'Leve' Blijdorp of de teloorgang van een
uniek monument van vooroorlogs bouwen
-•^(rvr
HERMAN MOSCOVITER
Diergaarde Blijdorp heeft een vaste groep bezoekers op mooie dagen, dat
bestaat uit bejaarden en jongere mensen, vooral vrouwen. Oudere dam,es
treffen elkaar en oudere heren zoeken elkaar op bij de thee of de koffie in het
restaurant achterin de Rivièrahal, of bij goed weer op de bankjes. Ze wisselen
daar defaits divers uit van de afgelopen dagen. De ditjes en de datjes, het
kabbelende leven, de paar schokkende gebeurtenissen, niets blijft onbesproken.
-
".'4
4 i
PSl
jtw. --f
Het sociëteitsgebouw in de oude Diergaarde bij het station.Destijds een culturele en sociale factor in de
stad. (foto archief Rotterdams Dagblad)
Jonge vrouwen soms met kinderwa
gen, veelal met peuters, gaan van kooi
tot kooivan plek tot plek. Vooral de
apen zijn erg in trek bij deze groep. En
natuurlijk de onrustige roofdieren en
beesten die ontzag inboezemen door
grootte, zoals giraffen en olifanten.
De dierentuin is voor sommige
groepen een groen rustpunt in de stad.
Een ontmoetingsplek, niet alleen van
mens en dier, maar ook van mens en
mens. Zo is het altijd geweest, zo zal
het blijven. Alleen de verbazing over
het exotische en het educatieve is afge
zwakt in anderhalve eeuw.
Het gaat opwaarts met Blijdorp.
Miljoenen guldens kostende investe
ringen werpen hun vruchten af. Maar
ook een inventief en creatief beheer.
Spektakel in de dierentuin is niet meer
uit den boze. Dinosaurustentoon
stellingen moeten kunnen, vernieu
wingen worden zichtbaar (zoals de
enorme olifantenkas, Taman Indah),
de annexaties van gebieden die geëx
ploiteerd worden terwille van de
dierentuin geven een beeld van de
huidige dynamiek.
Het Spoorboschje
De geschiedenis van de diergaarde is
anekdotisch. Twee employés van de
Hollandsche IJzeren Spoorweg
Maatschappij, hielden begin van de
jaren '50 in de vorige eeuw op de
braakliggende gronden nabij het
station 'fazanten, fraaije eenden en
kippen van uitstekende grootte.' De
liefhebberij van de twee kreeg van de
particuliere Spoorwegmaatschappij
alle ruimte en al snel was de wat
excentrisch in het noordwesten van de
stad gelegen tuin bekend bij de
Rotterdammers als het Spoorboschje.
Des middags kuierden kindermeisjes
met de hun toevertrouwde kleuters er
heen. Welbeladen korfjes met etens
waar werden er genuttigd. Picknick
avant la lettre.
Kleine stad aan de Maas
Onmiskenbaar bleek een dierentuin
een belangrijke trekker, want naar
mate er uitbreiding kwam en de verza
meling zich vergrootte, steeg het
bezoekersaantal, vooral toen de
Javaanse aap Kees, bekend om zijn
onhandelbare karakter, met zijn echt
genote Trui, de bezoekers verbaasde
en vermaakte. De menagerie bestond
anno 1856, afgezien van het kleinvee,
uit een beer, een hyena, een tijgerkat,
twee vossen, een jakhals, twee rendie
ren, 20 apen, twee pelikanen, een
arend en een gier. Dat was het moment
waarop de samenwerkende dierenlief
hebbers een Zoölogisch Genootschap
of Diergaarde wilden oprichten om
het geheel te institutionaliseren. Op
27 maart 1857 was de Rotterdamse
Diergaarde officieel een feit.
Nog steeds was Rotterdam een kleine
stad aan de Nieuwe Maas. De stads
driehoek huisvestte de meesten van de
nog geen 100.000 bewoners. Heel
langzaam groeide de bebouwing om
het station en de dierentuin, die
beschikte over een (inmiddels aan
gekocht) terrein van 9 bunders en
3 3 roeden. Per jaar kreeg men
30.000 bezoekers.
Pas in de jaren '70 van de vorige eeuw
kwam de explosieve groei van
Rotterdam op gang. Grote infrastruc
turele werken als de aanleg van de
Nieuwe Waterweg, doortrekking van
de spoorweg dwars door de stad,
aanleg van de eerste havens op Zuid
lokten tienduizenden migranten.
In 1907 was de oude Diergaarde
Blijdorp 13,5 hectare groot en geheel
ingesloten door de stedelijke bebou
wing. Rotterdam telde inmiddels meer
dan 400.000 inwoners. De plek in de
stad, de bonte verzameling en het
educatief gehalte maakten, in een tijd
De uitkijktoren van het nieuwe Blijdorp anno 1940.
Afgebroken in 1972. Een van de eerste grove
aantastingen van de symmetrische architectuur
en tuinaanleg van Van Ravesteyn. (foto archief
Rotterdams Dagblad)
17