Contrast en harmonie in stadsbeelden WH® SS, G.A. OOSTERHOLT Uit de bijdragen in het decembernummer 1993 van dit blad spreekt de wens om. nieuwbouw in bestaande omgevingen zó in te voegen dat een bevredigend totaalbeeld ontstaat. Persoonlijke meningen en voorkeuren werden gem.engd met objectieve gegevens, het normale beeld van onze reacties op een gecompliceerd verschijnsel. In het onderstaande wordt getracht om een gefundeerde benadering van de problematiek te schetsen, waarbij we ons beperken tot een kerngegeven nl. straatmanden. Pand op de hoek van de Bankastraat en de Sumatrastraat in de Haagse Archipelbuurt. Men is het algemeen eens over de noodzaak om de bestaande omgeving te analyseren maar hoe moet men dat doen? En hoe voorziet men het effect van nieuwbouw aan de hand van ontwerptekeningen? Tenslotte: zijn er criteria waarop zo'n ontwerp kan worden goed- of afgekeurd? De Stichting voor Stedebouwkundige Harmonie houdt zich in theorie en praktijk al jarenlang met deze opgaven bezig en een deel van de ervaringen is in dit artikel verwerkt. Analyse 1Analyse van de omgeving. Eerst zal men beslissen tot hoe ver die zich uit strekt: alleen de belendende percelen of een stukje straatwand, misschien de hele straatwand of zelfs een hele wijk? Het laatste is wenselijk in wijken met een sterk uitgesproken karakter; het is immers mogelijk dat de huurpanden daar van afwijken. In een winkelstraat met tamelijk heterogene gevels voldoet een kleine omgeving van bijvoorbeeld aan weerskanten twee puien. De analyse berust allereerst op aandacht voor bepaalde aspecten van de afzonderlijke gebouwen: hoofd afmetingen, afmetingen van onder delen, ordening van die onderdelen, kleuren, textuur, versiering, detaille ring en afwerking. Nu zijn sommige van deze aspecten meetbaar of anderszins kwantificeer baar, andere niet. Dit lijkt een belang rijk verschil als men naar objectiviteit streeft, maar men moet wel bedenken dat fysische grootheden door een waarnemer psychisch worden ervaren. De subjectiviteit kan worden terugge drongen hetzij door gegevens van groepen proefpersonen statistisch te verwerken, hetzij door de items zó te definiëren dat ze meetbaar worden, dit laatste is voor meer dan 30 items gelukt. Het hangt er maar van af hoe ver de analyse moet worden doorgevoerd of men op dergelijke kwesties wil ingaan. Voor een globale verkenning kunnen we verwijzen naar het december nummer; men richt zich uiteraard op de opvallende verschillen die om prio riteit bij de beoordeling vragen. Een diepgaander analyse vereist uitbrei ding van het aantal aspecten en nauw keurige definities van de gebruikte begrippen. Een instructieve tentoonstelling werd in 1993 georganiseerd door de dienst Welstand in Den Haag en Delft met 20 gedefinieerde aspecten en illustra tief fotomateriaal. 30

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1994 | | pagina 30