Draaien moet BOEKEN 50 jaar bevrijding Haagse bunkers Sluizen en stuwen de zestien boezemmolens van de Kinderdijk. Dankzij het ingrijpen van de provincie Zuid-Holland - een niet genoeg te waarderen geste - kwamen de maalwerktuigen van de Overwaard (de achtkante exemplaren dus) in erfpacht aan de provincie. Naderhand werd nog een regeling voor onderhoud en restauratie getroffen voor de groep stenen molens. Op de bezoekersmolen na - bereik baar via een houten bruggetje over de met de Alblas in verbinding staande afwatering - zijn alle molens bewoond. Er wonen kleinkinderen van molenaars, maar ook een bejaarde molenaar als Gerrit Hoek, die uit een molenaarsgezin met dertien kinderen kwam. Zes ervan werden molenaar. De moeder van het gezin betaalde, nog jong, het gelag van het wonen op een molenerf: zij werd dodelijk getrof fen door een wiek. Op de molens wonen ook anderen, maar sedert kort wordt als eis gesteld dat een nieuwe bewoner het diploma van vrijwillig molenaar bezit. Met waterleiding en centrale verwarming zijn de molens tegenwoordig alleszins comfortabel ingericht. In de tijd van de flessen met butagas is het een keer fout gegaan. Door een ongelukje met een gasfles is in 1981 molen twee van de Overwaard in vlammen opgegaan. In 1984 is hij herbouwd. Thans, ruim dertig jaar nadat de provincie het unieke molencomplex voor de teloorgang heeft behoed, ligt het nog steeds onverlet tussen de riet velden van de beide Hoge Boezems in het wijde landschap van de Alblasserwaard. Aan de west- en deels aan de noordkant, omkaderd door de lage en hier en daar nog zeer gave huizen van de Kinderdijk. Tussen de huisjes door strijkt het oog over de rietvelden naar de sierlijke wiekendra- gers gespreid over het grijs-groene land. Er is wel heel wat veranderd met de waterbeheersing van de Waard. De zeven sluizen die ooit het water op de Lek brachten, hebben plaats gemaakt voor één sluis die het water afvoert, dat het uit 1972 daterende gemaal 'J. U. Smit met reusachtige vijzels opschroeft uit de beide afwateringska nalen. Een trapje op de dijk stelt de bezoeker in de gelegenheid om te zien hoe het donkere water van de Alblasserwaard zich in schichtige arabesken mengt met het grijze water van de Lek, die zich even verderop, stroomafwaards, met de Noord verenigt en als de Nieuwe Maas verder zeewaarts stroomt. Molens zijn werktuigen, werktuigen die in beweging moeten blijven. Die geregeld gekruid, op de wind gedraaid dienen te worden en die de wieken moeten laten draaien. In het seizoen, dat wil zeggen van april tot eind september, zijn de molens vrij geregeld draaiende te zien. Dirk Noorlander, door de provincie belast met het dage lijks toezicht, komt dan elke zaterdag in actie op de bezoekersmolen. Met 25 omwentelingen van het wiekenkruis per minuut verzet de stenen molen 60 kubieke meter water. Deze molen is tijdens het seizoen dagelijks van half tien tot half zes open, maar draait niet op zondag. Sedert 1993 is er ook een bezoekers centrum aan de dijk, een controver siële opzet waarvoor provincie, gemeenten en sponsors een stichting hebben gevormd. Deze expo Kinderdijk geeft compleet met computerspelletjes informatie over de waterbeheersing. Er zijn uiteraard tal van molenmodellen. De architect van het bezoekerscentrum heeft getoond weinig affiniteit met de omgeving te hebben. En de bezoekers moeten via roosters (lastig voor naaldhakdragers) de expo-ruimte betreden. Open (onder voorbehoud) tijdens het seizoen van 10.00 tot 18.00 uur, behalve op de maandagen. J. Th. Balk isfree lance journalist te Amsterdam. Ter gelegenheid van 50 jaar bevrijding verscheen een groot aantal uitgaven op allerlei gebied. Bij uitgeverij Matrijs verscheen in de Stichtse Monumentenreeks deel 5: 'Utrechtse Oorlogsmonumenten'' door Ingrid van Beuzekom, Roland Blijdenstijn en Rob van Olderen. In het eerste deel worden de diverse typen oorlogsmonumenten toegelicht, de hausse, regels en hiërarchie, nationaal, provinciaal en locaal, de vormgeving en de plaatsen enz. In het tweede deel wordt een selectie van 40 monumenten uitvoeriger beschreven en het achtergrondverhaal verteld. Van het bekende beeld van Koningin Wilhelmina in het Wilhelminapark in Utrecht tot een minder bekend monument opgericht ter nagedachtenis van een veronge lukte RAF piloot aan de laan van Beverweerd, die in de armen van de gravin stierf. Evenals de overige deel tjes in de reeks is dit weer een boekje vol wetenswaardigheden van objecten die men door de hele provincie aantreft. Tot slot een lijst van alle bekende oorlogsmonumenten in de provincie. Utrecht, Matrijs, 1995. 64p. ISBN 90.5345.062.9 Prijs 19.95 In de Historische reeks Arnhem verscheen als deel 4 'Zwarte avonden in Arnhem. 19421944cultuur buiten de cultuurkamer' door P.R.A. van Iddekinge en als deel 5 verscheen'Fenzic/mg en vernieuwing; de wederopbouw van Arnhem 1945-1964' door Bob Roelofs. De boeken zijn respectievelijk f 24,95 en f29,95. Informatie Uitgeverij Matrijs, Postbus 610, 3500AR Utrecht. De meest recente uitgave van VOM- reeks een uitgave van de Gemeente Den Haag, afdeling Monumentenzorg is een lijvig boekwerk geworden: "Van verdediging naar bescherming; de Atlantikwall in Den Haag' samenge steld door irH.F. Ambachtsheer, met medewerking van ing. C.J. van Harmeien. In Den Haag en Scheveningen zijn op vele plekken de restanten van de Atlantikwall nog zichtbaar en de linie vormt nog steeds een breuklijn in de stedelijke struc tuur. Er resten nog honderden beton nen bunkers en sommige onderdelen zijn om cultuurhistorische onderdelen het beschermen waard. In het boek wordt de bouwwijze en het toenmalig gebruik uitvoerig beschreven. Ambachtsheer bestudeerde ettelijke jaren de geschiedenis van de Atlantikwall, zowel rondom Den Haag, als in de rest van West-Europa. Hij bracht in kaart wat er nog rest en welke onderdelen van belang zijn. Alleen al in Den Haag moesten er ca 3000 woningen ten behoeve van de linie gesloopt worden. Van de oorspronkelijk 1100 objecten is er nog een 500-tal over, waarvan er 174 volgens Ambachtsheer het bescher men waard zijn. Het boek bevat vele afbeeldingen, ontwerptekeningen, kaarten en teke ningen. 's-Gravenhage, 1995. 281 p. ISBN90.73166.20.9 Prijs f49,50. In de serie Bouwtechniek in Nederland, een gezamenlijke uitgave van de Delftse Universitaire Pers en de Rijksdienst voor de Monumentenzorg verscheen als deel 5 'Sluizen en stuwen; de ontwikkeling van de sluis- en stuwbouw in Nederland tot 1940'van de hand van G.J. Arends. In dit boek komen de werking en de constructie van verschillende afsluitmiddelen aan de orde; waterbeheersing is weer actueler dan ooit.(zonder dijken zou ons land twee maal per dag voor de helft overs tromen). Het bouwen van stuwen en sluizen is noodzakelijk voor de water-

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1995 | | pagina 38