'Op 't verstandigst en 't smaakvolst' kerken zien in Groningen In zijn écht-Benedictijnse, stijlvolle en spirituele, inleidende woorden bij het recent verschenen Romaans Nederlanduit de serie La nuit des temps schrijft Dom Angelico Surchamp dat het voor hem een ware ontdekking was te constateren dat in Noord-Nederland rom,aanse bouwkunst kan worden gevonden van zeer uitzonderlijke kwaliteit: ''baksteenarchitectuur die van een heel bijzondere verbeeldingskracht van de bouwers getuigt, hetgeen vooral tot uitdrukking komt in de decoratie, zoals het zeer gevarieerd uitgevoerde siermetselwerk DR. PH.M. BOSSCHER Bank der 'Borgerotficieren' uit 1754, in de Groninger Der A-kerk (foto coll.Noordelijk Scheepvaartmuseum Groningen). Misschien zal schrijver dezes van chauvinisme beschuldigd worden wanneer hij als zijn mening geeft dat binnen de Noordelijke provinciën Groningen het belangrijkste 'concen tratiegebied' is van de bouwkunst die de bewondering van Dom Surchamp wekte. Hij durft echter dat risico te nemen. Onder meer omdat hij aan zijn zijde weet C'. 77. Peters die wij wel de eerste ontdekker van de eigenaardige schoonheid van de Groninger middel eeuwse kerken mogen noemen. In zijn in 1921 verschenen 'Oud Groningen, Stad Lande' schreef hij: 'In haar midden-eeuwschen baksteenbouw is deze provincie eenig, is zij de karakte ristiekste provincie van Nederland, in het bouwmateriaal van eigen bodem komend tot een eigen kunstuiting en die brengend tot een eigen stijl...Met hun duurzaam bouwmateriaal van eigen bodem vertrouwd geworden, zich in hun kerk-type en bouwstijl thuis gevoelend, bleven zij daarbij. Zij verlangden geen meer sprekende en kostbaarder materialen, geen rijkere behandeling, geen grootere afmetin gen. Door eeuw aan eeuw die eigen bouwstof, de baksteen, op 't verstan digst en 't smaakvolst te verwerken, werden zij daarin volkomen meester'. Groninger Oude Kerken Behalve op een uniek bestand aan middeleeuwse, vooral romaanse en romanogotische, kerkarchitectuur, kan Stad en Lande bogen op veel inte ressante kerken uit later tijd waaron der ook weer gebouwen van nationale betekenis. Gelukkig vindt dit waarde volle erfgoed tegenwoordig vele toegewijde beschermers. Onder hen zijn in de eerste plaats te noemen de Stichting Oude Groninger Kerken en haar achterban. Niet alleen beheert de Stichting met liefdevolle zorg tiental len kerken en diverse torens, kerkho ven en pastorieën, maar ook doet zij veel om haar eigendommen en de overige Groninger kerken door middel van publicaties toegankelijker, in de zin van begrijpelijker, te maken. In 1994 gaf de Stichting bijvoorbeeld ter gelegenheid van haar vijfentwin tigjarig bestaan een handzaam boekje uit, bedoeld als gids langs niet minder dan zeventig kerken. Auteur is dezelfde Ada van Deijk aan wie wij het merendeel van de tekst van 'Romaans Nederland' te danken hebben. Wie met die gids in de hand de provincie doorkruist mag zich verheu gen over het vele dat behouden bleef. Zij of hij moet zich echter ook realise ren dat er veel verloren ging, waaron der bouwwerken van grote kunst waarde en van essentiële betekenis in de architectuurgeschiedenis van de provincie. Vooral van de klooster bouwkunst ging veel verloren. Klooster van Aduard Het rijke klooster van Aduard(er was geen abdij in de Noordelijke Nederlanden die meer grond bezat: in totaal zo'n 5800 hectare akker- en weidegrond!) pronkte met een kerk die deze rijkdom weerspiegelde. Ada van Deijk typeert haar als 'het grootste en rijkst uitgevoerde kerkgebouw in het Noorden van ons land'. In 1263 werd een driebeukige kruisbasiliek gewijd, met transept, maar zonder imposante toren, conform de Cisterciënzer bouwtraditie, en met een kooromgang voorzien van elf straalkapellen. De archeoloog Boersma neemt aan dat het gebouw grote gelij kenis vertoonde met de kerk van de abdij Royaumont bij Parijs, (schrijver dezes vermoedt dat er ook een sterke gelijkenis was met kerken als de nog bestaande van de abdij Pontigny in Bourgondië). In 1598, toen de kloostergemeenschap reeds min of meer had opgehouden te bestaan, werd in de Ommelander landdag voorgesteld deze kerk als een 'heerlick monumentum antiquitatis' te behouden. Daar is niets van gekomen: het bedehuis werd steengroeve. Van de overige kloostergebouwen bleef alleen de voormalige ziekenzaal der lekebroeders behouden. Deze kreeg een nieuwe bestemming als (Hervormde) kerk, school en mees- tershoes, zoals men in Groningen zegt. In haar huidige staat is zij het produkt van een vrij hardhandige restauratie in de jaren '20 van deze eeuw. Daarmee is van de abdij 'op de wierde van Ade' altijd nog meer over dan van de eveneens belangrijke Witheren- abdij van Wittewierum bij Ten Post. Eigenlijk herinnert alleen de hoge kerkwierde aan wat eens het klooster van Emo en Menko was. In Ten Boer bleef daarentegen de complete kerk van het Benedictijnenklooster bewaard, in Thesinge een torso van die van het zustersklooster Germania. Uit later 12

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1995 | | pagina 12