Behoud gaat voor vernieuwing: de Berckepoort te Dordrecht 36 op de kappen aan de Hofstraat-zijde met een lengte van ongeveer één derde van het gehele komplex. Deze kappen zijn begin jaren zeventig her steld in de vorm van een veredeld noodherstel, waarbij in vormgeving aansluiting is gezocht op het histori sche gegeven, maar in materiaal keuze een complete omslag heeft plaats gevonden. Grenen muurpla ten, gordingen, sporen en spaan plaat dakbeschot. Dit in tegenstelling tot de overige kappen, die nog ge heel uit eiken onderdelen bestaan. Ook de aanwezige spanten op deze plek vertonen een scala aan versto ringen variërend van hergebruik van eiken poten tot rechtstandige onder steuningen van spantjukken. De overige kappen van de Berckepoort en met name de uit 1565 daterende kap, kunnen vrijwel onaangetast blij ven. 2 - Het nieuwe trappenhuis versus de oude spiltrap Dat voor een openbare bestemming in een complex als de Berckepoort meerdere trappen en een lift nodig zijn is evident. Aangezien het pand in de bestaande structuur geen, voor een openbare bestemming geschik te, trappen of lift bevat moeten deze voorzieningen toegevoegd worden. In de nieuwe aanbouw kan een trap penhuis opgenomen worden. In het bestaande complex moet nog een trappenhuis met lift gemaakt worden. Hiervoor is een plaats nodig waar de veelheid aan vloerniveaus samenko men. Deze niveaus kunnen dan zo wel door de nieuwe trap als door de lift overbrugd worden. Alleen bij de gekozen locatie is dit op deze ma nier te realiseren. Het bouwhistori sche gegeven van de plek is er één van een grote diversiteit aan verrom meling en balklaagjes, vloertjes en wandjes, voornamelijk van recente datum. Op deze locatie is verder een spiltrap aanwezig. Deskundigen van de RDMZ gaan er van uit dat hier sprake is van een 16de eeuwse trap op wellicht een originele plaats. Slechts een deel van de trap is origi neel en de bouwkundige staat matig. De trap zodanig herstellen dat hij weer gebruikt kan worden zou veel van de thans nog aanwezige histori sche materialen alsnog verloren doen gaan. De trap zou bovendien dan nog niet geschikt zijn als hoofd ontsluiting van het complex. In over leg met de RDMZ wordt gezocht naar herplaatsing van het originele deel van de spiltrap elders in het complex. De nieuwe aanbouw De wens om het complex uit te brei den met een aanbouw op de hoek van de Nieuwstraat en de Hofstraat komt voort uit programmatische en stedebouwkundige overwegingen. Op deze plek heeft in het verleden altijd een gebouw gestaan. Dit is in 1911 gesloopt. Naar onze mening is sindsdien een onduidelijke en incom plete situatie aanwezig. Zowel de ontbrekende afsluiting van de Nieuwstraat, als het ontbreken van intimiteit in de Hofstraat worden als een gemis en/aren. Uiteraard kan men van mening verschillen over de gekozen esthetische uitwerking en wordt in deze terecht de relatie naar het beschermd stadsgezicht gelegd. Het is echter niet voor niets dat ge kozen is voor het architectenburo Mart van Schijndel, die er ook elders blijk van heeft gegeven in staat te zijn op eigen(tijdse) wijze tot verras sende invullingen te komen. Het ver dedigen van de architectonische kwaliteit van de nieuwe aanbouw hebben wij dan ook graag overgela ten aan Van Schijndel, die een en ander op overtuigende wijze heeft verdedigd in onze welstands- en mo numentencommissie. Dat een te ma ken aanbouw vervolgens de huidige vrijstaande kopgevel aan het gezicht onttrekt is op zich geen reden het niet te doen. Immers in het verleden is deze gevel ook binnenmuur ge weest. Het maken van nieuwe ope ningen in deze recentelijk gerestau reerde gevel is altijd een optie ge weest, ook zonder aanbouw. Monu mentenzorg is naar onze mening niet het vastleggen van een status- quo voor alle komende generaties. Tot slot De bouwkundige staat van de Berckepoort rechtvaardigt een spoe dige restauratie. Na jaren van margi naal gebruik en leegstand is een passende bestemming gevonden, fi nancieel en programmatisch haal baar. Hopelijk kan binnenkort na een procedure-strijd van bijna drie jaar de restauratie starten, zodat de critici na afloop van de bouw overtuigd kunnen worden van het eindresul taat. Een goed funktionerend ge bouw met zichtbaar grote cultuurhis torische waarde, de Berckepoort waardig. I 1 Ruurd Krooshof is medewerker van de Afdeling Monumentenzorg, Dienst Stadsontwikkeling Dordrecht. Antwoord van H. Bollebakker aan R. Krooshof Onder het hoofd 'de restauratie van de Berckepoort beter belicht' re ageert R. Krooshof, die ik voor zijn reactie dankzeg, op mijn artikel in Heemschut 1992, no. 1. Wij delen de opvatting dat het goed is dat er een functie voor De Berckepoort is gevonden en dat ten behoeve daar van voorzieningen c.q. aanpassingen aan dat, voor de vaderlandse ge schiedenis zo belangrijke monument, dienen plaats te vinden. Dat dit fi nancieel tot de mogelijkheden dient te behoren is evident. In zijn betoog gaat mijn opponent echter aan een aantal zaken voorbij en vermeldt hij een aantal feitelijke onjuistheden, die ik hierna kort zal bespreken. Het gaat in de discussie niet om de vraag of De Berckepoort aangepast mag worden voor d elessen van cul turele educatie, maar wel om de vraag hoe ver men daarin kan gaan. Die vraag kan pas beantwoord wor den als er een goed inzicht bestaat in hetgeen historisch, kunst- en bouwhistorisch en archeologisch waardevol is. Zonder die inventarisa tie, welke nimmer heeft plaatsgevon den, kan het formuleren van uit gangspunten voor restauratie niet verantwoord plaatsvinden. Daarmee ontbreken dan tevens de kriteria voor een architectenkeuze. Het blijft dan ook een raadsel waarom juist bouwmeester Van Schijndel, die toch bepaald niet bekend staat als restau ratiearchitect, voor De Berckepoort - ooit het Hof van Charlotte de Bour bon - is aangetrokken. Het gaat im mers om het restauratievak, en niet of betrokkene in staat is tot verras sende invullingen te komen.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1992 | | pagina 36