Utrecht en 'de wandeling' De cirkel is rond Utrecht maakt tumultueuze tijden door. Er zijn grootscheepse plannen voor uitbreiding en verbetering van het winkelhart van Nederland: het Utrechts City Project (UCP). Maar of de nodige miljoenen bijeenkomen is nog maar de vraag. Ook is zojuist een overeenkomst gesloten over de grenswijziging met Vleuten-De Meern voor de bouw van de nieuwe stad Leidsche Rijn met 30.000 woningen. De sneltram is voorlopig van de baan Over de plannen voor uitbreiding van Dudok 's schouwburg op het Lucas Bolwerk zijn de meningen zeer verdeeld. Het is tijd voor bezinning en een wandeling over de Singels. ANNE-MARIETEN CATE Aanleg van de Catharijnebaan in 1972. Zal de baan straks weer met water gevuld zijn? (foto Rijksarchief Utrecht). In het Utrechts Nieuwsblad van 9 april werden uiteraard in het kader van de verkiezingsstrijd en het wisselen van de 'raadswacht' de resultaten van de afgelopen vier jaar keihard samenge vat met de volgende worden: 'Mooie plannen, maar geen paal de grond in'. Veel plannen en nota's, weinig resul taat. De woningnood is groot, maar de grenzen zijn bereikt en de onderhan delingen met de randgemeenten verliepen stroef. Net voor de raadsver kiezingen werd overeenstemming bereikt met Vleuten-de Meern over annexatie van het kassengebied. Het Utrechts Cityproject, een ander heet hangijzer, heeft de gemeente inmiddels ruim 10 miljoen aan voor bereiding gekost, terwijl verschillende partners gaandeweg afhaakten. Het grootste tumult veroorzaakten de plannen voor de sneltram, vooral poli tiek. Binnen één jaar werd besloten vóór aanleg om vervolgens het plan voor onbepaalde tijd in de ijskast te zetten. Met de restauratie van het Duitse Huis is eindelijk, dankzij de aardgas baten, begonnen, maar of er nu een Vijfsterren tophotel komt of een andere instelling is evenmin duidelijk. Een wandeling terug in de tijd en door de groene long van Utrecht doet al deze plannenmakerij vergeten, zij het tijdelijk, want om het Lucasbolwerk met de stadsschouwburg*, kan men niet heen. Slechten der wallen Tussen 1820 en 1830 was de bevol king van Utrecht toegenomen met een kwart tot 43.000 inwoners. De situatie met vandaag de dag is vergelijkbaar. Er heerste woningnood en de stad was vol. De verdedigingswerken beston den uit een stadsmuur en wal, een groot aantal waltorens, vijf stadspoor ten en acht bastions en bolwerken. In de torens waren allerlei bedrijfjes ondergebracht of ze werden bewoond. Bastion Sterrenburg was een vuilnis belt. Door het voltooien van de Nieuwe Hollandse Waterlinie in 1824 waren de verdedigingswerken overbodig geworden. Er gingen steeds meer stemmen op de wallen te slechten en het 'stenen corset' af te gooien. Ten tijde van burgemeester Asch van Wijck (ambtsperiode 1827-'39) werden opnieuw plannen ontwikkeld, waarbij het economisch belang - meer distributiemogelijkheden scheppen door de vaarroute door de stad te leggen - zwaar woog. Elieraan lag overigens een plan van zijn voorgan ger Moreelse uit 1664 ten grondslag. Het aanzien van de stad vormde daarbij een belangrijke factor. In 1827 werd de 'Commissie tot Uitbreiding en Verfraaijing der Stad Utrecht' geïnstalleerd. Met verfraaiing werd bedoeld verbetering van 'het gerief, de gezondheid en het genoegen' en het 'uitbreiden en bevalliger maken, waardoor deze stad zoowel meerdere gegoede ingezetenen tot zich zal trekken, als zij door vermeerderd vertier aan de werkzame classe ruime middelen van bestaan zal opleveren'. De bouw van huizen voor de welge- stelden moest gestimuleerd worden. Vervallen muren en bouwwerken dienden afgebroken te worden en lelijke gedeelten moesten aan het oog worden onttrokken door nieuwbouw en fraaie plantsoenen of eenvoudig weg door de wal niet af te graven en muren niet af te breken. De parkaan- leg moest zich uitstrekken van Tolsteegpoort tot en met het Begijnebolwerk. J. DZocherjr. Zocher (1791-1870) had eerder in zijn woonplaats Haarlem plannen gemaakt voor plantsoenen op de plaats van gesloopte verdedigingswerken. Dergelijke plantsoenen noemde men toentertijd wandelingen Zocher werd door menig gemeentebestuur gevraagd plannen te ontwikkelen voor plantsoenen en bijbehorende bebou wing. Hij werd in 1829 aangezocht door burgemeester Asch van Wijck voor een grote stadsuitbreiding. In de plannen bevinden zich met het oog op 24

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1994 | | pagina 24