Opschudding over nieuw beschermingsbeleid
Annemarie ten Cate 4
Verzoeken om aanwijzing tot monument bouwwerken van vóór 1850 volledig stopgezet,
voorrang voor jonge bouwkunst
Eind vorig jaar verscheen de Handleiding Selectie en Registratie van
Jongere Stedebouw en Bouwkunst', waarmee de officiële vervolgfase
van het MIP werd ingeluid. Bij alle belanghebbende instanties zijn in
middels de Handleiding met bijbehorende Ministeriële Nota door de
brievenbus gerold. De Nota zal bij velen opschudding veroorzaakt heb
ben, want de aanwijzing van bouwwerken van vóór 1850 wordt tot 1999
volledig stopgezet.
Op 11 december vond er in de prach
tige gehoorzaal van het Teyler Muse
um te Haarlem de eerste studiedag
plaats over het vervolg op het MIP.
Deze werd georganiseerd door de
Nederlandse Vereniging van Monu
mentenzorgen en was bedoeld voor
direct betrokkenen: onderzoekers, ge
meentebesturen, monumenten- en
welstandscommissies. Er was een
aantal theoretische inleidingen, waar
in de toehoorders in (te) hoog tempo
een groot aantal 'sheets' voorgescho
teld kregen, het programma moest
immers op schema blijven. Of deze
manier van informatieoverdracht in
zo'n geval zinvol is, betwijfel ik. Te
meer daar deze informatie voor een
deel bondig en duidelijk in de onlangs
verschenen Handleiding MSP/MRP te
vinden is en de toehoorders tot de
groep van direct betrokkenen, c.q. in
gewijden behoren en de Handleiding
intussen in het bezit (dienen te) heb
ben. Zinvol waren de sprekers met
praktijkvoorbeelden. Welke mooie
waarderingscriteria en schema's er
ook ontwikkeld worden, selectie blijft
subjectief en vooral door uitwisseling
van ervaring kan men objectiviteit in
de meningsvorming bevorderen en
beter onderbouwen.
Resultaten MIP
Projectleider P. Nijhof gaf in vogel
vlucht de stand van zaken.* De resul
taten zijn per provincie een groot aan
tal rapporten, 60 regio- en 645 ge
meentebeschrijvingen, 165.000 geïn
ventariseerde objecten/complexen
650 gebieden van bijzondere waarde
en een databank vol gegevens (ge
reed in 1993). Hiervan zal slechts
10% van rijkswege beschermd wor
den; de rest valt onder verantwoorde
lijkheid van de gemeenten en van de
bevolking. Voor het MSP/MRP is een
budget van 12 miljoen gereserveerd,
hetgeen neerkomt op 1,5 miljoen per
jaar.
Brievenbus potdicht
Schrik veroorzaakte de opmerking
dat de circulaire van WVC uit 1979
(Wallis de Vries) inzake oudere stede-
bouw en bouwkunst van vóór 1850
aangescherpt wordt. D.w.z. dat nieu
we aanvragen (Monumentenwet
1988, art. 3, lid 1) van belanghebben
den niet meer behandeld zullen wor
den; 'de brievenbus in Zeist zit dicht,
potdicht', en wel tot 1 januari 1999, al
dus Nijhof. (Lopende aanvragen wor
den afgehandeld). Vanaf 17 februari
geldt dit sterk gewijzigde bescher
mingsbeleid, hetgeen is neergelegd in
de Nota MSP/MRP. Tot 1999 zullen
dus alleen objecten, ensembles,
structuren en gezichten uit de periode
1850-1940 voor rijksbescherming in
aanmerking komen. Een verschuiving
van incidentele bescherming naar
een planmatige, gebiedsgewijze aan
pak. Wel zal de minister zelf de ko
mende jaren voorstellen kunnen stu
ren aan de raden van gemeenten en
GS voor advies over bescherming of
afvoering van objecten van voor
1850. En ook zal de actualisering van
de registers van monumenten van
voor 1850 voortgang vinden. Dit ge
beurt in de vorm van voorstellen die
kunnen leiden tot aanpassing van de
omschrijving of uitbreiding van be
staande bescherming. Het een en an
der is noodzakelijk om capaciteit bij
de Rijksdienst vrij te maken voor de
vervolgprojecten op het MIP; het be
zuinigingsmonster slaat immers over
al om zich heen.
Bescherming van objecten en gezich
ten uit de periode 1850-1940 zal
slechts plaatsvinden op voordracht
van de gemeenteraad. De voordracht
dient gebaseerd te zijn op het resul
taat van het Monumenten Inventari
satie Project (MIP) dat door de minis
ter geaccepteerd is. Slechts op grond
van na het MIP verkregen onder-
De Haagse Passage. Uniek 19de eeuws bouwwerk, het beschermen meer dan waard, (foto
Rijksdienst voor de Monumentenzorg)