Het landschap van Zuiderzee en
IJsselmeer
mA,.
Oude havens op het droge, nieuwe polders in de zee
GERRIT VAN DER PLAS
Zuiderzee eiste z'n tol
Durgerdam in Waterland (foto's Wil Tjoa.Edam).
Schokland
Groot bosareaal
De groei van het Flevomeer tot de Zuiderzee, vanaf het begin van onze
jaartelling tot in de late middeleeuwen, was voor de ontwikkeling van het
omringende land van essentieel belang. De economische kansen die de open
doorgang vanuit de Zuiderzee naar de Noordzee en vandaar naar de Oostzee
bood leidden tot een grote bloei en opkomst van havensteden. Eerst kwamen de
Hanzesteden langs de IJssel en de steden langs de oostkust op. Langzaamaan
werden de oude Hanzesteden echter overvleugeld door de steden aan de andere
kant van de Zuiderzee, waarvan uiteindelijk Amsterdam allesoverheersend
werd.
Deze sterke economische groei,
gepaard gaande met een sterke groei
van de bevolking heeft het kustland
schap rondom de Zuiderzee sterk
beïnvloed. De nieuw verworven plaat
sen en belangen dienden beschermd te
worden tegen de gestaag groeiende
Zuiderzee: de bewoners begonnen in
te grijpen in hun natuurlijke omge
ving. Dat was nodig, want grote
stormrampen waren er genoeg in
de middeleeuwen.
Met dijken hebben de bewoners van
de oeverstreken de zee keer op keer
proberen te keren. De nog altijd
bestaande wierdijk op het eiland
Wieringen is een bijzonder restant van
zo'n dijk. Maar vooral de Westffiese
Omringdijkin Noord-Holland, die al
in 1250 een groot deel van het toen
malige land beschermde, laat zien hoe
goed de bewoners toen al georgani
seerd waren om zo'n groot civiel-tech-
nisch bouwwerk aan te kunnen leggen.
Deze Omringdijk, die voor een deel
zijn waterkerende functie nog steeds
bezit, is sinds 1983 een provinciaal
monument.
Alle dijken hebben echter niet weten
te voorkomen dat de Zuiderzee z'n tol
bleef eisen.
De gevolgen van die tol zijn nog op
veel plaatsen te zien.
Zo liggen er in de polder de Zeevang
boven Edam nog vele, vaak fraai met
riet omzoomde, wielen als bewijsstuk
ken van vroegere dijkdoorbraken. Het
plaatsje Warder loopt hier in een
vreemde hoek dood op de voormalige
zeedijk: die is ooit noodgedwongen
landinwaarts verschoven.
Heel anders is het met het eiland
Schokland afgelopen. Ondanks alle
pogingen tot behoud moest dit eiland
om veiligheidsredenen in 1859
ontruimd worden. Na het droogvallen
van de Noordoostpolder in 1942 stak
het eiland hoog boven de voormalige
zeebodem uit. Maar zelfs in deze goed
beschermde polder blijkt het eiland
z'n leven niet zeker. Door inklinking
van de ondergrond zakt het eiland
namelijk langzaam weg in de voorma
lige zeebodem. Schokland zal over
enige tijd grotendeels lager liggen dan
de bodem van de zee waarboven het
kort geleden nog uit stak.
Overstromingen lijken definitief
verleden tijd sinds in 1932 de
Afsluitdijk van de zee een meer
maakte. Maar het landschap rondom
het IJsselmeer verandert nog voortdu
rend. Dat landschap is bovenal een
cultuurlandschap, want op veel plaat
sen komt het voor het grootste deel
voort uit ingrepen van de mens, zoals
de door vervening ontstane riet- en
meerlanden in de kop van Overijssel of
de droogmakerijen in Noord-Holland
of Friesland, om over de IJsselmeer-
polders nog maar te zwijgen.
Maar toch speelt de natuur op en rond
het IJsselmeer een hoofdrol. Van de
Oostvaardersplassen tot het vogelre
servaat de Mokkebank voor de Mirnser
klif en van de Friese Waarden voor de
kust bij Makkum tot Waterland.
Daarnaast zijn er de bijzondere
natuurlijke landschappelijke kenmer
ken als de kliffen aan de kust in zuid
west Friesland (in de ijstijd gevormde
keileembulten). Het eiland Wieringen
is uit dezelfde materie opgebouwd.
Waar men meestal niet meteen aan
denkt bij het IJsselmeer zijn bossen.
Maar de IJsselmeerpolders zullen
uiteindelijk een enorm groot bosareaal
vormen. Alleen al in Zuidelijk
Flevoland plant Rijkswaterstaat
10.000 ha bos.
De veranderingen die het landschap
nu ondergaan vinden vooral plaats
op de grens tussen water en land.
Rijkswaterstaat legt enkele zoge
naamde vooroevers aan op plekken
waar de IJsselmeerdijk een harde
grens vormt met het water. De bedoe
ling is zo een meer geleidelijke en
natuurlijker overgang te creëren
tussen land en water. Dat Volendam
en Medemblik van plan zijn soortge
lijke vooroevers te gebruiken voor
parkeerplaatsen in het water is een
symptoom van al te gemakzuchtig
gebruik van de open ruimte van het
IJsselmeer. En zo zijn er, naast al de
vooroeverprojecten, ook plannen voor
grote windmolenparken in en langs
het IJsselmeer, moet er bij Amsterdam
in het IJmeer een hele woonwijk
18