Integratie van cultuurhistorie
en ecologie
Groenbeleid Zwolle:
Cultuurhistorisch waardevolle gebieden zoals oude binnenstadstuinen,
plantsoenen en stadsparken vragen een aparte aanpak. Kennis van
groenbeheer maar zeker ook kennis van het historisch belang van deze
groengebieden zijn vereist. De afgelopen jaren staat het ecologisch groenbeheer
sterk in de belangstelling, een beleid dat zo op het eerste gezicht op gespannen
voet staat met het behoud van cultuurhistorisch waardevolle parken, tuinen en
plantsoenen. De gemeente Zwolle probeert in haar groenbeleid een weg uit te
stippelen die aan beide recht doet.
MATH BERKERS
Het Engelse Werk, een slingerend pad met hoge
eikebomen.
Zwolle was een van de eerste gémeen-
ten in Nederland die experimenteerde
met ecologisch groenbeheer. Ener
zijds ingegeven door ideële motieven,
het uitbannen van de gifspuit en het
streven naar meer wilde flora en fauna,
anderzijds lag er heel pragmatisch een
bezuiniging aan ten grondslag.
De gemeente heeft in haar beleid een
zonering aangebracht, vier zones met
een verloop van extensief naar inten
sief beheer. Het groen in zone 1, aan
de rand van de stad, wordt het meest
natuurlijk beheerd. Door extensief te
maaien krijgt de inheemse flora hier
veel kans. Het groen binnen de wijken,
de speelplekken en kleine plantsoe
nen, valt onder zone 4. Zone 4 wordt
intensief onderhouden, het omgaan
met openbaar groen zoals nu nog in
veel gemeenten gemeengoed is: regel
matig maaien, schoffelen en onkruid
wieden. Met dit verschil dat in Zwolle
nergens, zelfs niet op de bestrating, de
gifspuit gebruikt wordt.
Historisch groen
Het historisch groen bevindt zich
grotendeels in zone 3het ecologisch
belang van deze gebieden is onderge
schikt aan hun cultuurhistorische
waarde. Voor de grotere parken zijn
aparte beheersplannen in voorberei
ding.
Een wandeling door Zwolle leert dat
de gemeente rijk bedeeld is met histo
rische parken. Zoals in alle voormalige
vestingsteden zijn ook in Zwolle op de
voormalige vestingwerken parken en
plantsoenen aangelegd. Er zijn boven
dien twee mooie begraafplaatsen: de
Algemene Begraafplaats 'Meppeler-
straatweg' uit 1825, met onder andere
het graf van Rhijnvis Feith, en de
Algemene Begraafplaats 'Kranenburg'.
'De Kranenburg' is een voormalig
landgoed. Het ontwerp van de
begraafplaats is van Copijn: met zijn
slingerende paden en oude loofbomen
is het een van de mooiste begraafplaat
sen van Nederland. Verder bezit
Zwolle de tuin van de stadsvilla
Eekhout en twee grote buitenplaatsen:
Boschwijk, het zomerverblijf van
Rhijnvis Feith, en Zandhove. Maar
haar fraaiste bezit is wel Het Engelse
Werk.
Het Engelse Werk
De geschiedenis van dit park gaat
terug tot 15 81In dat jaar werd ter
bescherming van een veerplaats aan de
IJssel de Koterschans aangelegd. Om
het hele gebied tussen de IJssel en
Zwolle te kunnen verdedigen werd de
schans naar ontwerp van Simon Stevin
met twee nieuwe schansen uitgebreid.
Onder leiding van Menno van Coehoom
is in de 17de eeuw het verdedigings
werk naar de toenmalige inzichten
gemoderniseerd
Zwolle verloor haar betekenis als
vestingstad in 1790. In 1809 schonk
koning Lodewijk Napoleon de verdedi
gingslinie aan de stad. Enkele schan
sen werden gesloopt en het terrein
raakte verwilderd. Rond 1829 werd
naar adviezen van Hendrik van
Lanteren het Nieuwe Werk, de aanleg
van Van Coehoorn, ingericht als park.
Zijn zoon, Samuel Adriaanszoon van
Lanteren, heeft na de dood van zijn
vader de parkaanleg gedetailleerd. Het
nattere, noordoostelijke deel kreeg pas
later vorm. Voor deze aanleg tekende
de tuinarchitect Dirk Wattez. Allebei
de ontwerpen zijn uitgevoerd in de
Engelse landschapsstijl. Zo kreeg het
park ook haar huidige naam: Het
Engelse Werk. In de 20ste eeuw is het
park verder uitgebreid. De laatste
aanleg, het Spoolderbos, dateert van
ruim tien jaar geleden.
De grachten en het reliëf van het
verdedigingswerk zijn nu nog goed te
herkennen in het park. Verder zijn het
munitiedepot en een tunneltje
bewaard gebleven. De ontwerpen van
Van Lunteren en Wattez hebben nog
steeds een eigen karakter. Het plan
van Wattez is grootschaliger van
opzet, minder besloten en meer met
exoten beplant.
De visie van de gemeente Zwolle op
het beheer van dit park is in de afgelo
pen jaren duidelijk veranderd. Twintig
jaar geleden ging de voorkeur sterk uit
naar het ecologisch beheer: niet-
inheemse soorten, zoals de naald-
bomen, werden voor een deel verwij
derd. Nu legt de gemeente meer
nadruk op de cultuurhistorische
waarde van dit park. Exoten als rodo
dendrons en taxus worden weer aan
geplant. De verschillen in de ontwer
pen van Van Lunteren en Wattez
probeert ze verder te accentueren.
Maar het blijft natuurlijk een voortdu
rende afweging tussen het natuur- en
het cultuurhistorisch belang: in het
park heeft zich in de afgelopen ander
halve eeuw een rijke flora en fauna
ontwikkeld. Een intënsièver beheer
zou dit weer teniet kunnen doen.
Oude beuken langs een vergraven vestinggracht.
15