Jonge duiven in de zon bij de Westerkerk (foto's Ivo Haanstra). Uitwerpselen van duiven werken öp steen als zure regen. Daarnaast zijn duiven gevaarlijk voor de gezondheid. Niet alleen kunnen de uitwerpselen bij inademing tot infecties van de lucht wegen leiden, ook kunnen paratyfus en andere onprettige ziektes verspreid worden. De nesten zijn een broed plaats van ongedierte zoals duizend poten, oorwurmen en mijten. Opgehoopte uitwerpselen kunnen leiden tot lekkage op stalen lekdorpels, en op brandtrappen en vluchtwegen kunnen gevaarlijke situaties ontstaan, doordat bij een klein beetje motregen de uitwerpselen spiegelglad worden. Lekkage kan ontstaan doordat nesten de afvoer verstoppen. Wat doe je eraan? Bestrijding van overlastdoor duiven op z'n best is een combinatie van verschil lende maatregelen. De eerste maatre gel, voorbehouden aan gemeentedien sten, is de fysieke verwijdering van de duiven. Daartoe worden 'bij beperkte overlast' van gemeentewege vang- kooien ingezet. De gevangen duiven worden afgevoerd en met koolzuurgas gedood. Een wel erg rigoureuze maat regel die onze collega's in de Dieren bescherming terecht in het verkeerde keelgat zal schieten. Vroeger werd bij ernstige overlast in de buurt van het geplaagde gebouw een voederplaats op straat gecreëerd. Met behulp van 4 harpoenen en een net van 5x5 meter werden dan in een operatie 100 tot 150 duiven gevangen en afgevoerd. Het nadeel van zo'n operatie was echter de geringe accep tatie ervan door het publiek. Voor veel mensen zijn duiven alleen maar onschuldige vredessymbolen. Voor een vangactie is een opdrachtgever nodig, dat is iemand die de rekening betaalt. Een gemeentelijk budget voor duivenbestrijding is in Nederland niet echt algemeen. In Amsterdam is het budget hiervoor over de deelraden verspreid, waarmee een einde kwam aan het beleid. Er is ook tot voor enkele jaren gebruik gemaakt van de 'duivenpil', en opnieuw zijn onderzoeken aan de gang naar verbeterde anti-duif midde len. Het nadeel ervan is, dat als je er eenmaal mee begint je vele jaren lang alle duiven moet voeren voordat enig effect op de populatie merkbaar is. Bouwtechnische oplossingen Naast het wegvangen van duiven is er een aantal bouwtechnische maatrege len mogelijk om een gebouw duifwe- rend te maken. Op dit moment het meest gebruikt zijn onzichtbare netten die voor ramen en openingen worden gespannen. Op de Dam in Amsterdam zijn de meeste gebouwen met derge lijke netten uitgerust. Op vensterbanken en dakranden kunnen speciale lijntjes gespannen worden: een horizontale metalen draad met een trekveer. Als een duif daarop gaat zitten krijgt hij een onveilig gevoel. Ook met 'wiebelstrips' worden duiven geweerd. De wiebelstrip is een laagje verend, siliconeachtig materiaal waar duiven een hekel aan hebben. Om de levensduur te verlengen worden de strips afgelakt, maar langer dan een jaar of twee duurt de effectiviteit niet: het materiaal hardt in de tijd langzaam uit. Maar - zo menen deskundigen - na 2 jaar is het probleem zo niet opgelost, dan toch min of meer permanent verplaatst naar de buren. Duivenpasta's die gebruikt worden op vensterbanken, daklijsten en andere duifgevoelige plekken, zorgen voor een iets kleverige ondergrond, maar ook die pasta's hebben een beperkte levensduur. Vervuiling (door duiven!) is hiervan de oorzaak. Een duifwerende oplossing voor nissen, vensterbanken en uithangbor den zijn rechtopstaande pinnen, die twee aan twee op korte afstand van elkaar geplaatst worden. Nu niet bepaald diervriendelijk. Ook kunnen duifgevoelige richels voorzien worden van een stalen glijbaan waarop de beesten geen houvast vinden. Dat klinkt wat acceptabeler. Voor duifwerende maatregelen rond een gebouw moet al gauw een budget van enkele tienduizenden guldens uitgetrokken worden. Dat lijkt veel, maar afgezet tegen de kosten van gevelreiniging is dat een schijntje. Ivo Haanstra is free-lancejournalist te Amsterdam De eerste aflevering in deze serie (over urineren en monumenten) verscheen in het oktobernummer van 1993. 39

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1994 | | pagina 41