Museumstuk of gebruiksvoorwerp
De heer Douma geeft in dit thema-nummer als NS-bouwmeester een beeld
van het monumentenbeleid van NS in het algemeen waarbij vanzelfsprekend
de stations een belangrijke rol spelen. Ik zal proberen iets te laten zien van wat
dat betekent voor de daarbij betrokken staalconstructies. Ik ga daarbij ook in
op de besluitvorming rond de stationskap van Zwolle en de Hoge Brug.
awc;
r-Tuii o
■II in m in Mlfiilk »iiiinuMi8.viiH!iiamminiiii
F.H. ROLF
Station Zwolle 1868.
Het is geen toeval dat bij beide projec
ten NS aan tafel zit en dat het om
ijzeren of stalen constructies gaat uit
de vorige eeuw. Enerzijds maakten de
ontwikkelingen van het materiaal ijzer
het bouwen van spoorwegen mogelijk;
anderzijds bevorderde de opkomst van
de spoorwegen de ontwikkeling van de
toepassing van ijzer en staal. Die
wisselwerking leidde in de vorige
eeuw tot spectaculaire bouw van grote
spoorwegbruggen en stationsoverkap
pingen.
Constructies die de huidige NS als
erfgoed nu in beheer heeft. Het zijn
met name de (vele) goede constructies
die de tand des tijds hebben doorstaan
en dus de moeite van het behoud
waard zijn.
De minder goede voorbeelden hebben
de 'proeve van bekwaamheid' in de
onmeedogenloze praktijk niet door
staan en zijn op een vroeger of later
tijdstip reeds 'gesneuveld'. Ook is er
nog een middengroep die met meer of
minder schade of met meer of minder
inspanning de eeuw heeft getrotseerd.
Het is niet verwonderlijk dat juist deze
categorie van 'twijfelaars' het speci
fieke kenmerk van uniek-zijn in zich
heeft. Het laatste unieke exemplaar
dat net dat beetje meer geluk had dan
zijn soortgenoten.
Het heeft er alle schijn van dat zowel
de oude stationskap als de Hoge Brug
hier in Zwolle voorbeelden zijn van de
categorie 'twijfelaars' en daarom uniek
zijn. Desondanks was de redding van
de kap niet mogelijk.(zie het artikel
van de heer Nieuwmeijer). Voor de
Hoge Brug was wel een levensverlen
ging mogelijk. Waarom het in het ene
geval wel kon en in het andere geval
niet, zal ik in mijn verdere verhaal
op een aantal punten nog toelichten.
Ik ga u iets vertellen over de afwegingen
die een rol spelen bij de beslissing tot
behoud of niet en vervolgens iets laten
zien van de problemen die opgelost
moeten worden als je besluit tot behoud.
Ik heb het dan over de vraag behoud
en terugbrengen in de oorspronkelijke
staat of (onder-)delen door nieuw
vervangen.
Vervanging of behoud
NS is primair een vervoersbedrijf dat
(meer en meer) zakelijk moet opereren
en zelfs winst zal moeten gaan maken.
NS heeft dus geen functie in het beheer
van monumenten.
Desalniettemin is NS zich bewust van
haar maatschappelijke plicht om uiterst
zorgvuldig om te gaan met ons railge
bonden nationale erfgoed. De directie
keurde in 1988 een meerjarenplan
goed voor renoveren en vernieuwen
van stationskappen. Met de uitvoering
van dit plan is zo'n 130 mi ljoen
gemoeid. Met dit budget is NS een
van de grootste investeerders in
monumenten in Nederland.
NS krijgt daarvoor echter geen enkele
financiële hulp; noch van het Rijk
noch van provincie of gemeente. De
bijdrage van de gemeente Zwolle aan
de renovatie van de Hoge Brug is
daarop een duidelijke positieve
uitzondering.
Dit uitgangspunt leidt er toe dat NS
slechts dan kan bijdragen aan het in
stand houden van een monumentale
constructie wanneer deze constructie
tenminste de exploitatie van het
spoorwegbedrijf niet in de weg staat.
Daar we het nu hebben over staalcon
structies als bruggen en stationskap
pen betekent 'niet in de weg staan' dat
ook oplossingen als verplaatsen van de
constructie of van de sporen een
opening kan bieden tot behoud van de
Amsterdam CS oostelijke gevel.
lil lil lil lil lil I lil ill ill lil
27