rr
W-'-
i|I!S;in
De diergaarde is een geliefd ontmoetingspunt. Op
de achtergrond de Rivièrahal met zijn mediterrane
architectuur, (foto Joop Reyngoud)
Beton maar van een expressieve kracht, een halve eeuw bepalend voor de sfeer in Blijdorp.
(foto Joop Reyngoud)
dat de mobiliteit niet al te groot was,
elk bezoek tot een uitje. Door zijn
gebouwen (als de sociëteit) en de
exotische omstandigheden was de
diergaarde ook een geliefd centrum
van cultuur en gezelligheidsleven.
Men had in de jaarverslagen niet te
klagen over belangstelling, noch van
individuele bezoekers noch van
schoolgaande kinderen die klassikaal
kwamen.
Nieuwe diergaarde
Was het eind vorige eeuw nog een
teken van welstand en een brevet van
goed fatsoen om lid te zijn van
Diergaarde Rotterdam, de tijden
veranderden en na de Eerste Wereld
oorlog was deze status van het
lidmaatschap verdwenen. In de jaren
'30 ging het bergafwaarts met het
aantal leden en bezoekers. De crisis
jaren droegen daar ook hun steentje
toe bij. De oude vereniging werd geli
quideerd en in haar plaats kwam op
26 oktober 1938 de Stichting
Rotterdamse Diergaarde.
Architect Sibold van Ravesteyn kreeg
opdracht een ontwerp voor een
nieuwe diergaarde te maken die op het
huidige terrein (opnieuw aan de rand
van de toenmalige stad) kwam te
liggen. Grondige modernisering van
de instelling was hard nodig. In 1939
ging de eerste paal de grond in. De
huisvesting van de beesten was afge
stemd op hun gedrag en oorsprong, de
beplanting ook, er was een zo gering
mogelijke scheiding tussen mens en
dier, men paste loopweiden toe en er
kwam een architectonisch verband
tussen de dierenverblijven, het park
en de overige gebouwen. Kortom het
geheel was als eenheid ontworpen, wat
in de oorspronkelijke dierentuin zicht
baar was, mede door de sterke symme
trie.
Begin 1940 was men midden in de
voorbereiding voor de verhuizing toen
bombardementen op 12 en 14 mei de
oude tuin zwaar troffen. Brand en
chaos was het gevolg. Roofdieren
moesten uit veiligheidsoverwegingen
worden doodgeschoten. De overige
dieren verhuisden naar Diergaarde
Blijdorp die 6 december 1940 officieel
werd geopend.
Hoewel het bezoekende publiek er
niet veel van merkt is de architectoni
sche teloorgang van deze bijzondere
dierentuin al jarenlang gaande.
Smeekbede
In 1986 liet architect Joh.de Vries een
smeekbede horen om de diergaarde op
de monumentenlijst te zetten. Steeds
meer werd deze wonderlijke en
bijzondere schepping aangetast. In
1972 was de uitkijktoren gesloopt. De
theeschenkerij verdween. Het zee-
leeuwènbassin werd aangepast. De
Rivièrahal kreeg een houten plafond
in plaats van de strak gestucte hemel
met een feestlint van lampen. Nieuwe
plannen zouden de oorspronkelijke
symmetrische totaalopzet van de dier
gaarde en haar zwoele architectuur
steeds verder ondermijnen.
Begin 1988 bleek dat er een master-
plan lag om de dierentuin weer een
positieve financiële positie te geven
door grote vernieuwingen aan te
brengen. Behoud van het totale
concept en de architectuur stonden
niet voorop. De Monumenten
commissie schreef een verontruste
brief naar tal van instellingen en
politici. Diergaardedirecteur Ton
Dorresteyn wist niet alleen zijn eigen
bestuur op zijn hand, maar ook het
gemeentebestuur, waar D66-wethou-
der Ries Jansen zowel recreatie als
monumentenzorg vertegenwoordigde.
Het antwoord aan de Monumenten
commissie was geruststellend. De
dierverblijven moesten 'diervriende
lijke, fokgerichte onderkomens
(worden), waarbij de verzorging van
de dieren optimaal moet zijn,' er
werden slechts 'bepaalde concessies'
aan de architectuur gedaan. Maar het
Bureau Monumenten was er niet
gerust op en informeerde wethouder
Jansen nogmaals, ook namens de
Monumentencommissie. 'Het recre-
atief-toeristisch aspect van de dieren
tuin en het bevorderen van het welzijn
van de dieren is hoogst noodzakelijk.
Behoud van de architectuur is onmis
baar in datzelfde toeristisch-recre-
atieve pakket. Het gaat hier om een
uniek monument van het vooroor
logse bouwen dat nu nog grotendeels
intact is.'
Net geen 50 jaar oud
De CDA-minister van WVC, Elco
Brinkmandeed daar later nog een
schepje bovenop in een brief aan B en
W. Hij kon er begrip voor opbrengen
om de diergaarde nieuw leven in te
blazen, maar eiste tegelijk absoluut
respect voor het mediterrane en tropi
sche karakter van de parkaanleg en de
architectuur. Zijn brief was een zwak
tebod. Naar de letter van de wet was
Blijdorp geen monument, want net
geen 50 jaar oud. De Rijksdienst kwam
daarom met de inventieve suggestie
elke uitbreiding van Diergaarde
Blijdorp buiten het huidige terrein te
realiseren en de oorspronkelijke tuin
niet verder aan te tasten. Diergaarde
Blijdorp was echter onbeschermd
want wel monumentaal, maar geen
18