Literatuur
Het vroegere zeepfabriekje aan de Hoge Steenstraat.
Het kantoorgebouw van de vroegere brouwerij De Drie Hoefijzers: een bedrijfsmonument van klasse.
Academiesingel. Het eerste deel van
de nieuwe grote conservenfabriek aan
de Teteringsedijk kwam echter als
gevolg van de Eerste Wereldoorlog
pas in 1921 tot stand. Het fabrieks
complex is in de loop van de jaren
door Hero steeds weer uitgebreid.
Men kan het complex het best zien
vanaf het viaduct over weg en spoor
lijn. Aan de rechterkant bevinden zich
de oudste gedeelten van de fabriek. De
onderneming heeft zich gespecialiseerd
in frisdranken, jam en appelmoes.
Flipje van Tiel naar Breda
Een aantal jaren geleden is 'De Betuwe'
overgenomen en de jamproduktie naar
Breda verhuisd. Flipje komt dus niet
langer uit Tiel, maar uit Breda...
De jarpfabriek Princenhage staakte
de jamproduktie na de Tweede
Wereldoorlog. Het bedrijf sloeg
andere wegen in en is momenteel een
dochterbedrijf van de multinational
Dalgety en produceert de Nibb-it
snack.
Enka: eerste bedrijfsbezetting
Een andere grote industrie was de
Hollandse Kunstzijde Industrie (HKI),
die in 1919 werd opgericht. Al in de
loop van de jaren twintig werd de HKI
overgenomen door het Nederlandse
kunstzijdeconcern ENKA. Enka-
Breda werd vooral ook bekend door
de eerste bedrijfsbezetting, die in
september 1972 plaatsgreep. Op het
terrein waar eens de Enka-fabriek
stond is nu een aantal bedrijven geves
tigd, waaronder snoepfabrikant Van
Melle. Van de oude gebouwen van
Enka is vrijwel niets over.
Hotelzeepjes en Lodaline
Wandelend door de Hoge Steenweg
vinden we aan de ene kant op nummer
42 het uit 1919 daterende pand van
een vroeger fabriekje van hotelzeepjes
van Nic. Cordonnierdat nog eerder
onderdak gaf aan een kleine textielfa
briek. Nu woont een kunstenaar in het
pand. Aan de andere kant van de weg,
even verder, zien we de Loda-fabriek
(producente van het afwasmiddel
Lodaline), de meer industrieel getinte
tegenhanger van het zeepfabriekje in
de chemische sector.
De Drie Hoefijzers: Haagse School
Ter afsluiting van deze tocht langs een
selectie van Breda's industrieel erfgoed
enkele 'erkende' monumenten.
Allereerst het vermaarde kantoorge
bouw van de vroegere brouwerij De
Drie Hoefijzers (nu Oranjeboom) aan
de Ceresstraat: een bedrijfsmonument
van klasse.
Ook deze brouwerij is in 1887 uit de
oude binnenstad naar de spoorzone
verhuisd. In de jaren twintig ontstond
de behoefte aan een nieuw kantoorge
bouw. Op 17 december 1927 werd het
kantoorgebouw, een ontwerp van het
Bredase architectenbureau F.P.Bilsen
ér 2m., feestelijk in gebruik genomen.
Er zijn sterke invloeden van een
nevenstroming van de Amsterdamse
School: de Haagse School.
Het aansluitende fabrieksgebouw
is duidelijk met veel minder zorg
omringd dan het kantoorgebouw.
Het is een lappendeken van oudere en
nieuwere gedeelten. Ongeveer in het
midden, aan de straatzijde, bevindt
zich het oudste gedeelte. In dit gedeelte
bevindt zich achter de muren een klein
bedrijfsmuseum.
Aan de Wilhelminasingel ten slotte
vinden we de watertoren van J.Schotel
uit 1893. Het is een fraai exemplaar,
vele malen afgebeeld in boekjes over
industriële archeologie. De toren geeft
ook het goede voorbeeld wanneer het
om hergebruik gaat: al in 1976 werd
de toren verbouwd tot kantoor.
De auteur Wibo Burgers is journalist te
Noordwijkerhout en onze medewerker
industriële archeologie.
Drs.M.J.M.Duijghuisen m.m.v.
H.Muntjewerff-, Het ontstaan van
de Bredase jamindustrie 1900-1921
(Industriële Archeologie nr.38, 1991).
prof.dr.P.M.M.Klep: De geschiedenis
van Breda, III Hoofdlijnen en accen
ten 1795-1960.
H.v.d. VeenWatertorens in Nederland.
HetPeilglas 100: extra nummer van
het personeelsorgaan van de machine
fabriek Breda uit 1962 verschenen bij
gelegenheid van het eeuwfeest.
J.Willemsen: Klein Breda's
Brouwersboek.
J. Willemsen-. Monument van een
brouwer.
17