8. Praktische wenken voor het
ontwerpen en de begeleiding
9. Slot
Brabantse Monumentenprijs 1993
voor Herman Strijbos
doordat alles met handkracht werd
samengevoegd.
b. Het gebruik van eenvoudige
natuurlijke bouwmaterialen.
c. De verticale gerichtheid van de
vensters, gevelvlakken en gevels.
d. Het hellend dak, gedekt met kera
mische pannen, lei of riet, veelal
mede maatbepalend voor de grootte
van het gebouw of de geleding
daarvan.
e. De aandacht voor het detail, het
ornament en de variatie.
f. De grote diversiteit van bouwdata
en ontwerpers (een weerspiegeling
van de bouwgeschiedenis).
g. Een stratenpatroon afgestemd
op eenvoudige niet-intensieve
verkeerssystemen met ruimte
voor activiteiten buitenshuis.
h. De aanpassing aan de geografische
situatie.
Gaten, die in de bebouwing met
bovengenoemde kenmerken zijn
gevallen, kunnen onderscheiden
worden in 4 categorieën: het één-
perceelsgat, het gat van meerdere
percelen naast elkaar, het gat met de
omvang van een blok en het gat met de
omvang van een buurt (z.g. kaalslag).
Bij het opnieuw bebouwen van het
één-perceelsgat treedt in het alge
meen geen schaalvergroting op door
de ruimtelijke beperkingen. Bij gaten
van meerdere percelen, van een blok
of van een buurt, is dit gevaar echter
in belangrijke mate aanwezig.
Het tegengaan van schaalvergroting
dient vooral het ontwerpuitgangspunt
te zijn, omdat door schaalvergroting
de historische omgeving het sterkst
wordt aangetast.
Praktische wenken zouden onverant
woord kunnen zijn, indien men
hiermee de verwachting zou koesteren
dat bij opvolging ervan vanzelf nieuwe
schoonheid zou ontstaan.
Het uitgangspunt is echter dat,
werkend binnen het kader van deze
nota en van deze wenken, nieuwe
schoonheid kan ontstaan, en ook dat
het historisch waardevolle leefmilieu
wordt beschermd tegen overheersing
van ongecontroleerde grootschalige
architectuur-uitingen en tegen aantas
tingen anderszins.
a. Financiële aspecten:
Het is bekend dat bouwen binnen een
historisch bebouwd gebied om econo-
misch-organisatorische redenen kost
baarder is dan in nieuwe vestigingsge-
bieden. De in het algemeen gestelde
noodzaak om kleinschalig en geva
rieerd te bouwen, zal het kostenver
schil nog groter maken.
De Bond Heemschut is zich hiervan
bewust, maar is wel van mening, dat
dit geldoffer gebracht moet worden in
het besef dat behoud van het histo
risch milieu door brede lagen van de
bevolking wordt gewaardeerd.
De verschillen kunnen evenwel
worden beperkt door bijvoorbeeld:
- Bij dragen ui t het stadsvernieu
wingsfonds.
- Inschakeling van kleine aannemers,
die economisch nog kleinschalig
kunnen werken.
- Aan woningwetbouw in deze gebie
den niet de hoogste prioriteiten.te
verlenen.
b. Bebouwen van het meer-perceels-
gat:
- Voor de hoofdmaten dient te
worden uitgegaan van het gemid
delde van de maten van de oudere
belendingen.
- Ideaal zal zijn perceelsgewijs
bouwen met inschakeling van ver
schillende architecten.
- Een ongedeeld complex moet ten
minste een duidelijk herkenbare,
niet repeterende verticale geleding
in gevels en hoogte hebben.
- Ontwerpinspraak van omwonenden
en eventueel toekomstige bewoners
is aan te bevelen.
c. Bebouwen van een kaalslaggebied:
- Als boven.
- Gevarieerde bestemming en daar
mede veelzijdige functie.
- Handhaving van de gesloten bouw
blokken waar dit in de structuren
past.
- Handhaving van bestaande rooi
lijnen, indien mogelijk.
- Handhaving van verkavelingen,
zoveel als mogelijk en opdeling van
het gebied in kleine project-groot-
ten, met verschillende architecten.
- Een minimum alternatief bij goed
kope woningbouwcomplexen, waar
meer standaardisatie noodzakelijk
kan zijn, is het aantrekken van
diverse architecten voor het
on twerpen van voorgevels.
- Zoveel mogelijk voorkomen dat in
deze structuren armoedig in detail
en materiaal wordt gebouwd (zie
8.a.).
d. Architectenkeuze:
- De architectenkeuze is zeer belang
rijk. De architect moet behoud van
het karakter van de oude bebou
wing voorstaan en zich verdiept
hebben in de problematiek van het
ontwerpen temidden van histo
rische bebouwing.
e. Vormgeving:
- Soberheid in de keuze van bouw
materialen voor de gevels en daken
(zie ook 7).
- Hellende daken, minimaal 45
moeten als belangrijkste dakvorm
het stadsbeeld blijven bepalen.
- Verticaal gerichte gevelverdelingen
en vensters.
- Ontwerpaandacht voor het detail
zoals voegwerk, kleur, ornament,
hang- en sluitwerk, reclame.
- Dwingende horizontale belijning
vermijden.
- De toegangen in directe relatie met
de straat, dus geen galerij-wonin
gen (afkering van de straat).
- Het eventueel opnieuw gebruiken
van uit de sloop van het te vervan
gen pand voortkomende materiaal
of gebouwonderdelen.
f. Beoordeling en begeleiding:
- Het indienen van de 1.20 gevelte-
keningen en van monsters van de
belangrijkste bouwmaterialen bij de
verstrekking van de bouwvergun
ning verplicht stellen en uitvoering
controleren.
- Het welstandstoezicht versterken
met deskundigen op het gebied van
de historisch bebouwde omgeving,
bijv. met leden van de commissie
die werkzaam is ingevolge een
gemeentelijke monumenten-veror
dening. Dit versterkte welstands
toezicht dient tevens te adviseren
inzake vormgeving en plaatsing
van zogenaamd straatmeubilair en
inzake bestratings- en beplantings
plannen.
Deze nota, bedoeld als handreiking, is
opzettelijk beknopt gehouden. Indien
als gevolg daarvan toelichting of nadere
informatie gewenst is, kan men zich
tot de Bond Heemschut wenden.
Met dank aan drs. J.P.J. van der Haagen,
directeur juridische en ruimtelijke zaken,
die deze nota heeft herzien.
Herman Strijbos, Technisch Adviseur
van de provinciale commissie van
Heemschut Noord-Brabant, heeft de
Brabantse Monumentenprijs 1993
gekregen. Hij kreeg deze prijs omdat
hij zich al meer dan 2 5 jaar belange
loos inzet voor het behoud van de in
elkaar overlopende monumentwaar
dige pleinen Markt en Hint in het
centrum van Eersel.
De Stichting Monumentenprijs
Noord-Brabant had als onderwerp
voor de prijs 1993 gekozen voor
pleinen en pleintjes, die in velerlei
opzichten een belangrijke rol spelen
in het plaatselijke gemeenschapsleven.
Daarbij moest worden voldaan aan de
kenmerken: historisch karakter, gaaf
heid en authenticiteit, functionaliteit,
gebruikswaarde voor de gemeenschap
en belevingswaarde.