Begraafplaatsen en kerkhoven een
veelsoortig belang
Kom meewe gaan naar 't kerkhofV moet Slauerhof tegen Hendrik de Vries
gezegd hebben toen deze hem voor de oorlog in Leeuwarden kwam opzoeken.
Hoe ze precies van het station er naar toe zijn gelopen wordt niet verhaald
maar zij waren zeker niet de laatsten die de begraafplaats aan de
Spanjaardslaan met een bezoek vereerden. De begraafplaats is inmidels buiten
gebruik gesteld maar de plek is nog steeds een oase van rust waar het plezierig
toeven is.
MEINDERT STOKROOS
Na een eeuw biedt de Nieuwe Oosterbegraafplaats in Amsterdam een grote variatie aan grafmonumenten.
Tot 31 augustus is er op deze begraafplaats een expositie over grafmonumenten (zie pag. 19).
(foto's van Han van Gooi, Gemeentelijk Bureau Monumentenzorg, Amsterdam)
De plannen voor de aanleg gaan terug
tot het begin van de vorige eeuw toen
in heel Nederland veel zogenaamde
buitenbegraafiplaatsen werden aange
legd in verband met het verbod nog
langer in kerken te begraven. Het was
de bekende tuinarchitect Lucas Pieter
Roodbaard die de opdracht kreeg voor
het ontwerp van een nieuwe begraaf
plaats aan de Spanjaardslaan. In tegen
stelling tot de eerste streng symme
trisch uitgevoerde buitenbegraaf
plaatsen waar de aandacht zich louter
richtte op het zo efficiënt mogelijk
opbergen van de stoffelijke overschot
ten heeft Roodbaard een heus begraaf-
park ontworpen, daarmee aangevend
dat een begraafplaats tevens een plek
kan zijn voor wandelingen. W. Eekhojf
de plaatselijke geschiedschrijver,
merkte op: 'Bij het aanleggen kon
tevens naast het noodzakelijke en
nuttige, ook het schone en aangename
in het oog worden gehouden, ten
einde door ene smaakvolle beplanting
mede het schrikbeeld weg te nemen,
hetwelk veler vooroordeel nog aan de
stille verblijfplaats der dooden hechtte.'
De mooie begraafplaats aan de
Spanjaardslaan in Leeuwarden is niet
de enige dodenakker in ons land, die
het bezoeken waard is. Wie de moeite
neemt om eens verder te kijken dan de
nog immer toeristisch aangeprezen
binnensteden kan in heel wat middel
grote provincie-steden fraai aange
legde begraafplaatsen aantreffen.
Hoewel destijds deze plekken buiten
de bebouwde komen werden gesitu
eerd zijn de meeste inmiddels binnen
het grootstedelijke grondgebied
komen te liggen.
Wandelgebied
De begraafplaats als cultureel erfgoed
staat sinds enige tijd volop in de
belangstelling. In dit verband moet
zeker het pionierswerk van R. van
Bruggen, destijds directeur begraaf
plaatsen in Utrecht, worden genoemd.
In 1978 haalde hij de landelijke pers
met zijn pleidooi voor de begraafplaats
als wandelgebied. Daarmee zette hij
de trend voor de jaren tachtig waar de
begraafplaats langzamerhand weer de
belangstelling zou krijgen die zij
verdient. In september 1984 was het
de toenmalige minister van WVC Elco
Brinkman, die de gemeenten atten
deerde op het belang dat hij toekende
aan de begraafplaatsen. De bewinds
man deed daarbij een aantal sugges
ties, die varieerden van stimulerings
maatregelen tot het plaatsen op de
monumentenlijsten.
Het belang van de begraafplaats als
cultureel erfgoed was daarmee onder de
politieke aandacht gebracht. Congres
sen, tentoonstellingen, publicaties en
de oprichting van 'de Terebinth', een
vereniging die zich beijvert voor de
zorg rond dood en rustplaats markeer
den de nieuwe kijk op een vergeten
categorie binnen de monumentenzorg.
Groene oase in de stad
Onze laatste rustplaats is in velerlei
opzicht van belang. Allereerst illus
treert zij middels de bewaard gebleven
grafstenen en grafmonumenten de
wijzen waarop wij de afgelopen decen
nia de herinnering aan onze doden
gestalte gaven. Rouwsymbolen, gene
alogische en heraldische motieven, de
vormgeving van de graftekens en de
gebruikte materialen zijn illustratief
voor een bepaald tijdsgewricht maar
illustreren veelal het traditionele
22