Economische geschiedenis
weerspiegeld in Groningse kleilandschap
Cultuurlandschappen als het Groningse kleigebied zijn het resultaat van
economische ontwikkelingen in het verleden. De akkers en de graslandende
boerderijen, de dorpen en de molens hebben allemaal van oudsher een
economische functie. Dit artikel gaat, aande hand van mijn boek Voor een
handvol stuiversDe levensstandaard van boeren, arbeiders en
middenstanders op de Groninger klei, 1770-1860 [ISBN90-5028-056-0:
f39,95], in op de gevolgen die de economie tussen 1770 en 1860 gehad heeft
op het landschap.
RICHARD PAPING
Meer woningen
In de jaren 1770-1860 verdubbelde de
bevolking op de Groningse klei. Het
aantal boeren bleef echter tamelijk
stabiel. De toename bestond uit arbei
ders en middenstanders. Voor al deze
mensen werden nieuwe woningen
neergezet in de oude dorpen, hoewel
ook diverse gehuchten met arbeiders
huizen ontstonden of verder uitgroei
den. Die gehuchten lagen in de buurt
van grote boerderijen, waar de arbei
ders werkten. Hoewel de welvaart van
arbeiders weinig steeg, verbeterde de
kwaliteit van hun huizen: de uit leem
opgetrokken hutten maakten plaats
voor stenen gebouwtjes.
Boerenrijkdom en fraaiere boerderijen
De boeren gingen er enorm op
vooruit na 1790. De waarde van de
grond en daarmee het inkomen
daaruit vermeerderde door de bevol
kingsgroei. Deze toenemende
welvaart gebruikten de Groningse
landbouwers om hun boerenplaatsen
uit te breiden en te verfraaien. In 1857
heet het dat de woning van de
landman voor honderd jaar nog 'onge
veer een derde of soms de helft
kleiner' was. Veel van de huidige voor
huizen en schuren stammen uit de
eerste helft van de negentiende eeuw.
De boerderijen met enorme voorhui
zen, die zo karakteristiek zijn voor
Groningen zijn echter veelal later
gebouwd. Ondanks het groter en
mooier worden van de boerderijen,
lagen ze nog steeds op de oude plaats
waar al generaties lang geboerd werd.
Herkenbaar zijn soms nog de wierde,
de singels, de grachten en de bomen.
Pas na 1850 kwamen er weer boeren
bedrijven bij. Deze vaak wat kleinere
boerderijen werden meestal in of
vlakbij de dorpen neergezet.
Onbekend dorp op de Groningse klei rond het
midden van de 19de eeuw (tekening
Gemeentearchief Groningen).
10