Aardappellandjes in duinen bij Egmond a/d
Hoef(foto Rob Peper)
Egmond aan Zee
Aardappellandjes
Levend cultuurhistorisch monument
Veldnamen van bouwlandjes bij
Egmond
wingszone en de natuur bevorderd
werd. Of is het zo, dat inmiddels ook
bij menig natuurbeheerder rechtlijnig
denken de overhand krijgt? En moet
ook voor deze beroepsgroep een gron
dige studie van 'Een klein apparaat
tegen rechtlijnigheid' van de dichter
D.Hillenius verplicht gesteld worden?
In vergelijking met plaatsen als
Scheveningen en Zandvoort heeft de
autochtone bevolking van Egmond
aan Zee zich (nog) redelijk staande
kunnen houden temidden van de -
historisch gezien- ingrijpende,
vreemde invloeden van het toerisme.
Van alle zeedorpen is Egmond het
meest zichzelf gebleven. Het
oorspronkelijke karakter van
Nederlands grootste badplaatsen
daarentegen is zo goed als verdwenen.
Inclusief de (emotionele) band van de
bevolking met het omringende duin
gebied. De betrokkenheid van de
dorpsbewoners bij de omgeving is in
verband met het toezicht en de sociale
controle op haar beurt weer een van de
essentiële voorwaarden voor het
voortbestaan van het zeedorpenland
schap.
Ten noorden van Egmond aan Zee
ligt een uitgestrekt zeedorpenland
schap waarvan duinlandjes een wezen
lijk onderdeel vormen.
Aan de zuidkant vari het dorp zijn de
tuinders door toedoen van de beheer
der, het Provinciaal Waterleiding
bedrijf Noord-Holland (PWN), uit de
duinen verdwenen. Alleen de contou
ren van de overwoekerde akkertjes
herinneren daar nog aan het land
bouwkundig gebruik.
De akkertjes liggen op verschillende
hoogten. De grondwatervoorraad
onder het oppervlakte heeft een bolle
vorm. En de landjes werden uitgegra
ven tot op een voor het agrarisch
gebruik geschikt niveau boven dat
grondwater. Het zand werd opgewor
pen tot beschermende walletjes rond
het perceel.
Vroeger vormden de opbrengsten
van de schrale akkertjes een onmisbare
aanvulling op het karige menu van de
arme vissersbevolking.
Aardappellandjes heetten ze, naar
het voornaamste produkt. Naast de
piepertjes werden alleen wat tuin-,
snij-, en sperziebonen en een hoogst
enkele boerenkool geteeld. Pas na de
tweede wereldoorlog, toen de wissel
bouw zijn intrede had gedaan en geld
beschikbaar kwam om (kunst)mest te
kopen, werden meer groenten geteeld.
De nazaten van de voormalige vissers
bevolking hebben de landjes nu in
gebruik als volkstuintjes. 'De mooiste
van Europa', zeggen de Derpers er zelf
van. Want zo worden de autochtone
bewoners van Egmond aan Zee door
gaans aangeduid. Ze ontvluchten er de
drukte van de badplaats en voelen zich
er één met de natuur. De landjes met
de walletjes bieden de individualistisch
ingestelde Egmonders bij uitstek gele
genheid hun eigen gang te gaan.
Dat ieder voor zich maar een beetje
aanrommelt, draagt alleen maar bij tot
de diversiteit in milieuomstandighe
den en het eigen karakter van het
landschap: langs een pad wordt veel
gelopen, maar het doornige struikge
was even verderop laat iedereen links
liggen. Hier ligt een uitgegraven
akkertje er verlaten bij en wordt het
al weer door de natuur heroverd.
Maar daar is een soortgelijk landje nog
volop in gebruik. Hier ligt een hoopje
afval en vindt dus wat verrijking plaats
en daar heb je weer een kaal stuk land.
Op sommige stukken land worden nog
wat dieren geweid. Afhankelijk van
gebruik, bemesting, betreding,
hellingshoek en hoogte ten opzichte
van het grondwater ontstonden zo de
in natuurlijk opzicht belangrijke
gradiëntsituaties.
Het zeedorpenlandschap bij Egmond
aan Zee is al eens betiteld als een
levend cultuurhistorisch monument.
Zonder overdrijving kan gesteld
worden, dat in de plaats van de econo
mische noodzaak in vroeger tijd, een
sociale noodzaak is gekomen. Zowel
ouderen als jongeren zijn vertegen-
De door Egmonders gebruikte
veldnamen kunnen onderverdeeld
worden in een aantal groepen:
sommige dalen zijn vernoemd
naar personen; belangrijke
gebruikers of misschien zelfs
wel ontginners. Bijvoorbeeld Jan
Dekkersdal. Andere verwijzen
naar natuurlijke omstandigheden
ter plaatse zoals De lange Dal, De
Vossendal en het Zwanenvlak.
Weer andere dragen de naam van
verafgelegen plaatsen en landen
(Transvaal, Amerika, De Krim).
Ze geven eens te meer blijk van de
Derper lust tot overdrijving, als
het erom gaat de grote afstand aan
te duiden. Opvallend is dat de
verre streken waarnaar wordt
verwezen, alle in de tweede helft
van de vorige eeuw een rol speel
den in het wereldnieuws. Ook
verwijzingen naar gestrande
schepen kwamen voor:
Soeckebacker en misschien
't Nieuwe Land Neuland.
Opmerkelijk is, dat de oudste
zegslieden het steeds over 'dal'
hebben (de natuurlijke situatie),
terwijl jongere generaties meer
over 'land' spreken. De oudste
informanten hebben zelf de
personen naar wie dalen vernoemd
zijn, niet meer gekend. Waren dat
de ontginners of alleen maar
belangrijke gebruikers? We weten
het niet.
woordigd. Het besef in een lange
traditie te staan is sterk bij de
Egmonders aanwezig. De landjes
gingen en gaan over van generatie op
generatie. Sommige zijn al meer dan
honderd jaar in de familie. De Derpers
beschouwen het duingebied dan ook
als een soort natuurlijk eigendom; de
juridische eigenaars ten spijt. Het
duingebied is eeuwenlang in handen
13