Toekomst Groningse boerderij:
somber, maar geen reden tot paniek
Het verval en de verloedering van oude Groninger boerderijen is niet te
stoppen: we zijn te laaf kopte een locale krant enkele maanden geleden. Een
noodkreet die er niet om liegt. Reden genoeg dus om een bezoek te brengen aan
de heer R W. Havik.
S
MATH BERKERS
AJs het om monumentale boerderijen
in Groningen gaat dan kom je al snel
bij de heer P.W. Havik terecht. Havik
is voorzitter van de Stichting
Historisch Boerderij Onderzoek,
bestuurslid van de Boederijenstichting
Groningen en verder is hij directeur
van de Stichting Provinciale
Welstandszorg. De meeste Groningse
gemeenten maken gebruik van de
monumentencommissie van
Welstandszorg. Welstandszorg voert
overigens ook het Monumenten
Selectie Project uit.
'Dat was wel een erg negatief verhaal',
zo becommentarieert Havik het kran
teartikel, 'de meeste boerderijen zijn
gewoon in gebruik en worden goed
onderhouden'. Niet dat hij het
probleem wil bagatelliseren. Het gaat
niet goed met de Groningse land
bouw. De veehouders zijn danig
beknot in hun uitbreidingsmogelijk
heden door de superheffing en allerlei
milieumaatregelen. De akkerbouw
heeft te maken met een daling van de
garantieprijzen en produktiebeper-
kende maatregelen. De gevolgen laten
zich raden: lagere inkomsten leiden
tot lagere investeringen en dus ook tot
een slechter onderhoud van de boer
derij.
Het voortdurende proces van schaal
vergroting heeft leegstand tot gevolg.
Exacte cijfers zijn niet bekend, maar
volgens Havik worden jaarlijks in
Groningen toch zeker enkele boeren
bedrijven opgeheven.
Herbestemming niet eenvoudig
Een nieuwe functie voor deze gebou
wen is niet zo gemakkelijk gevonden:
vooral de boederijen op het Hogeland
en in het Oldambt zijn ontzettend
groot. Een enkele boerderij is
verbouwd tot wooneenheden, maar de
meeste boerderijen zijn hier eenvou
digweg te groot voor. Daar komt bij
dat in de meeste Groningse dorpjes
nauwelijks vraag is naar nieuwbouw
woningen. Groningen is niet het
Groene Hart. Toch wordt er soms wel
een passende bestemming gevonden:
variërend van architectenbureau tot
apotheek.
Het vinden van een nieuwe functie is
meestal gemakkelijker bij een beschei
den kop-hals-romp-boerderij. Voor de
voor Groningen zo kenmerkende
boerderijen met een kolossaal voorhuis
ligt dit vaak heel wat moeilijker. Alleen
de woonhuizen zelf zijn al zo groot dat
er nauwelijks een nieuwe bestemming
voor gevonden kan worden.
De grootte van deze voorhuizen speelt
ook de huidige bewoners parten.
Havik schetst het voorbeeld van een
boerin die de ramen wil gaan lappen:
.vss-
Vvv.
Achterzijde van boerderij in Usquert in Oldambtstertype. Ruimte wordt verkregen door tussen de twee schuren een verhoogd plat dak te maken (foto's Math Berkers).
8