Schenkenschans, vestingplaats in ruste
VINCENT COLLEnE
In vroegere dagen was Schenkenschans een vesting op de splitsing van Waal en
Rijn nabij Lobith. Om deze versterkte nederzetting, vanwege zijn strategische
ligging 'de sleutel van den hollandschen tuin' genoemd, heeft menigmaal
hevige strijd gewoed. Na de aanleg van het Pannerdens kanaal en verlegging
van de splitsing naar het westen kwam het nu tot Duitsland horende dorp
geïsoleerd te liggen en was hiermee haar historische rol uitgespeeld.
Gezicht op Schenkenschans, juni 1993 (foto V.M.
Collette).
Over naar Pruisen
pJH*
i'ïl "ZL
Schenkenschans werd in 1586, dus
tijdens de Tachtigjarige Oorlog,
opgericht door veldoverste Maarten
Schenk van Nideggen, een condottiëre.
De aarden schans was rechthoekig van
vorm en had op de vier hoeken
bastions. Met de oprichting ervan
werd bescherming van de Betuwe,
Utrecht en Holland tegen aanvallen
van de Spaanse troepen beoogd. Als
fortcommandant hield Schenk tevens
plundertochten in het land van Kleef,
Gelre en het Rijnland. Tijdens zijn
mislukte aanval in 15 89 op de vesting
Nijmegen, die in Spaanse handen was,
verdronk hij in de Waal. Na zijn dood
onderging de schans een verbouwing
onder leiding van de vestingbouwer
Adriaen Anthonisz. In 1629 volgde nog
eens extra versterking. Prenten met de
situatie uit 1635-1636 tonen aan, hoe
machtig het fort eruit gezien moet
hebben. Het betreft een langgerekte
bouwmassa met meerdere bastions,
die slechts te bereiken was via een
smalle dijk. Binnen de ommuring ziet
men een strak patroon van een hoofd
straat met zijstraten. Aan de markt
staat een oude, vervallen kerk en een
16
nieuw kerkgebouw. Een beschrijving
uit 1655 maakt melding van een fort
zo groot, dass selbige ausser den
Wercken und Kirch über ein 800
Haüser in sich begreiffet'.
Schenkenschans bleek bestand tegen
een aanval van de Spanjaarden in 1599
onder veldheer Mendoza. In 1635 was
er echter wel sprake van een inname
door de Spaanse troepen. Als reactie
daarop stuurde stadhouder Frederik
Hendrik zijn manschappen naar
Schenkenschans, die de vesting in 1636
weer in bezit namen. Tijdens deze
verovering en de daaropvolgende door
de Fransen in 1672 had de bebouwing
zeer te lijden. Maar ook de natuur
deed haar sloopwerk. Doordat de Rijn
zich steeds meer naar het noorden
verlegde, spoelden delen van het fort
weg. De vestingfunctie werd overge
nomen door de Sterreschans op de
splitsing van het Pannerdens kanaal
uit 1701-1707 en de Waal bij de plaats
Doornenburg.
In het midden van de negentiende
eeuw was het dorp, ten gevolge van de
besluiten van het Congres van Wenen
in 1815 Pruisisch geworden, zijn
vestingdelen bijna geheel kwijtgeraakt
en telde het nog zo een 30 tot 40
huizen.
Wie nu vanaf de dijk bij Düffelward
langs de Oude Rijn zijn blik op
Schenkenschans werpt, ontwaart
een hoogggelegen nederzetting met
aarden wallen. Binnen de betonnen
muren treft men langs hoofdstraat en
zijsteegjes huizen van recente datum
aan, die opvallen door hun gebrek aan
uitstraling. Slechts enkele gebouwen
uit de negentiende eeuw, zoals
bijvoorbeeld de Evangelische kerk,
zijn het bekijken waard.
Zonder enige historische voorkennis
kan men niet bevroeden, dat
Schenkenschans een van de belang
rijkste vestingen in ons land is geweest
en woelige perioden in de geschiedenis
heeft moeten doorstaan.
drs. V.M.J.A.N. Collette is kunsthistori
cus en lid van de PC Heemschut
Gelderland