Groninger Museum: weloverwogen aanstellerij
NOUDDEVREEZE
Vorig jaar vond in het Nederlands Architectuurinstituut in Rotterdam, een
minisymposium plaats over de architectuur van musea. Tegenover elkaar
zaten WolfPrix van het Weense architectencollectief Coop Himm.elb(l)audie
tekende voor een deel van het Groninger Museum, en de Rotterdamse
architect Wim Quist. Quist bouwde de afgelopen jaren diverse musea in
Nederland, waaronder het recent opgeleverde beeldenmuseum in
Scheveningen.
Pretpark
Museumarchitectuur liever neutraal
KORTE BERICHTEN
Cursussen monumentenzorg
Noord-Holland
Videofilm Omringdijk
Het gesprek tussen beide architecten
kwam niet goed op gang en de
gespreksleider wist de tegenstellingen
in het oeuvre van de beide corrifeeën
ook niet duidelijk voor het voetlicht te
krijgen.
Toch had het in de discussie op die
zondagmiddag in Rotterdam kunnen
gaan over een essentiële tweespalt in
de architectuur: moet architectuur in
het algemeen, en museumarchitectuur
in het bijzonder, bescheiden zijn,
dienstbaar en weloverwogen, of moet
architectuur juist provoceren, contro
versieel zijn, tegendraads, onhandig en
zelfingenomen.
Het Groninger Museum neemt wel
heel expliciet stelling in deze contro
verse. Frans Haks heeft met Mendini en
Coop Himmelb(l)au een ontwerpteam
gevormd dat uit was op aanstellerij.
Het Groninger Museum moest van
deze tijd zijn, eigenzinnig en tegen
draads. 'Modieus' is voor Haks een
compliment. Het gebouw wil zelf een
opvallend kunstwerk zijn of eigenlijk
een verzameling kunstwerken: frag
menten naast elkaar, een collage van
keramische kunst, monumentale
sculptuur en pointillistisch impressio
nisme. Het mag allemaal botsen en
contrasteren, het gebouw is een bonte
collage waarin willekeur en fragmen
tatie tot uitgangspunt zijn genomen.
De musea van Quist komen voort uit
een principieel andere mentaliteit.
Zijn ontwerpen zijn radicaal beschei
den en dienstbaar; ze vormen een
weloverwogen serene achtergrond
voor de kunst die tentoongesteld
wordt, een bijna neutrale ondergrond,
een beschermende en koesterende
omhulling, die slechts ruimte biedt en
licht doseert.
Is er nog commentaar mogelijk op
deze posities? In het architectonische
concept van Mendini lijkt het museum
als architectonische opgave te worden
gerelativeerd en geridiculiseerd, zoals
ook de kunst van Haks het serieuze in
de kunst voortdurend belachelijk
maakt. Dat levert een intrigerende
paradox op: speelse grappenmakerij
heeft een serieuze plaats verworven in
de kunst van deze tijd, en Mendini en
Haks spelen dat spel in het Groninger
Museum ook met de architectuur.
Quist blijft in zijn musea een serieuze,
beschaafde architectuur nastreven, die
dienstbaar is en die vanuit de museale
functie optimaal functioneert, maar
die bovenal de kunst zelf serieus
neemt. Bij Mendini wordt het
museum een pretpark, bij Quist is het
een verstilde ruimte voor een serene
esthetische sensatie.
In de vergelijking tussen Mendini en
Quist zit iets moois: er blijkt een
consequente verbinding te bestaan
tussen de intellectuele mentaliteit van
de architect, zijn museumconcept en
de kunst die erin wordt tentoonge
steld. Quist, een serieuze, bescheiden
denker, maakt natuurlijk een
beschaafde en tot inkeer en reflectie
stimulerende ruimte; Mendini, een
sympathiek warhoofd, maakt natuur
lijk een pretpark, een vrolijke grap
penmakerij, die ieder serieus oordeel
op een afstand houdt. In de musea van
Quist lijken de tentoongestelde
kunstenaars zichzelf nog serieus te
kunnen nemen, bij Mendini glimlacht
kitscherige kolder de toeschouwer
tegemoet. In de wereld van de beel
dende kunst kunnen, met wisselende
waarderingen, milde spot en ingeto
gen sereniteit probleemloos naast
elkaar bestaan, maar van de architec
tuur mag distantie worden verwacht.
Het belangrijkste verschil tussen de
musea van Quist en het museum van
Mendini is het verschil in distantie ten
opzichte van de tentoongestelde
kunst. Waar Quist een neutrale ruim
telijke schoonheid zoekt, waarin welke
objecten dan ook optimaal tentoonge
steld kunnen worden, is het museum
van Mendini zelf een kunstobject
geworden, dat luidruchtig om
aandacht vraagt en dat samenvalt met
de humor, de frivoliteit en het cynisme
van de kunst waar museumdirecteur
Haks zo'n waardering voor heeft.
Daarin overschrijdt de architect
grenzen die mijns inziens beter niet
overschreden kunnen worden.
Als een tentoonstelling per definitie
tijdelijk is, en de tentoonstellings
ruimte permanent, dan moet de laatste
neutraal proberen te zijn; neutraal en
bescheiden. De weloverwogen
aanstellerij van Mendini c.s. hoort tot
de wereld van de kunstvoorwerpen,
niet tot de wereld van de architectuur,
en daarmee is het wat mij betreft als
museumconcept gediskwalificeerd.
Noud de Vreeze is directeur van het
Stim,uleringfonds voor architectuur.
Amsterdam - Het Nationaal Restauratie
Centrum, organiseert weer een aantal
cursussen op het gebied van monu
mentenzorg. Ze zijn ontwikkeld in
samenwerking met de Rijksdienst voor
de Monumentenzorg en bestemd voor
uitvoerders, opzichters, architecten en
ambtenaren. Het gaat om de volgende
cursussen:
Herkennen van bouwstijlen.
Start 20 sept.
Omgaan met monumenten.
Start 1 sept.
Begeleiding uitvoering restauraties.
Start 7 sept. en 2 nov.
Planvorming restauraties.
Start 12 okt. en 10 nov.
De cursussen vinden plaats in de
gerestaureerde voormalige synagoge
aan de Nieuwe Uilenburgerstraat 91
te Amsterdam. Nadere informatie:
Ir. P.L. de Hon of Madeion
Oostwoud, tel. 020 - 623 77 91. Er zijn
folders verkrijgbaar.
Haarlem. - De provincie Noord-
Holland heeft een videofilm onder
de titel Panorama van een dijk laten
vervaardigen. Deze gaat over de
Westffiese Omringdijk, sinds 1983 een
provinciaal monument. De video is in
eerste instantie bestemd voor musea
langs de dijk die hem in een doorlopend
programma gaan vertonen.
De film is onderdeel van een heel
project rond de Omringdijk, dat verder
onder meer vijf toeristische fietsroutes,
die elk een thema van de dijk belichten,
en lespakketten bevat. Wie belangstel
ling heeft, kan de video lenen bij bureau
Communicatie van de provincie Noord-
Holland. Telefoon 023- 1444 52.
De Open Monumentendag wordt dit
jaar gehouden op zaterdag 9 septem
ber. 423 gemeenten doen mee en 3500
monumenten worden voor het publiek
opengesteld. Twee thema's krijgen dit
jaar extra aandacht: archeologie en
vestingwerken. Over beide verschijnt
een boekje in de OMD-reeks.
26