Literatuur
Bewoonde hooiberg aan Middelweg 41 te Tricht bij Geldermalsen.
ongeveer twintig hooibergen gevon
den (graan wordt nergens meer in de
hooiberg opgeslagen). Bijna vijftien
waren zodanig verbouwd dat het
uiterlijk fors geweld was aangedaan,
bijvoorbeeld door verbouwing tot
(deel van) woonhuis. Overigens zijn
verschillende hooibergen wel zodanig
verbouwd dat de buitenzijde in oude
stijl gehandhaafd bleef.
...en in 1993
In november 1993 is een vervolgon
derzoek uitgevoerd in het gebied.
Doel was na te gaan hoeveel objecten
er inmiddels verdwenen waren en een
vluchtige inventarisatie te maken van
het uiterlijk van de nog bestaande. De
uitkomst was toch wel schrikbarend te
noemen. Van de 207 destijds geïnven
tariseerde hooibergen waren er inmid
dels plm. 30 zodanig gewijzigd dat zij
niet meer aan de toen geldende crite
ria voldeden of zelfs volledig verdwe
nen waren. De meeste van deze dertig
waren toentertijd ook al in (zeer)
slecht staat, maar voor een aantal
was dit beslist niet het geval. Als het
verdwijnen in dit tempo doorzet, zijn
(theoretisch) de hooibergen in dit
gebied in nog geen vijfentwintig jaar
allemaal verdwenen! De in 1989
getelde 207 hooibergen vormden
vermoedelijk nauwelijks tien procent
van wat in het begin van deze eeuw
aanwezig was. Voor nog eens onge
veer vijfentwintig hooibergen geldt,
dat zij sinds de vorige inventarisatie
verslechterd zijn. Enkele van deze
hooibergen waren in 1989 nog in
goede staat. In enkele andere gevallen
was riet vervangen door golfplaat of
waren de roeden afgezaagd.
Niet alles is kommer en kwel. Zeker
vijf hooibergen stonden er beter bij
dan tijdens de eerste inventarisatie.
Een enkele wordt zelfs weer nagenoeg
Opgebouwd. Ook de SBHV heeft bij
het opknappen van enkele hooibergen
een helpende hand geboden. De
stormschade van de zware storm in
januari 1990 is in een aantal gevallen
weer hersteld.
De hooiberg blijkt toch een object te
zijn dat met de streek geïdentificeerd
wordt. Op meerdere plaatsen komen
er nieuwe 'hooibergen' bij, die met
hun Hans en Grietje-achtige voorko
men aangeven dat de eigenaar zich
waarschijnlijk heeft laten inspireren
door de aloude hooiberg. Ook worden
er hooibergen met een meer oorspron
kelijk uiterlijk nieuw neergezet.
De hooiberg als landschappelijk
element
Het verdwijnen van hooibergen heeft
gevolgen voor meer dan het object
alleen. Met de verdwijning van de
hooiberg verandert het uiterlijk van
het boerenerf en verdwijnt ook een
stuk landbouw- en sociaal-economi
sche geschiedenis. Er kan namelijk een
tweedeling gemaakt worden in hooi
bergen, behorende bij oude, grote
bedrijven en hooibergen, behorend bij
keuterijtjes en daglonerswoninkjes.
De grote bedrijven worden geken
merkt door een groot erf, waarop vaak
meerdere hooibergen staan of gestaan
hebben. Dergelijke bedrijven staan
dikwijls op een verhoging en hebben
nog een grote extra schuur (soms zelfs
een vloedschuur, vaak ook een zomer
woning). De kleine bedrijven, die in
het algemeen pas rond 1900 gesticht
zijn, vaak in de bermen van de (voor
malige) veedriften, staan op zeer
kleine, meest vlakke kaveltjes. Het
kleine, hier meest zijdelings uitge
bouwde hooibergje staat direct achter
de woning. In sommige dorpen is
(was) dit verschijnsel zeer goed waar te
nemen, bijvoorbeeld in Deil en Est. In
dit laatste dorp stonden in 1989 aan de
Dreef vier nagenoeg identieke hooi
bergjes, waarvan er inmiddels twee
verdwenen zijn. Met het slopen van de
hooibergjes verdwijnt een landschap
pelijk ensemble, dat een historische
waarde bezat met sociaal-economische
betekenis. Ook andere kenmerken
blijken (nu) plaatselijk verdeeld te zijn.
In het westelijke, aan Holland gren
zende deel van het onderzochte gebied
komen weidebedrijven voor en daar
zijn dan ook meerdere gemoderni
seerde hooibergen te vinden, die nog
in functie zijn voor wat betreft het
opslaan van hooi. Deze hooibergen
hebben wel een (niet zijdelings uitge
bouwde) onderbouw, die soms
gebruikt werd als potstal. Zij zijn hier
vaak zodanig aan de rand van de boer
derijterp neergezet, dat het lijkt of ze
erin gedrukt zijn.
De toekomst?
Vele hooibergen zijn nog in handen
van vaak (hoog)bejaarde oud-agra
riërs. Zij houden de gebouwen als het
mogelijk is in stand. Na overname van
de boerderij blijkt soms, met name bij
de grote boerderijen, zoveel tijd en
geld te gaan zitten in verbouwing en
restauratie van het hoofdgebouw, dat
de bijbehorende hooiberg al in elkaar
gezakt blijkt te zijn als men daar
uiteindelijk aan toekomt. Soms vindt
een zeer rigoureuze verbouwing
plaats, met minder geëigende materia
len, waardoor aan het uiterlijk afbreuk
wordt gedaan. Een voorbeeld van dit
laatste wordt gevormd door de eerder
genoemde woonhuis-hooiberg, met
raampjes en schoorsteentjes.
Verbouwing van een hooiberg tot
object met nieuwe functie is niet a
priori af te wijzen; functionele bebou
wing zal een hogere overlevingskans
hebben dan niet-functionele. Wel zou
meer aandacht geschonken kunnen
worden aan verbouwing-in-stijl,
waarbij, als vermoedelijk hoogst haal
bare, althans aan de buitenkant
nauwelijks te zien is dat het om een
verbouwde hooiberg gaat. Bij behoud
en herstel zou bovendien aandacht
geschonken moeten worden aan de
eerder genoemde plaatselijke en
sociaal-economische kenmerken.
In vroeger tijden hebben elders in
Europa eveneens hooibergen gestaan.
Het feit dat Nederland een restgebied
vormt schept de plicht om dit cultu
reel erfgoed zorgvuldig te beheren.
S.M. Jurgens, Hooibergen en vloed-
schuren in het Gelders rivierengebied.
Geldermalsen/Utrecht 1990.
S.M.Jurgens, Hooibergen en vloed-
schuren in het Gelders rivierengebied.
In: Historisch Geografisch Tijdschrift
1993/2.
Drs. S.M. Jurgens is historisch geograaf
te Apeldoorn