Elke omgeving stelt zijn eigen eisen
Impressies van het samengaan van oud en nieuw in Groningen
ABELE REITSMA
Nieuwbouw laat zich nietzomaarbestempelen als goed of slecht. Bij die
beoordeling hangt veel af van de om,geving en de functie van het gebouw. Dat
wordt al snel duidelijk tijdens een tocht door de provincie Groningen met ir
P. W. Havikdirecteur van Welstandszorg Groningen.
Havik: 'Deze villa aan de voormalige Drift te Haren is een goede eigentijdse aanvulling in deze laan met
villa's uit verschillende perioden in deze eeuw.Deze laan was oorspronkelijk een zandpad met veel 19de
eeuwse boerenhuizen, waarvan er nog enkele staan. In de loop van deze eeuw is het oude pad ontwikkeld
tot een bredere laan met villa's op diepe percelen.
Er is dus een nieuwe structuur over heen gelegd. Er is nu een lichte overheersing van villa's uit de jaren
dertig. Het zijn woningen, die als volume in zich zelf gekeerd zijn.'
De afwisselende route biedt een fraaie
doorsnede van de provincie. We zien
nieuwbouw in een kwetsbare omge
ving, bijvoorbeeld het fraaie landschap
van de esdorpen op de Hondsrug of
het beschermde stadsgezicht van
Appingedam, en nieuwbouw in een
omgeving die veel meer kan verdra
gen, zoals in Hoogezand, waar een
bonte variatie aan bouwwerken staat
langs een gedempt kanaal. Het is
jammer dat juist die omgeving zich
niet of nauwelijks op een foto laat vast
leggen voor een artikel.
Kapitaalkrachtig
Begin- en eindpunt van de route is de
gemeente Haren. Hier wordt relatief
veel geïnvesteerd in behoud en herstel
van historische panden. 'Een gemeente
als Haren kan het zich veroorloven om
toch wat vasthoudender te zijn.' De
gemeente durft eisen te stellen, zelfs
als een pand niet beschermd is via
plaatsing op een monumentenlijst.
'Dit kan omdat er voor zo'n plaats
belangstelling is van mensen die kapi
taalkrachtig genoeg zijn om juist zo'n
karakteristiek pand te willen
Havik: 'Aandacht voor details is heel belangrijk. Nieuw metselwerk kan een gebouw een totaal ander karak
ter geven. Als je vooraf tekeningen ziet, dan zit alles op z'n plek. Maar als het klaar is dan zie je: dit is het
niet'.
Van deze gerestaureerde boerderij, een rijksmonument, heeft alleen het achterhuis nieuw metselwerk
gekregen. Het voorhuis behield daardoor zijn originele uiterlijk.
bewonen.' Als we langs zo'n fraai
negentiende-eeuws huis komen, zegt
Havik: 'een vergelijkbare villa elders in
de provincie zou moeilijker te handha
ven zijn omdat daar veel minder kapi
taalkrachtige interesse voor is.'
Globaal bestemmingsplan
Het beschermde stadsgezicht van
Appingedam is voor Havik de aanlei
ding om even uit te wijden over de
beperkingen van een bestemmings
plan. 'Een bestemmingsplan legt de
bouwvoorschriften soms te strikt vast,
om alles meetbaar te kunnen maken.
Neem bijvoorbeeld de regel dat de
gevelhoogte tien procent mag afwijken
van de aangegeven maat. De bedoe
ling is dat er een levendig beeld blijft
bestaan door de variatie in gevelhoog
tes ten opzichte van elkaar.' Maar zo
werkt de regel in de praktijk niet altijd.
'Het kan dus gebeuren dat iemand
wordt verplicht een verdieping aan
te brengen terwijl de functie hiervoor
ontbreekt.'
'Een globaal bestemmingsplan met
een beschrijving in hoofdlijnen heeft
dan voordelen ten opzichte van een
gedetailleerd bestemmingsplan. Zo'n
globaal plan kan goed worden aange
vuld door een beeldkwaliteitsplan. De
zaken die meetbaar zijn kun je dan in
een bestemmingsplan regelen en de
doelstellingen die niet meetbaar zijn
kun je dan vastleggen in een beschrij
ving in hoofdlijnen en in een beeld
kwaliteitsplan.'
Havik heeft als één van de uitvinders
van het beeldkwaliteitsplan, een
decennium geleden, nu eer van zijn
werk. Dankzij de nieuwe Woningwet
Nieuwbouw in boerderijmodel.Havik: 'Dit is
geen spectaculaire nieuwbouw maar wel een
aanvaardbare oplossing in het landschap. De
gevelbeeindiging is wat grof. In nieuwbouwwijken
wil zo'n vijf procent van de mensen hun woning in
het 'ideaalmodel' van een boerderij.Helaas
ontbreekt daarbij vaak de aandacht voor het
detail, zoals bijvoorbeeld tot uiting komt in de
vensters.
20