Hooibergen niet meer zo vanzelfsprekend
i.ï'i
Erfelementen verdwijnen in snel tempo
Nog steeds sieren hooibergen het landschap, maar hun aantal wordt (snel)
kleiner. Deze bouwwerkjes vormen zo 'ra vertrouwd beeld in het Nederlandse
landschap dat het nauwelijks voorstelbaar is dat ook zij onderhevig zijn aan
aantasting en sloop. Toch is dit laatste enkele jaren geleden opgemerkt door de
oprichters van de Stichting tot Behoud van Hooibergen en Vloedschuren in
het Gelders rivierengebied'' (SBHV). Deze stichting nam vervolgens het
initiatief tot een inventarisatie, die grotendeels uitgevoerd werd in het najaar
van 1989.
u*
SUZANJURGENS
5ia
„.r*c.. .r
V
Hooiberg aan Zandstraat 60 te Opijnen (1989). (foto's S.M.Jurgens).
De inventarisatie werd uitgevoerd
in het meest westelijke deel van de
provincie Gelderland, het gebied
tussen Waal en Lek, Amsterdam-
Rijnkanaal en de oude grens met
Zuid-Holland. De hooibergen in dit
gebied bestaan uit een ondergedeelte,
al dan niet (later) zijdelings uitge
bouwd, waarin dieren of wagens
gestald worden, en een bovengedeelte,
waarin eertijds hooi en graan opgetast
werden. De benaming 'schuurberg'
wordt ook wel gebruikt, ter onder
scheiding van de hooibergen waarbij
de oogst vanaf de grond opgetast
werd.
Schuurberg verloor functie
Dit laatste type, waarin gewoonlijk
alleen hooi wordt opgeslagen, wordt
dikwijls aangetroffen in gebieden met
weidebedrijven. De schuurberg is
daarentegen meer verbonden met het
gemengde bedrijf, zoals dat voorkwam
in de Betuwe. Door veranderingen in
de landbouw (schaalvergroting,
bedrijfsbeëindigingen, meer nadruk op
fruitteelt en verplaatsing van bedrijven
naar komgronden) raakte de schuur
berg zijn functie kwijt, dit in tegenstel
ling tot de hooiberg bij het weidebe-
drijf, die nog steeds, weliswaar vaak
gemoderniseerd, in functie is (hoewel
sloop ook hier toeslaat). In de Betuwe
is de schuurberg zelden gemoderni
seerd. Hij bestaat nog uit eikehouten
palen, de roeden, waarlangs de nog
rieten kap op en neer geschoven wordt.
Ook het hefmechanisme (de berg
winde, een soort grote kurketrekker)
is nog oorspronkelijk, lieren worden
zelden gebruikt. Zo blijkt dus dat de
hooibergen bij weidebedrijven hun
oorspronkelijke uiterlijk verloren
hebben, maar hun functie wel behiel
den, terwijl de schuurbergen wel hun
uiterlijk, maar dikwijls niet hun functie
behouden hebben.
De situatie in 1989...
Tijdens de inventarisatie in 1989
werden 207 hooibergen geteld (in
verband met het spraakgebruik zal
verder de term hooiberg gehanteerd
worden). Hiervan was nog niet de helft
in redelijke tot goede staat. Ongeveer
25 hooibergen hadden een golfplaten
kap, terwijl er enkele betonnen of
metalen roeden hadden (bij nog func
tionele hooibergen) of telefoonpalen
als roeden. In meerdere gevallen
waren de roeden, vanwege hun slechte
staat, afgezaagd. Er was dikwijls sprake
van gewijzigd materiaalgebruik bij
reparatie of herstel. Een oorspronke
lijk uiterlijk, met in de onderbouw
stalling van vee, werd bij nog maar
31