumentenzorg,
Amsterdam)
namen van beroemde biologen uitge
hakt in marmer. De dierengrafitto's
tussen de raampartijen werden in 1952
aangebracht en ontworpen door
jf. Groenestein. De begane grond was
aanvankelijk bestemd voor de levende
have; tot 1920 het onderkomen van de
zebra's.
In 1877 deed Artis een laatste perceel
aankoop ten behoeve van de bouw van
het Aquariumgebouw (1881)(50), naar
een ontwerp van G.B Salm in samen
werking met zijn zoon A. Salm, een
van de meest imposante bouwwerken
op het terrein, dat in de catacomben
een miljoen liter water kan bevatten.
Het gebouw wordt momenteel
gedeeltelijk gerenoveerd en in oude
luister hersteld, o.a. met aardgasbaten.
Gemeentelijke Monumenten
Inmiddels had Amsterdam een
aantal gebouwen op de Gemeentelijk
Monumentenlijst geplaatst. Zoals het
minangkabause (32) huis uit 1916, dat
in koloniale stijl gebouwd werd voor
de kleine hoefdieren. Een imitatie van
de woningen in de Padangse boven
landen van Sumatra. Het is het opval
lendste dierenverblijf in Artis met
vakwerkstructuur en het merkwaar
dige rieten dak met vier zinken dakto
rentjes, versierd met symbolische
vogelfiguren, die onheil moeten
uitbannen. Het dak hoort eigenlijk
met palmbladeren bedekt, maar in
Nederland ligt riet uiteraard meer
voor de hand. In menig hertenkamp
werden dergelijke gebouwtjes neerge
zet.
Ook het Wolvenhuis (26) is een
gemeentelijk monument en maakt
deel uit van de oorspronkelijke bebou
wing van Artis. Het betreft hier de
voormalige buitensociëteit 'Eik en Linde',
die in 1863 door het Genootschap
Artis werd gebouwd. Het Wolvenhuis
kent een bewogen historie. In het
begin vergaderden de leden van Artis
in Eik en Linde, en in de loop van 150
jaar huisde er een verscheidenheid aan
diersoorten; van zalmen tot kuikens en
reptielen. Vanaf 1894 tot na de Eerste
Wereldoorlog werd de bovenverdie
ping gebruikt door het Ministerie van
Oorlog, dat er een postduivenstation
vestigde. De derde bouwlaag is
versierd met een houten beschot,
blinde nissen, een kroonlijst en een
omlopende lijst met cassettes. Helaas
zijn de onderste bouwlagen met grauw
spuitbeton behandeld.
De ronde of grote volière (34) is een
klein voormalig buiten, deel uitma
kend van de oorspronkelijke bebou
wing en staat bekend als hetMasman-
huisje', genoemd naar een oud-eigenaar.
Het werd in 1868 ingericht als volière.
Bijzonder zijn ook de kooien met
tongewelf.
Het imposante gebouw 'De volharding'
(B), verscholen tussen de bomen,
herbergt nu op de begane grond
runderen en roofvogels en op de
verdieping bevinden zich verschil
lende diensten. Daar werd ook deze
tekst voorbereid oog in oog met een
enorme Andescondor.
Het werd in 1888 gebouwd naar een
ontwerp van A.L. van Gendt(1835-
1901), bekend van het Concertgebouw,
op de fundamenten van een pakhuis
met dezelfde naam. Op de verdieping
was vroeger het etnografisch museum,
dat later verhuisde naar het Koninklijk
Instituut voor de Tropen. De
Volharding werd onlangs gereno
veerd, de gevels werden hersteld en
witgesausd en de doorgang werd weer
open gemaakt en geeft nu toegang tot
het nachtdierenverblijf. Het is een rijk
versierd neo-classicistisch gebouw,
met vele renaissancistische details,
zoals zuilen, pilasters, kroonlijst en
frontons. Het wordt qua stijl wel
vergeleken met de opera in Wenen.
Indrukwekkend door de lengte van de
diverse gebouwen zijn de werkplaat
sen en magazijnen in chaletstijl aan het
eind van het Artisterrein, gelegen aan
de Plantage Muidergracht nummers
32-40a. Overigens moeten delen
ervan nodig gerenoveerd worden en is
sanering van begroeiing en aanbouw-
tjes noodzakelijk. Het loont de moeite
de gebouwen ook vanaf de
Sarphatistraat te bekijken.
MSP
Tot zover de beschermde objecten en
zoals blijkt zijn al vele beschermd. Wat
acht men binnen het Monumenten
Selectie Project (MSP) als bijzonder
vermeldenswaard? Het is de bedoeling
dat het gehele Artis-terrein als complex,
d.w.z het ensemble, het geheel van
bebouwing, aanleg, padenpatroon,
aanplant, beelden enz. wordt voordra
gen ter registratie als rijksmonument.
Men acht de cultuurhistorische en
architectonische waarde evenals de
typologische en functionele zeldzaam
heid van groot nationaal belang. Eind
dit jaar wordt het voorstel aan de
wethouder aangeboden. Daarna zal
de definitieve registratie nog zeker
een jaar op zich laten wachten.
Binnen deze 'complexbescherming'
zal een aantal objecten, waaronder in
ieder geval die hierboven beschreven
zijn apart vermeld worden. Het aantal
is echter nog niet definitief vastge
steld, men kan nog objecten afvoeren
en/of aanvullen, zegt Michel Bakker
van Bureau Monumentenzorg.
Wellicht is er toch een aantal beeld
houwwerken van zodanig belang dat
ze aparte vermelding verdienen, zoals
het Westermanmonument (Van Bart
Magazijnen en loodsen aan de Plantage Muidergracht, gebouwd door vader en zoon Salm tussen
1875 en 1890.