Gemeente kan lijst bijhouden
De treurboom draagt bij tot de stemmige sfeer op de Nieuwe Ooster.
karakter van de wijze waarop wij onze
overledenen eerden. Een rondgang-
confronteert ons soms met onze
'groten der aarde' en zo toont de
begraafplaats vaak de tot steen gewor
den geschiedenis. Daarnaast vormt
onze laatste rustplaats een groene oase
in een verstedelijkt land, een gebied
waar de stilte merkbaar wordt.
Duidelijk is dat op een begraafplaats
de beplanting en begroeiing zich vaak
gunstig kunnen ontwikkelen. Vandaar
de grote biologische betekenis van
onze dodenakkers. Het is bij uitstek
de plek waar veel mooi ontwikkelde
bomen te vinden zijn, omdat ze daar in
het algemeen niet het veld behoeven
te ruimen vanwege te veel schaduw of
mogelijke schade aan daken van
huizen. Vele begraafplaatsen vervullen
dankzij de mooie begroeiing een oase
functie. Juist in verstedelijkte gebie
den vormen ze plekken waar het dier
lijk leven een toevlucht kan vinden.
De alom aanwezige rust maakt, dat er
Beplanting vormt een beeldbepalend element op
een begraafplaats, zoals hier op de Nieuwe Ooster.
verhoudingsgewijs meer diersoorten
voorkomen dan op even grote plaatsen
elders. Hoe meer variatie in begroei
ing des te meer diersoorten. De
aanwezigheid van bepaalde bomen
zowel qua soort als verschijningsvorm
is van belangvoor de dendrologische
betekenis van het geheel. Soms
hebben bepaalde bomen een symboli
sche betekenis zoals de treurboom, de
levensboom (Thuja) en de Taxus.
Vaak komen niet -inheemse boom
soorten voor - 'exoten' - die derhalve
een belangrijke waarde vertegenwoor
digen. Grafzerken, paadjes, bomen,
gazons, muren en bouwwerken
vormen een ideale biotoop voor de
leverblad- en slaapmossen.
Het vergt weinig voorstellingsvermo
gen dat een vaak zo waardevol geheel
om een zorgvuldig beheer vraagt. De
minister wees in 1985 op de situatie
dat veel kerken inmiddels zijn beroofd
van hun historische kerkhoven. 'Na de
verwijdering van de zerken, veelal
gevolgd door het hek en de beplan
ting, resteert dan een sfeerloos talud of
een parkeerplaats'. En wie kent niet
die korte mededeling op de gele
bordjes dat de grafrechten zijn verval
len en dat de beheerder voornemens is
het graf en de grafbedekking te
ruimen. Beheren, met name opruimen
zat ons in het bloed!
I
Dodelijke gelijkvormigheid
Wie het boekje 'Begraafplaatsen' uit
de bekende blauwe reeks van de
Vereniging van Nederlandse
Gemeenten uit 1951 nog eens ter
hand neemt bemerkt al snel dat
destijds de Hollandse ordelijkheid
hoog in het vaandel werd gevoerd.
'Helaas moet worden gezegd dat
goede gave stijl, schoonheid en sfeer
verre te zoeken zijn en dat onze
dodenakkers te vaak een chaotisch,
verward en onsamenhangend beeld
opleveren', lezen we onder een foto en
met gepaste trots wordt de dodelijke
gelijkvormigheid van de afgelopen
decennia als gewenste 'kentering'
gepresenteerd. Het is duidelijk dat,
wat kennelijk veertig jaar geleden als
gruwel werd ervaren, op dit moment
als positief wordt beleefd.
Ook bij de Vereniging van Neder
landse Gemeenten is een andere wind
gaan waaien. 'Gemeentelijke begraaf
plaatsen' een uitgave in de groene
reeks uit 1990 heeft in de model-
beheersverordening de mogelijkheid
opgenomen historische graven en
opvallende grafbedekking in stand te
houden door middel van een con
structie waarbij Burgemeesters en
Wethouders een lijst bijhouden.
Dit gaat sommigen niet ver genoeg en
zij pleiten voor plaatsing op de rijkslijst
voor beschermde monumenten. Op
dit moment wordt het Monumenten
Registratie Project uitgevoerd als
gevolg waarvan ongetwijfeld de nodige
dodenakkers rijksbescherming zullen
krijgen. Aan de andere kant moeten
we er rekening mee houden dat het
aantal zeer bescheiden zal zijn. Daarom
is het een prima suggestie van de VNG
de plaatselijke overheid te wijzen op
de mogelijkheid van een door B en W
bij te houden lijst. In een tijd waar
financiën in toenemende mate het
bedrijf van de monumentenzorg onder
druk zetten is het van groot belang om
de gezamenlijke verantwoordelijkheid
voor onze laatste rustplaats te onder
kennen en met elkaar naar mogelijk
heden te zoeken voor een kwalitatief
goed beheer. De afwezigheid van
subsidies geeft ons nog geen vrijbrief
de boel maar op te ruimen. De tijd van
'geen centen, geen monumenten' ligt
nu echt wel achter ons.
Meindert Stokroos is medewerker van het.
Bureau Monumentenzorg van de
gemeente Amsterdam
Geënte exemplaren van een treurboom.
23