Kwaliteit en openbare ruimte in een
historische stad
Op 19 november presenteerde de NV Bergkwartier, Maatschappij tot
Stadsherstel in Deventer ter gelegenheid van zijn 25-jarigjubileum twee
plannen tot (herjinrichting van de straten en pleinen in het historisch stedelijk
gebiedwaaraan de NV zijn naam ontleent. De planpresentatie werd
voorafgegaan door een mini-symposium. Sprekers over het thema Kwaliteit
en Openbare Ruimte in een historische stad.waren de heer drs. A.L.L.M.
Asselbergs, directeur van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, en zijn
voorganger jhr. ir. van Nispen tot Sevenaer, nu directeur van ICOMOS.
LEO VAN DERMEULE
Een heringericht Bergschild volgens de ideeën van Trompert met een open karakter.De auto's van de
straat. Bloembakken, verkeersborden en paaltjes zijn vervangen door stoepen met bollen en banken. Door
de belijning wordt de ruimte versterkt.
Asselbergs ging uit van de veronder
stelling dat voortdurende verandering
niet te stuiten is en in zijn algemeen
heid is gebaseerd op het behoud of het
scheppen van functionaliteit. Dat
zulks tot heel aantrekkelijke resultaten
kan leiden bewijst de singelbebouwing
rond onze oude binnensteden. In de
plaats gekomen van de oude stadsom
walling, die geen enkel nut meer had,
werden hier wonen, park- en wegen
aanleg in een functioneel hoogwaardig
en voor het oog aantrekkelijk geheel
gecombineerd. Monumentenzorg
toespitsen op behoud met veronacht
zaming van de gebruikswaarde is
veelal onmogelijk en ongewenst. Wel
stelde Asselbergs de interessante vraag
of een tijdelijk bestuurder een blijvend
stempel op de historische stad mag
drukken. Dat kan zo'n magistraat
doen door de zaak tot in het kleinste
detail te willen behouden of door
grootschalige kaalslag en ontkenning
van de oorspronkelijke structuur.
Twee uitersten op de schaal met
keuzemogelijkheden.
Waardoor wordt onze omgang met de
historische, openbare ruimte bepaald?
De uiteindelijk gekozen aanpak zal
mede afhangen van het ethisch norm
besef in een samenleving. De ethiek
was het thema van de lezing van de
heer Van Nispen.
Omgeving belangrijk voor monument
Voor de historische bebouwing zelf
zijn, aldus Van Nispen, allerlei regels
en gedragscodes opgesteld, maar
iedereen weet dat een zorgvuldig
opgeknapt monument een vlag op een
modderschuit wordt als men de omge
ving laat verloederen. Wie uitkijkt op
een vuilnisbelt wil verhuizen, een
onaantrekkelijke omgeving holt ook
de gebruikswaarde van het (woon-
huis)monument zelf uit. Hoe verant
woordelijk voelen we ons voor
datgene wat niet direct tot ons privé-
domein behoort? Het lijkt tijd te
worden voor het opstellen van richtlij
nen voor het omgaan met de omge
ving, waarin zich het monument
bevindt. Dat hoeft niet te ontaarden
in zweverigheid. Begrippen als materi
aalkeuze, mate van ambachtelijkheid,
ontwerp en situering leveren ook voor
wat de openbare ruimte aangaat
voldoende harde maatstaven die als
uitgangspunt voor gericht behoud of
beheerste aanpassing kunnen dienen.
Visies op openbare ruimte
Beide laatstgenoemde elementen
maken ook deel uit van de ontwerpop
dracht zoals door de N.V. Bergkwartier
verstrekt aan de ingenieurs Frans van
der WerfenAad Trompert. De opdracht
werd geformuleerd door prof. ir. Henk
De huidige situatie van het Bergschild.
Goudappel. De authenticiteit staat
onder druk, ook in de openbare ruimte
van het Bergkwartier. Dat komt nu
eens niet door verwaarlozing en verval
maar juist door continue verbeteren
en aanpassen. We zullen na moeten
denken of we zo verder willen. Hoe
richten we pleinen en straten zo in dat
bereikbaarheid, (auto)mobiliteit,
verblijfsklimaat en historische kwali
teit tot hun recht kunnen komen en
dat liefst via een benadering en uitwer
king die bestendig en toekomstgericht
zullen blijken te zijn? Zie er maar eens
uit te komen. Van Trompert en Van
der Werf werd dan ook niet verwach t
dat ze met dè ideale eindoplossing aan
kwamen dragen. Hoewel de uitvoer
baarheid wel in het oog diende te
worden gehouden ging het toch
ook om het leveren van ideeën en het
aanzwengelen van een discussie. Eerst
de plannen zelf: ze hier in hun geheel
bespreken zou te ver voeren. We
volstaan met het weergeven van de
beide opvattingen over de z.g. marges,
de smalle overgang tussen privé- en
openbaar gebied. De strook van onge-
37