Rotterdamse koopmanshuizen
herbouwd
HEEMSCHUT ACTIEF
W.W. TIMMERS
Na het gereedkomen van de Willemsspoortunnel naast het Witte Huis zijn er
drie waardevolle 18de-eeuwse koopmanshuizen weer herbouwd. Het gaat hier
om een vrij unieke reddingsoperatie: niet alleen zijn deze huizen in al hun
onderdelen in 1987 zowel uit- als inwendig zorgvuldig gedemonteerd en
zullen zij na montage weer in hun oorspronkelijke luister te zien zijn, ook de
operatie die hiertoe heeft geleid, is zeker voor Rotterdam heel uitzonderlijk te
noemen. Bovendien zijn er vijf andere 19 de-eeuwse panden herbouwd,
waaronder twee vroegere notariskantoren en een tweetal pakhuizen. Wat de
gevels en de dakopbouw betreft is dit gebeurd volgens een bestek, gemaakt
overeenkomstig de bestaande huizen en met gebruikmaking van een aantal
(gedemonteerde en tijdelijk opgeslagen) cultuurhistorisch waardevolle
elementen.
Hoegenfonds Heemschut
De koopmanshuizen vlak vóór de sloop. Rechts op de foto het Witte Huis.
De eerste vier panden, waaronder
één van de drie rijksmonumenten
(Wijnhaven nrs. 7-13; Wijnstraat
8-14) zijn op 8 april 1994 officieel
overgedragen door de restauratieaan
nemer, Koninklijke Woudenberg Ameide,
aan de nieuwe eigenaar, een
Rotterdamse beleggingsmaatschappij
De vier huizen zijn langdurig gehuurd
door de Koninklijke Marine en de
Stichting Historische Verzamelingen
Korps Mariniers ten behoeve van het
Mariniersmuseum en het Centrum
voor de Presentatie van de Koninklijke
Marine in Rotterdam.
In 1984 leek het lot van de drie 18de-
eeuwse koopmanshuizen bezegeld.
Alle beslissingen voor de aanleg van de
spoortunnel waren genomen, zowel
door de gemeenteraad van Rotterdam
als door het Rijk en de sloopvergun
ning was aangevraagd. De Stichting
Ir J. Trompfonds nam in dat jaar het
initiatief deze voor de Maasstad
unieke huizen te redden. De reddings
operatie geschiedde in nauwe samen
werking met Stadsherstel Historisch
Rotterdam N.V. en de Bond
Heemschut. Deze huizen zijn uniek,
omdat door het bombardement van
mei 1940 en de afbraak nadien van nog
resterende gedeelten in het oude hart
van de stad deze drie panden de laatste
zijn van dit type in Rotterdam. In het
Rotterdamse koopmanshuis had de
koopman zijn kantoor en woonde hij
met zijn gezin, terwijl er op de begane
grond ruimte was voor (beperkte)
opslag van goederen. Anders dan in de
rest van het centrum van Rotterdam
heeft het gebied van de Oude Haven,
de Wijnhaven (oostelijk gedeelte) en
het westelijk gedeelte van het
Haringvliet nog in aanzienlijke mate
het aanzicht en de sfeer behouden van
het Rotterdam van vóór mei 1940.
Een intensieve actie bij de fracties in
de Rotterdamse gemeenteraad en het
Ministerie van WVC leidde ertoe dat
het Trompfonds via een op 17 april
1986 breed aangenomen motie-
Zijlstra/Ter Kuile/de Rijk een
opdracht kon geven aan de Delftse
hoogleraar in de funderingstechniek
prof. ir. A.F. van Weele op korte
termijn met een rapport te komen. In
dit rapport (begin juni 1986) zette hij
een ingenieuze constructie uiteen, die
de ondertunneling van de rij huizen
mogelijk maakte. Deze hield in dat de
fundering van de drie koopmanshui
zen zou worden overgenomen door
reusachtige betonnen balken boven de
tunnelschacht, rustend op diepwanden
aan weerszijden van de spoortunnel
buis. Daarmee werd de stelling van
Gemeentewerken en de N.S. in een
advies aan de gemeenteraadscommis
sie dat de aanleg technisch onmogelijk
was zonder de koopmanshuizen eerst
af te breken, overtuigend weerlegd.
Het Hoegenfonds van Heemschut
heeft, tesamen met enige Rotterdamse