I 1862 naar ontwerp vanJ.D. Zocher jr. tot villapark ingericht. Dit oudste openbaar stadspark in Nederland werd zo één der eerste en oudste villa parken in Nederland. Haarlem zou de aanleg van villaparken ongeremd voortzetten tot in de 20ste eeuw. Het verschijnsel is dan ook één van de hoofdkenmerken van de huidige stad geworden. Tussen 1865-1869 werden 11 villa's op de Bolwerken gebouwd. J.D. Zocher jr. ontwierp eveneens in 1868 het plan voor het Kenaupark. Het monumentale bouwblok aan de oostzijde van het park werd gebouwd in 1867-1868 naar ontwerp van de Amsterdamse architect G. W. Breuker in opdracht van de Amsterdamse Maatschappij voor Grondcrediet. Na het faillissement van deze Maatschappij werden de overige kavels aan particu lieren uitgegeven. In 1870 volgde het Ripperdaparkenin 1873 het Florapark en het Floraplein. De laatste twee naar ontwerp van tuinar chitect L.P. Zocher. De architectuur is overwegend neo-renaissancistisch en neo-classicistisch. Vrijstaande villa's werden gebouwd rondom het gebied van de Haarlemmerhout langs de Wagenweg, de Dreef en de Koningin Wilhelminalaan. In 1898-1906 volgde tenslotte het Wilhelminapark. In totaal werden hier 19 villa's en een blok van 5 woningen gebouwd. Stadsarchitecten Tot zover waren dit plannen die voornamelijk op particulier initiatief ontstonden. Na het midden van de 19de eeuw nam de overheid geleidelijk aan het voortouw. Een en ander hield nadrukkelijk verband met de noodza kelijke planning betreffende de stads- UfSf Kenaupark 15-33 (G.W. Breuker, 1867-1868). uitbreidingen, die zich vanaf het derde kwart van de 19de eeuw aandienden. Een nadrukkelijke rol daarbij speelden twee 'stadsarchitecten'. Van 1852- 1881 was dat J.E. van den Arend. Het slopen van de verdedigingswerken en het dempen van grachten en singels werd op zijn aanwijzigingen uitge voerd. Van den Arend is voornamelijk ruimtescheppend bezig geweest. Voor de stedebouwkundige plannen vinden we zijn ideeën terug in het Frederikspark (niet uitgevoerd), het Ripperdapark, het Rozenprieel (1876) en Wilhelminapark en omge ving (diverse plannen vanaf 1870, niet uitgevoerd). Zijn architectuur stond in de traditie van het neo-classicisme, Melkbrug over het Spaarne (J. Leijh, 1886). zoals de voormalige HBS aan de Jacobijnestraat (1864), schoolgebou wen aan de gedempte Voldersgracht (1864), de Nassaulaan (1874), de Raaks (1874), de Stoofsteeg (1878) en aan de Krocht (1874). Zijn laatste werk, in 1881, betrof een plan voor het gebied tussen de Gedempte Raamgracht en de Leidse buurt, waarbij de Wilhelminastraat en de Oranjekade ontstonden. Dit uitbrei dingsplan werd verder uitgewerkt door zijn opvolger, J. Leijh (1881- 1902). In 1881-1887 verrezen hier twee scholen, een kerkgebouw en verschillende bouwblokken van aaneengesloten herenhuizen in over wegend neo-(Hollandse-)renaissance- stijl. De Wilhelminastraat werd het toonbeeld van een deftige woonstraat. Na Lieven de Key en drie generaties Zocher is Leijh weer een architect die nadrukkelijk heeft bijgedragen aan het aanzien van de stad. Hij oefende de functie van 'architect over de Werken en Gebouwen der Gemeente' uit tot zijn overlijden in 1902. Hij had in tegenstelling tot zijn voorganger de tijd mee. Het economisch herstel van de stad liet vele nieuwe bouwimpulsen toe. Als zijn belangrijkste bijdragen gelden de openbare ruimte en - veelal - monumentale architectuur. De verouderde houten en stenen bruggen over de resterende waterwegen in de stad werden vervangen en uitgevoerd in het nieuwe materiaal: ijzer. Alle bruggen uit die tijd zijn door hem ontworpen. Een groot aantal hiervan is er nog. Voorbeelden zijn de Melkbrug (1886), de Nassaubrug (1885), de Zijlbrug (1881), de Kruisbrug (1889), en de Catharijnebrug (1902). Veel schoolgebouwen zijn van zijn hand. De belangrijkste scholen zijn: aan de Bakenessergracht (1890), de Prins Hendrikstraat (1880), aan de Wilhelminastraat (1882) en de T empelierstraat (1885). Verder ontwierp hij het voormalige politie- 8

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1995 | | pagina 8