De topografische tekeningen Jan de Beijer van u. c ■«- Z xf*f 1 ',L Getrouwheid aan het gegeven: met deze woorden karakteriseerde P.T.A. Swillens, medewerker van prof. dr. W. Vogelsangte Utrecht de topografische tekeningen van de bekende achttiende-eeuwse kunstgenaarjan de Beijer (1703-ca. 1780). Bij het wandelen door Doesburg moet ik altijd aan hem denken, bij het passeren van de met steun van dr. H. C. Jan van Heek gerestaureerde Waag. Ook hier was Jan de Beijer actief in het productieve jaar 1743, toen hij een reis maakte door Gelderland. .''.TV h' »r<>" V i CuWtdéi X'VJs.j /T - EVERHARDJANS Voor de restauratie van het Does- burgse Waaggebouw kon men gebruik maken van een Doesburgs stadgezicht van zijn hand, en dat gold ook voor het tussen 1938 en 1940 'teruggerestau- reerde' oude 'Raedthuys' aan de over kant van de straat. Verloren gegane details van dit vroeg-zestiende-eeuwse gebouw uit de baksteengothiek konden zo op goede gronden in ere worden hersteld. Er werd toen nog 'hard' gerestaureerd (en niet 'consoli derend') zodat de trappen van de gevels terugkeerden. Comeille Jansen zei onlangs nog, dat de wijze van restaureren per geval bekeken moet worden (n.a.v. het kasteel te Coevorden) en afhankelijke is van functie en bouwkundige situatie in de toekomst. In Doesburg woonde een broer van Jan de Beijer. Dat zal mede de reden ervan zijn, dat hij 9 tekeningen wijdde aan het prachtige stadsbeeld anno domini 1743. Wie was Jan de Beijer? Jan de Beijer werd op 24 september 1703 'mAraii in Zwitserland geboren, als zoon van een Nederlands officier. Later verhuisde vader de Beijer sr. naar het Nederlands garnizoen in Emmerik aan de Nedeirijn (dicht bij de Gelderse grens) waar Jan als 8-jarige de lagere school bezocht. Toen al zal hij deze cultureel met de Nederlanden verbonden streek al enigszins hebben leren kennen. Tussen 1732 en 1746 zou hij aan de Nederrijn veel stads- en dorpsgezichten, kerkdorpen en kaste len vereeuwigen. Te Amsterdam werd hij leerling van Comelis Pronk, die vooral bekend was vanwege zijn fraaie topografische tekeningen uit Nederland (ook via publikaties verspreid). Hoe lang en hoe veelvuldig Jan daar les kreeg is onbekend. Zijn tekenwerk in Amsterdam neemt een aanvang: stads gezichten, in grote aantallen, en deze reeks loopt door tot en met 17 69. Jan de Beijer bleef ongetrouwd, maar zal daardoor ook zijn bewegingsvrijheid als beeldend kunstenaar - altijd op reis - hebben kunnen behouden. Daardoor kon hij tot op hoge leeftijd operationeel blijven. Hij leefde ingetogen en zuinig, als vrijgezel. Een bewijs daarvoor is het feit, dat sommige tekeningen van hem bestaan uit 2 of meer stukken papier, die aan elkaar zijn geplakt tot één geheel. Sommige bladen zijn ook aan de achterzijde betekend, en tonen dan een al of niet afgewerkte topografische scène uit de Nederlandse gewesten. Het stadje Buuren in de Gelderse rivierenstreek in 1750 (tekening Jan de Beijer). Onderzoeker drs. H. Romers, de gewe tensvolle samensteller van de berede neerde oeuvre-catalogus van Jan de Beijer stelt terecht vast, in 1969: 'Door de nauwgezette werkwijze van de teke naar heeft zijn werk grote documen taire waarde; bij restauraties van de door hem afgebeelde monumenten kan men daarvan veel profijt trekken'. Waarvan akte. Opdrachtgevers De Beijer werkte veel voor Amsterdamse uitgevers van plaatwer ken als 1. Tirion en P. Foucquet. In achttien kijkboeken en atlassen uit de achttiende en zeer vroege negentiende eeuw komen prenten naar tekeningen van Jan de Beijer voor - een omvang rijk werkterrein. Ik noem hier 'Gezigten van voorname hollendsche dorpen' en Het Verheerlijkt Nederland', 9 delen, Amsterdam 1745-1790, verlucht met 396 prenten naar J. de Beijer. Interessant is ook: 'Het Verheerlijckt Kleefschland of kabinet van Kleefsche oudheden en gezigten waarvan de tweede druk in 1792 het licht zag. Belangrijk is ook de omzetting van de tekeningen van De Beijer in gravures voor het drukproces. Vooral Hendrik Spilman (1721-1784) heeft veel teke ningen met de burijn in koper gesto ken, een nauwgezet werk, in spiegel beeld. Jan de Beijer kon blijkbaar goed opschieten met zijn collega's in de kunst: ze maakten 11 portretten van hem. Hij had zeker wel met 10 verschillende uitgevers te maken, waardoor hij van onschatbare beteke nis is geworden voor de historische topografie, de architectuurgeschiede nis en volkskunde van veel regio's in Nederland. Andere graveurs van zijn werk waren: De Coppier, S. Fokke, Paulus van Liender, C. Philips jr., P. van der Schley, W. Writs. De Beijer illus treerde ook een boek van Piet Langendijk over 'De Stad Kleefuitge geven te Haarlem, in 1747. De vermogende httrJ.C. Ploos van Amstel liet Jan de Beijer tekeningen inkleuren (in aquareltechniek) uitRhenen, Doesburg en Utrecht. Ook de tekeningen van het monumen tale slot Middachten kan het, volgens drs. H. Romers, om particuliere opdrachten gaan. Op reis In gedachten zien we Jan de Beijer telkens weer op z'n tekenstoeltje

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1993 | | pagina 26