Boerderij Vuilendam in de Alblasserwaard. noorden en westen maken deze plaats voor een enkele deur, met de hooiberg daar vlak achter. In de buurt van de rivieren is het voorhuis soms naar één of twee zijden uitgebouwd, om plaats te maken voor wat extra woon- en werkruimte. Men spreekt dan respec tievelijk van een kruk- ofT-huis. Het midden In het hart van de provincie overheer ste vanaf de 18de eeuw de melkvee houderij. De produktie van melk, kaas en boter was het voornaamste middel van bestaan. Het voorhuis van deze boerderijen heeft aan één zijde een hoge uitgebouwde melkkelder met opkamer. Tussen voorhuis en stal ontstond in de loop der tijd een werkruimte voor de zuivelbereiding. Daar speelde ook het dagelijks leven zich af. De voorkamer diende dan alleen nog maar als kaaskamer. Het bedrijfsgedeelte bestaat bijna helemaal uit stalruimte voor de melkveestapel. De middenvloer tussen de stallen dient hier alleen nog maar als voeder ruimte. Bij jongere boerderijen is dit meestal niet meer dan een smalle gang. Het noorden In het noorden van de provincie specialiseerde men zich al vroeg in de zuivelbereiding. De brede middendeel werd hier vervangen door een smalle voedergang. Ook de constructie veranderde ingrijpend. Zo ontstond hier al in de 17de eeuw een smalle bouwvorm met hoge zijgevels. In de achtergevel zitten alleen drie staldeu ren: door de middelste wordt het hooi binnengebracht, door de twee buiten ste wordt de mest verwijderd. De voordeur zit meestal in het midden van de voorgevel. Daarachter ligt een middengang met aan de ene zijde de kelder, aan de andere kant een kamer. Tussen stal en voorhuis vindt men de woonkeuken waar de zuivelbereiding plaatsvond. Net als het stalgedeelte heeft ook het voorhuis hier meestal hoge stenen zijmuren. De waarden In de lage waarden in het zuidoosten van de provincie richtte men zich in de 17de en 18de eeuw naast de veehoude rij op de hennepteelt. Het vee diende vooral als mestproducent; in de zomer maakte men ook boter en kaas. Na 1850 werd de kaasmakerij hoofdmid del van bestaan. Overstromingen kwamen hier regelmatig voor. In dit gebied vond men vanouds het boerderijtype met brede middendeel en de deeldeuren in de achtergevel. Met name in de Alblasserwaard komt daarnaast ook een latere vorm voor met de deeldeuren opzij. Daar gebruikte men de deel als bergplaats, waardoor men meer hooi in de boer derij kwijt kon. Toen vanaf de 18de eeuw de overstromingen toenamen, ging men ertoe over het hooi veilig op te slaan op lage zolders. Ook voor het vee maakte men hoge vluchtplaatsen in het gebouw. Voor deze waterzol ders moesten de schuren worden verhoogd maar het woongedeelte hield zijn oude hoogte. Door de nok van het voorhuis schuin op te laten lopen naar de schuur ontstond het zogenaamde 'kameeldak'. De eilanden De boerderijen op de Zuidhollandse eilanden wijken sterk af van die in de rest van de provincie. Immense houten of stenen schuren met aangebouwde woonhuizen bepalen het beeld. Hier kwam vanouds het gemengde bedrijf voor en heeft men zich gespecialiseerd in de graanteelt. Daartoe had men grote opslagruimten voor de oogst nodig, graanzolders, dorsvloeren en paardestallen voor de trekdieren. De oudste boerderijvorm in dit gebied heeft een indeling in dwarsrichting, met de deeldeuren opzij. Aanvankelijk waren dit kleine gebouwen, maar door landbouwkundige verbeteringen trad al in de 17de eeuw een schaalvergro ting op. De grotere schuren kregen meerdere dwarsdelen. Ook de woon huizen werden hoger, met soms verscheidene graanzolders boven elkaar. Een verbetering in de schuur- indeling vormde de zijlangsdeel: een inrijruimte langs de zijgevel. Hiertoe werden deeldeuren in voor- of achter gevel van de schuur aangebracht. De middenruimte diende voor oogstber- ging; de stal lag langs de andere zijge vel. Later ontstonden verbeterde schuurvormen met doorrit en steeds grotere omvang. Al deze vormen zijn nog op de eilanden terug te vinden. De nieuwe uitgave, die mede is mogelijk gemaakt door een bijdrage van het Anjerfonds Zuid-Holland, kost F.39,50 en is verkrijgbaar via de boekhandel of telefonisch of schriftelijk rechtstreeks te bestellen bij de SHBO: Mevr. dr. ir. E.L. van Olst, directeur Stichting Historisch Boerderij-onderzoek Schelmseweg 89, 6816 SJ Arnhem. Tel. 085 516222 Boerderij aan de Noordlierweg 4 te De Lier.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1995 | | pagina 34