Het wonder van Rhoon Rhoon werd met Poortugaal tot Albrandswaard Door de gigantische expansie van de Europoort werden na de oorlog verschillende dorpen rondom Rotterdam geannexeerd. We denken hierbij aan de voorheen in landelijke rust levende dorpsgemeenschappen PernisHoogvliet en Poortugaal. Rhoon bleef tot voor kort buiten de omhelzing van de onverzadigbare buurman. Er is wel eens vermoed dat het doorzijn machtige buur ontzien werdhetzij om, zijn respectabele leeftijd, hetzij om zijn, aanwezig landelijk schoon of fraaie cultuurschat, het kasteel van Rhoon. J.H. KRUIZINGA Huis te Rhoon in 1740, van rechtsaf gezien, met hek en toegangspoort, (foto's uit Archief J.H. Kruizinga) Dat wilde niet zeggen, dat Rhoon een oud in de historie wegdoezelend dorp bleef. Rotterdam bleek het aangren zende dorp niet slechts te ontzien, maar begunstigde Rhoon als intact woonoord. Voor en na vestigden zich in Rhoon welgestelde Rotterdamse forensen, die door de bouw van mooie landhuizen het dorpsgezicht in hoige mate verfraaiden. En daarbij aanslui tend verrezen nieuwe ruime woonwij ken om het groeiend getal van nieuwe middenstanders op te vangen. Dat al deze vernieuwingen ook aan de communicatie nieuwe vormen gaf lag voor de hand. Een snelle verkeersweg, die Rotterdam met Brielle verbindt door snijdt het dorp en vormt met de oude' dorpsstraat wel een scherp contrast. De Rotterdamse metro trok haar lijnen door met de verbinding Rhoon- Hoogvliet, zodat de bezoekers van deze oude plaatsen nog sneller in de grootste havenstad ter wereld kunnen komen. Veel sterker echter treft de tegenstelling tussen verleden en heden als zij, vlakbij de metrohalte, de torens ontdekken van het kasteel van Rhoon, met de nabijgelegen dorpskerk en het logement 'Het wapen van Rhoon'. Per 1 januarie 1985 kwam er jammerge- noeg een einde aan het zelfstandig voortbestaan van Rhoon. Het werd met Poortugaal tot de gemeente Albrandswaard, waarvan de zetel is gevestigd in het Gemeentehuis van Portugaal. Het kasteel van Rhoon Het allereerste kasteel van Rhoon werd omstreeks 1200 gebouwd als een versterkt landhuis. Dit gebeurde door Biggo van Duiveland, heer van Rhoon of Rooden (gerooide plek). Dit kasteel verdween tijdens de St. Elisabethsvloed (18 november 1421). Toen werd ook het nabijgelegen eilandje Albrandswaard overstroomd (De naam daarvan leeft voort in de huidige naamgeving). De heren van Duiveland zaten niet bij de brokstukken van hun gehavende bezit neer. Zij bouwden onder leiding van Pieter II, heer van Rhoon (1411- 1455) in 1432 het huidige kasteel, dat in 1598 gedeeltelijk werd vernieuwd. Een gevelsteen met het jaartal 1598 bevindt zich nog in het huidige kasteel, dat als versterking toen al geen dienst meer deed. Het werd meer een buitenplaats of hofstede. Plet kasteel werd gebouwd in overeenstemming met de waardigheid van een ridder hofstad. De 'Criminele Vierschaar' sprak recht in de grote zaal, waarvan de ramen met geschilderde wapens bezet waren. Voor weerspannige burgers was er ook een gevangenis aanwezig. Weinig heerlijkheden zijn misschien zo sporadisch van bezitters verwisseld als de ridderhof Rhoon. Tot 1682 was het onafgebroken in het bezit van de familie van de stichter, Duiveland van Rhoon. Zo regelmatig was de opvol ging, dat door de eeuwen heen van 1119 af, de slotheer de voornaam Pieter droeg. Hans Willem Bentinck De beide heerlijkheden Rhoon en Pendrecht werden in 1682 voor 145.000 gulden gekocht door Hans Willem Bentinck (1647-1709), heer van Drimmelen, destijds kamerheer van de Prins van Oranje, van wie hij sinds jaren de vriend en vertrouwde was. Om het kasteel te kunnen kopen moest hij een borg hebben en dat was niemand minder dan stadhouder Willem III. Hij was onderhandelaar bij het huwelijk van Prins Willem. II (1650-1702) met Maria Stuart, dochter van de latere Jacobus//van Engeland. Snel klom hij tot 'waardigheden en rijke bedienin gen'. Weldra werd hij verheven tot. baron Cirenster, tot burggraaf Woodstock, tot graaf van Portland en tot ridder in de orde van de Kouseband. Ondanks het feit dat hij veel reisde, liet hij Rhoon niet geheel links liggen. Zo nu en dan zien we hem voor enkele dagen zijn intrek nemen in het slot, ook wandelde hij in het 'bos' achter het kasteel en viste in de diepe vijver, nog een overblijfsel uit de tijd van de St. Elizabethsvloed. In 1688 werd Willem Bentinck's eerste echtgenote, Anna Villiers in de dorpskerk van Rhoon begraven. Zijn tweede echtgenote Johanna Martha Temple heeft hem twaalf jaar over leefd. Nadat koning Willem III in de armen van Willem Bentinck (in 1702) was overleden, stierf hijzelf op 23 35

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1994 | | pagina 37