Geschiedenis Duits Huis herleeft in Utrecht De terugkeer van de Duitse Orde Het Duitse Huis in Utrecht, een historisch pand uit de middeleeuwen, kan letterlijk en figuurlijk aan zijn tweede jeugd beginnen. Het complex aan de Springweg, jarenlang door het ministerie van Defensie gebruikt als militair hospitaal, is na een verbouwing van ruim anderhalf jaar gedeeltelijk vernieuwd. Bovendien krijgt het Duitse Huis zijn bewoners van vroeger weer terug. Na een afwezigheid van bijna 190 jaar zullen de Ridders van de Duitse Orde weer vergaderen in de kamers aan de Springweg. L'histoire se repète'... WIETSKEVOS Het Duitse Huis, gezien vanaf de Springweg. Het is lang onduidelijk geweest wat er met het Duitse Huis zou gebeuren. Heemschut zet zich al jaren in voor restauratie en hergebruik van het complex. In 1990 stelden drie WD- leden in de Tweede Kamer vragen over het verval van het Duitse Huis. Grote delen van de houten construc ties in de daken en vloeren waren weggerot en ook de buitenkant van de gebouwen zag er erg verwaarloosd uit. Pas eind 1992, toen het Nederlandse aardgas meer opbracht dan beraamd, besloot de regering extra geld te beste den aan de restauratie van een aantal monumenten, waaronder het Duitse Huis. De vroegere bewoners van het Huis, de ridders van de Duitse Orde, hadden het eerste kooprecht voor het oudste gedeelte weten te veroveren. Het kwam tot een overeenkomst tussen de Ridders en het Ministerie van Defensie. De Ridders 'kregen' het oudste (middeleeuwse) deel van het Duitse Huis, op voorwaarden dat ze de restauratie ervan verder financier den en lieten uitvoeren. Het geld van de overheid zou maar een klein deel van de verbouwingskosten dekken. In april 1993 gingen de werken van start en naderen nu, negentien maanden later, hun eindstadium. De totale verbouwingskosten bedroegen zo'n vijf miljoen gulden, waarvan de Ridders drieënhalf miljoen zelf moesten ophoesten. Op 1 december vorig jaar nog nam de Duitse Orde zijn intrek in de gebouwen. Archief F.J.H. van derZandeprojecdeider bij Monumentenzorg, is verantwoorde lijk voor de verbouwing van het Duitse Huis. Duidelijk tevreden over het resultaat geeft hij een rondleiding in het middeleeuwse deel van het complex, dat er weer als nieuw uitziet. Gelijkvloers liggen de archiefruimtes. 'De Ridders hebben hun archief bijge houden vanaf het ontstaan van de Orde tot nu', zegt Van der Zande. 'Als je een verhaal wil maken over de Orde zelf, kun je een afspraak maken en stukken inkijken. 'Deze archieven zijn van onschatbare waarde voor de Orde. De Ridders hebben dan ook kosten Het Duitse Huis, gezien vanaf het binnenplein, (foto's Wietske Vos) noch moeite gespaard om in deze ruimtes allerlei veiligheidsmaatrege len te treffen. Onder de grijze tegels ligt vloerverwarming om vochtigheid tegen tè gaan. De grote toegangsdeur heeft meer weg van een dubbeldikke celdeur en is brandvrij gemaakt. Bovendien zijn er geulen aangebracht langs de muren, als er brand uitbreekt wordt het bluswater hierlangs afge voerd vóór het de archiefstukken kan beschadigen. Ook de kapel bevindt zich gelijkvloers. Daar zullen de plechtigheden voor de toetreding van nieuwe Ridders worden gehouden. Op de eerste etage liggen de belang rijkste vertrekken: de vergaderzalen. Die zijn stuk voor stuk prachtig geres taureerd in een stijl, afhankelijk van de stijl die het vertrek overheerste. Daarachter liggen de kamers voor de secretaris en de administratieve ruimtes. De hoogste verdieping zal voorname lijk als opslagruimte gebruikt worden. Alles ziet er schitterend uit; het is bijna onvoorstelbaar dat dit pand minder dan twee jaar geleden nog ernstig door verval bedreigd werd. Duitse Orde nog steeds actief 'Weinigen weten dat deze ridderorde nog steeds actief is', vertelt Van der Zande. 'De Ridders beheren het kapi taal van de Orde, vergaard dooor erfe nissen en winstgevende zaken. Ze sturen onder andere voedselpakketten naar rampgebieden en steunen de minderbedeelden van de hervormde gemeenschap, zoals armen en gehan dicapten'. De uit de middeleeuwen stammende Orde telt maar twaalf Ridders, alle maal mannen behorende tot de Nederlandse adel. Bijkomende voor waarde is dat de adellijke afkomst minstens tot in de achttiende eeuw teruggaat. Ridder worden is geen eenvoudige zaak. Als je aan de boven staande vereisten voldoet, mag je een tijdje meedraaien in de Orde, een soort stage a.h.w. Je kunt pas ridder worden als één van de twaalf overlijdt en er een plaats vrijkomt. 31

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1995 | | pagina 31